09/08/2020, 20:10
Het was eindelijk zover: een inval bij de familie Vonx. Of nou ja, een voorzichtige. Het doel was om in te breken in Villa Vonx, het Snullenmeisje te redden en dan vervolgens zo snel mogelijk eruit te gaan. Daarna zou zij in ieder geval veilig zijn – de rest kwam later wel.
Frodo had al een tijdje oog op de familie Vonx en ze goed in de gaten gehouden; hun belang voor bloedzuiverheid beviel hem allerminst. Het gerucht ging dat hun grote Villa, gelegen in de bergen achter Zweinsveld, waar hij woonde, een soort hoofdkwartier voor neodooddoeners aan het worden was, al nam men dat op het Ministerie niet zo heel serieus. Maar hij zag wat er in het dorpje gebeurde wanneer ze in het dorp waren: duister gemompel in het duisterste hoekje van de kroeg, vreemde verdwijningen en een paar maanden geleden had hij zomaar iemand dood op straat gevonden die voor het laatst contact had gehad met de Vonxjes.
Nee, dit alles was zeer verdacht en op zijn aandringen – samen met dat van een paar anderen – had zijn baas eindelijk de Magische Geheime Dienst om een infiltrant gevraagd om maar eens te kijken hoe het daaraan toe ging. En volgens de informant was er in hun villa een meisje in hun huis dat als slaaf behandeld werd, geslagen werd en gekleineerd werd puur omdat ze een Snul was. Dat meisje moest in veiligheid gebracht worden – en dat zou vanavond gebeuren. Volgens de Geheime Dienst zou vanavond iedereen uit huis zijn en degenen die er zouden zijn, zouden worden afgeleid. Het perfecte moment voor dat meisje om weg te lopen, toch?
“Klaar voor?” vroeg Frodo zijn collega Gideon, die vanavond met hem mee zou gaan. Ze waren aan het voorbereiden in het Schouwer Hoofdkwartier. “Ik hou al lange tijd oog op deze familie. Misschien vinden we nog wat bewijs tegen hen dat de infiltrant over het hoofd gezien heeft. Het liefst lap ik ze er allemaal bij, maar je kent het – het draait allemaal om bewijs…”
Frodo kon het gewoon niet uitstaan hoe zo’n gevaarlijke tovenaarsfamilie niet opgepakt werd – simpelweg vanwege het gebrek aan bewijs. Maar Frodo was al eerder in problemen gekomen omdat hij mensen gepakt had zonder bewijs. Hijzelf was ook eens opgepakt met een klein beetje bewijs, wat onwaar bleek te zijn, uiteraard. Die Schouwer was ontslagen en hij had een trauma opgelopen door een maand lang leeggezogen te worden door Dementors, dus hij kon er wel wat van begrijpen.
“Oké – volgens mij hebben we alles,” mompelde Frodo terwijl hij zijn inventaris nog even goed bekeek. Toverstok, duistergruis, gluiposcoop, verschillende toverdrankjes, een dolk – hij had alles mee. Hij sloeg zijn mantel om zich heen. “Hoe zullen we gaan?” vroeg hij zijn collega. “Verschijnselen? Het haardvuur? Bezems? – al laat ik dat laatste liever over aan mijn zus.”
Frodo had al een tijdje oog op de familie Vonx en ze goed in de gaten gehouden; hun belang voor bloedzuiverheid beviel hem allerminst. Het gerucht ging dat hun grote Villa, gelegen in de bergen achter Zweinsveld, waar hij woonde, een soort hoofdkwartier voor neodooddoeners aan het worden was, al nam men dat op het Ministerie niet zo heel serieus. Maar hij zag wat er in het dorpje gebeurde wanneer ze in het dorp waren: duister gemompel in het duisterste hoekje van de kroeg, vreemde verdwijningen en een paar maanden geleden had hij zomaar iemand dood op straat gevonden die voor het laatst contact had gehad met de Vonxjes.
Nee, dit alles was zeer verdacht en op zijn aandringen – samen met dat van een paar anderen – had zijn baas eindelijk de Magische Geheime Dienst om een infiltrant gevraagd om maar eens te kijken hoe het daaraan toe ging. En volgens de informant was er in hun villa een meisje in hun huis dat als slaaf behandeld werd, geslagen werd en gekleineerd werd puur omdat ze een Snul was. Dat meisje moest in veiligheid gebracht worden – en dat zou vanavond gebeuren. Volgens de Geheime Dienst zou vanavond iedereen uit huis zijn en degenen die er zouden zijn, zouden worden afgeleid. Het perfecte moment voor dat meisje om weg te lopen, toch?
“Klaar voor?” vroeg Frodo zijn collega Gideon, die vanavond met hem mee zou gaan. Ze waren aan het voorbereiden in het Schouwer Hoofdkwartier. “Ik hou al lange tijd oog op deze familie. Misschien vinden we nog wat bewijs tegen hen dat de infiltrant over het hoofd gezien heeft. Het liefst lap ik ze er allemaal bij, maar je kent het – het draait allemaal om bewijs…”
Frodo kon het gewoon niet uitstaan hoe zo’n gevaarlijke tovenaarsfamilie niet opgepakt werd – simpelweg vanwege het gebrek aan bewijs. Maar Frodo was al eerder in problemen gekomen omdat hij mensen gepakt had zonder bewijs. Hijzelf was ook eens opgepakt met een klein beetje bewijs, wat onwaar bleek te zijn, uiteraard. Die Schouwer was ontslagen en hij had een trauma opgelopen door een maand lang leeggezogen te worden door Dementors, dus hij kon er wel wat van begrijpen.
“Oké – volgens mij hebben we alles,” mompelde Frodo terwijl hij zijn inventaris nog even goed bekeek. Toverstok, duistergruis, gluiposcoop, verschillende toverdrankjes, een dolk – hij had alles mee. Hij sloeg zijn mantel om zich heen. “Hoe zullen we gaan?” vroeg hij zijn collega. “Verschijnselen? Het haardvuur? Bezems? – al laat ik dat laatste liever over aan mijn zus.”