09/08/2020, 20:07
Jo-Ann hield van groen, van bloemen, van natuur en daarom was ze een groot gedeelte van de zomervakantie op Zweinstein te vinden, waar ze de planten in de kweekkassen niet liet verpieteren. Tussendoor nam ze vrije dagen, maar nooit was er een plant-loze dag. Ook vandaag omringde ze zichzelf met groen, en wel in het duingebied nabij Rhossili Bay. Ze had zelfs een zeldzaam plantje voorzichtig uit de zandachtige grond genomen en het voorzichtig in een aardewerken potje gedaan. Voor thuis, zodat ze de bloeiwijze beter kon bestuderen. Ergens diep in haar geheugen wist ze ook dat de schutbladeren van de bloem in geneeskrachtige toverdranken werd gebruikt.
Banjerend over het gras, zag ze in de verte het scheepswrak van de Helvetia. Wales had een redelijk groot aantal magische plekken, maar deze was wel haar favoriet. Het was prachtig weer en er waren ook redelijk wat Dreuzels op het strand van Rhossili Bay, maar ze kon hen heel makkelijk omzeilen door naar een voor hen onzichtbare plek te Verdwijnselen. Met haar plantje in de ene hand en haar zonnehoed in de andere Verschijnselde ze schuin achter de ingang van de bar.
“Goeiemiddag!” zei ze toen ze binnenkwam. Er was altijd volk en het was helemaal niet raar om op deze plek zonder gezelschap van vrienden naar binnen te gaan. Ze zette haar plantje op de bar en zocht in de zakken van haar zwierige rok naar geld.
“Mag ik een kopje Duinmuntthee?” Pas toen ze de Sikkels had gevonden en haar witte blouse van broderie terug op haar schouder had gelegd, keek ze vlak naast zich, want daar zat iemand. Eerst zag ze zijn drankje, daiquiri, en vroeg ze zich af of ze straks ook iets sterkers zou nemen. Daarna zag ze de persoon die erbij hoorde: Heler Tariq.
“Oh, hoi!” Ze glimlachte, maar ze wist niet of hij haar ook herkende. Nu was ze wel spontaan, maar nou ook weer niet zó spontaan dat ze zou vragen of hij haar nog van vroeger, van Zweinstein kende. Zulk soort dingen moesten dan maar blijken uit een gesprek.
“Ook zo van het strand aan het genieten?” Lekker, koetjes en kalfjes.
Banjerend over het gras, zag ze in de verte het scheepswrak van de Helvetia. Wales had een redelijk groot aantal magische plekken, maar deze was wel haar favoriet. Het was prachtig weer en er waren ook redelijk wat Dreuzels op het strand van Rhossili Bay, maar ze kon hen heel makkelijk omzeilen door naar een voor hen onzichtbare plek te Verdwijnselen. Met haar plantje in de ene hand en haar zonnehoed in de andere Verschijnselde ze schuin achter de ingang van de bar.
“Goeiemiddag!” zei ze toen ze binnenkwam. Er was altijd volk en het was helemaal niet raar om op deze plek zonder gezelschap van vrienden naar binnen te gaan. Ze zette haar plantje op de bar en zocht in de zakken van haar zwierige rok naar geld.
“Mag ik een kopje Duinmuntthee?” Pas toen ze de Sikkels had gevonden en haar witte blouse van broderie terug op haar schouder had gelegd, keek ze vlak naast zich, want daar zat iemand. Eerst zag ze zijn drankje, daiquiri, en vroeg ze zich af of ze straks ook iets sterkers zou nemen. Daarna zag ze de persoon die erbij hoorde: Heler Tariq.
“Oh, hoi!” Ze glimlachte, maar ze wist niet of hij haar ook herkende. Nu was ze wel spontaan, maar nou ook weer niet zó spontaan dat ze zou vragen of hij haar nog van vroeger, van Zweinstein kende. Zulk soort dingen moesten dan maar blijken uit een gesprek.
“Ook zo van het strand aan het genieten?” Lekker, koetjes en kalfjes.