09/08/2020, 20:46
Noah moest doorbijten. Zijn lichaam was niet gebouwd om mensen op te heffen, daar had hij een toverstok voor. Emilien was ook niet bepaald zwaar, Noah was gewoon vrij zwak. En daar schaamde hij zich niet voor. Hij had geen nood aan overtollig sporten, bodybuilding of alle andere dingen die hem er uit deden zien als een omgekeerde pyramide. Zolang hij maar gezond was, dacht hij. En na Emiliens gewicht zo lang op te houden voelde hij zich even niet gezond. Ze had haar plaatje van Romeo Wolkenveldt teruggevonden. Noah was blij, maar kon nu wel iets om te drinken gebruiken, voor ze naar de volgende kaart snelden.
“Euhm, mag ik misschien eerst wat drinken?” vroeg Noah voorzichtig terwijl hij door de deur van de Verboden Afdeling keek. De kust was veilig. Madame Romella was nergens te bespeuren.
“Gewoon water ofzo…” voegde hij er nog aan toe terwijl ze weer door de gewone bibliotheek liepen.
“Misschien liggen er wel plaatjes in de keuken,” suggereerde Noah, “Dan kan ik even op adem komen terwijl je verder zoekt en daarna help ik weer honderd procent mee.”
Ergens dacht hij dat Emilien zijn plan geen goed plan zou vinden. Als er geen plaatjes in de keuken lagen, dan zou ze het ongetwijfeld een onnodige omweg hebben gevonden. Maar als Noah nog een paar keer Emilien moest opheffen, dan had hij extra energie nodig. Of ze het nu wilde of niet. En wie weet konden de huiselfjes wel helpen, dat zou nog handig zijn. Nog voor ze antwoord gaf, begon Noah kordaat richting de keukens te wandelen. Met een beetje geluk kwamen ze onderweg nog plaatjes tegen.
Eigenlijk had hij zin om gewoon zijn Gandalfkaartje, als vredeoffer, aan haar te geven en verder te gaan studeren, maar dat was de makkelijke manier om er onderuit te komen. Zo had ze al haar andere kaarten nog niet terug, die allemaal samen ongetwijfeld meer waard waren dan de nieuwe kaart met Gandalf.
“Wie heeft je eigenlijk verteld dat ik een Gandalfkaart heb?” vroeg Noah. Voor zover hij het wist, had hij het niemand verteld. Misschien had iemand het gezien. Maar toch, toen hij er zelf was achtergekomen, was hij heel voorzichtig geweest. Hij wist maar al te goed dat er een heleboel fanatieke verzamelaars op Zweinstein zaten, die hem nooit gerust zouden laten bij het horen van het nieuws.
Noah was bij de keukens aangekomen, een heerlijke geur voelde zijn neusgaten. Hij kietelde de peer en het schilderij zwaaide open.
“Hier gaan we dus even halt houden…” zei hij terwijl zijn ogen op allerlei lekkers vielen.
“Euhm, mag ik misschien eerst wat drinken?” vroeg Noah voorzichtig terwijl hij door de deur van de Verboden Afdeling keek. De kust was veilig. Madame Romella was nergens te bespeuren.
“Gewoon water ofzo…” voegde hij er nog aan toe terwijl ze weer door de gewone bibliotheek liepen.
“Misschien liggen er wel plaatjes in de keuken,” suggereerde Noah, “Dan kan ik even op adem komen terwijl je verder zoekt en daarna help ik weer honderd procent mee.”
Ergens dacht hij dat Emilien zijn plan geen goed plan zou vinden. Als er geen plaatjes in de keuken lagen, dan zou ze het ongetwijfeld een onnodige omweg hebben gevonden. Maar als Noah nog een paar keer Emilien moest opheffen, dan had hij extra energie nodig. Of ze het nu wilde of niet. En wie weet konden de huiselfjes wel helpen, dat zou nog handig zijn. Nog voor ze antwoord gaf, begon Noah kordaat richting de keukens te wandelen. Met een beetje geluk kwamen ze onderweg nog plaatjes tegen.
Eigenlijk had hij zin om gewoon zijn Gandalfkaartje, als vredeoffer, aan haar te geven en verder te gaan studeren, maar dat was de makkelijke manier om er onderuit te komen. Zo had ze al haar andere kaarten nog niet terug, die allemaal samen ongetwijfeld meer waard waren dan de nieuwe kaart met Gandalf.
“Wie heeft je eigenlijk verteld dat ik een Gandalfkaart heb?” vroeg Noah. Voor zover hij het wist, had hij het niemand verteld. Misschien had iemand het gezien. Maar toch, toen hij er zelf was achtergekomen, was hij heel voorzichtig geweest. Hij wist maar al te goed dat er een heleboel fanatieke verzamelaars op Zweinstein zaten, die hem nooit gerust zouden laten bij het horen van het nieuws.
Noah was bij de keukens aangekomen, een heerlijke geur voelde zijn neusgaten. Hij kietelde de peer en het schilderij zwaaide open.
“Hier gaan we dus even halt houden…” zei hij terwijl zijn ogen op allerlei lekkers vielen.