09/08/2020, 19:56
Oliver Livingstone - Cavendish
Algemeen
Naam/achternaam: Oliver Livingstone
Geslacht: m
Leeftijd: 15/16
Verjaardag: 18 december
Jaar: 5
Afdeling: Ravenklauw
Woonplaats: Glasgow
Toverstaf: Iep, 30,4 cm, kern van drakenbloed, goed voor Transfiguratie
Bloedstatus: Volbloed
Uiterlijk
Lengte: 167 cm
Gewicht: 55 kg
Ogen: blauwgrijs
Haarkleur: blond tot lichtblond
Kapsel: kort en ietwat krullend
Kleding: schoolgewaden. Na de les verruilt hij zijn witte overhemd voor een zwart shirt, maar draagt daar evengoed graag zijn schooltrui, -vest of -jasje overheen. Zijn schoenen zijn van de beste tovenaarskwaliteit, net als alles wat hij draagt, alleen zijn die zaken niet heel opvallend.
Attributen: Een setje Fluimstenen
Huidskleur: blank
Oliver lijkt erg op zijn vader, al weet hij dat zelf niet aangezien het lang geleden is dat hij hem voor het laatst zag. Er waren ooit wat foto's, maar die zijn verloren gegaan.
Innerlijk
Karakter-eigenschappen: Verlegen, vriendelijk, bescheiden, lage dunk van zichzelf.
Karakter: Oliver is iemand die niemand tot last wil zijn, niets fout durft te doen, onzeker is en altijd stotterend praat. Hij zou graag onzichtbaar zijn en daarom haalt hij bij alle vakken gemiddelde cijfers: nooit te hoog, nooit te laag, om maar niet op te hoeven vallen. Bij Transfiguratie maakt hij daarom wel eens expres een fout.
Interesses: Schoolvakken: Bezweringen, Transfiguratie en Leer der Oude Runen. Op sociaal gebied: spelletjes met Fluimstenen, toverschaak. Op liefdesgebied: Noah Elliot. Op modegebied: als het maar zwart of donker is. Op gebied van muziek: Folk.
Biografie: Oliver is de zoon van Stacey, een dame die haar leven zo’n zeventien jaar geleden niet goed in de hand had. Ze was verliefd op een man die Ethel Gloria heette, maar helaas; de kerel was getrouwd. Echter; omdat zij altijd alles kreeg wat ze hebben wilde, smeedde ze een plan. Ze pikte het namelijk niet dat ze Ethel niet krijgen kon. Ze wilde hem, dus het moest.
Langzaam vergiftigde ze de man met kleine hoeveelheden Amortentia en wist hem zo voor een langere tijd min-of-meer aan zich te binden. Toen Oliver geboren werd, was ze zielsgelukkig, ook al hield Ethel er nog een lange tijd een dubbelleven op na. Misschien zou hij dat niet gedaan hebben als hij niet onder de voortdurende invloed van Amortentia was. Uiteindelijk was de toverdrank sterker dan de mans wil, dus verliet hij zijn vrouw en dochter en trok bij Stacey in.
Echter; toen Ethel dat eenmaal deed, was Stacey hem al snel beu en stopte met het toedienen van Amortentia, waarna Ethel het hazenpad koos en ze nooit meer contact hadden daarna.
Het leven van een alleenstaande moeder was zwaar en daardoor van korte duur, want wat Stacey wilde, zou ze krijgen, en dit keer wilde ze een rijke man.
En die kreeg ze. De zeer welgestelde Christopher viel voor haar (zonder Amortentia) en ze zijn tot op vandaag de dag een stel. Sindsdien woont Oliver in een voor Dreuzels verborgen paleis in Glasgow.
Hij heeft daar geen vrienden, met Dreuzels omgaan is verboden en er zijn tal van etiquette-regels waaraan hij moet voldoen. Tot zijn elfde kreeg hij privéles van een strenge juf.
Nadat hij naar Zweinstein ging (en tot zijn opluchting in Ravenklauw kwam, anders zou zijn moeder kwaad geworden zijn) ontwikkelde hij zich wat meer als een individu met eigen ideeën, die tijdens vakanties direct de grond ingeboord worden. Zijn moeders wil is wet en ze herhaalt die wil als een toegeschreeuwde reclameleus; steeds maar weer krijgt hij te horen dat hij niet goed genoeg is en dat alles aan hem beter kan. Dit maakt hem erg onzeker tegenover iedereen die hij kent.
Zijn stiefvader is wel een aardige man. Oliver kan, omdat Christopher het altijd erg druk heeft, nooit bij hem terecht met problemen, maar ondertussen wordt hij vooral in materiële zaken erg verwend. Zo draagt hij dure kleding, heeft hij de mooiste schrijfveren en hoeft hij nooit met de Zweinsteinexpress mee, maar reist hij met een koets getrokken door gevleugelde paarden. Zijn stiefvader heeft zelfs de stap gezet dat hij Oliver als zijn erfgenaam heeft aangewezen. Oliver zou daar dankbaar voor moeten zijn, maar het maakte hem slechts nog onzekerder dan hij al was en hij kreeg er ook zomaar een achternaam bij - die hij voortdurend vergeet te noteren boven proefwerken en dergelijke.
Desondanks komt Oliver nooit verwaand over; hij voelt zich belast met verantwoordelijkheden waarop hij niet zat te wachten en hij voelt zich ook niet thuis in de wereld van de biljonairs. Dit werd nog eens versterkt toen hij gevoelens kreeg voor Noah, die Oliver tot zijn grote spijt en verdriet niet aan zijn ouders voor kan stellen. In zijn kringen zou hij zich moeten verloven met een prinses of gravin of op zijn laagst de dochter van de minister van Toverkunst. In ieder geval niet met een kind van een thuisblijfmoeder en een eenvoudige ambtenaar - en al helemaal niet met een jongen.
Een andere kwestie is zijn halfzus Nathalie. Oliver wist niets van haar bestaan af totdat zij ineens voor hem stond en hem wilde spreken. Echter; Oliver is geen vlotte prater en Nathalie is niet zo geduldig… het leverde hem letterlijk en figuurlijk kopzorgen op.
Vaardigheden: Handigheidjes met Fluimstenen, Transfiguratie, creatief, nette manieren, mooi handschrift.
Zwaktes: durft niks, stottert, voelt zich te veel, faalangst.
Houdt van: Noah, Peperduiveltjes, folkmuziek, Zweinstein, buitenlucht, spellen en raadsels.
Haat: zichzelf een beetje, omdat hij niet is wat zijn moeder wil dat hij is.
Omgeving
Familie: Moeder Stacey Livingstone - Cavendish, biologische vader Ethel Gloria, stiefvader Christopher Cavendish, halfzus Nathalie Mill.
Vrienden: Theo Park vindt hij erg aardig en met Flore Catarele onderhoudt hij een moeizame liefdes-achtige relatie nadat ze eens zomaar zijn koets in stapte. De achternaam Elliott zal een bepaalde aantrekkingskracht hebben, want hij kan het ook goed vinden met Robyn, het sportieve meisje uit Huffelpuf.
Liefdesperikelen: Het wordt nog heel romantisch in de kast, samen met Noah Elliott. Oliver komt er niet uit. Nooit.
Huisdier: “O, nee, getsie, bah!” riep zijn moeder toen hij alleen maar een goudvis wilde. Later durfde hij dus niet om een katje of een uil meer te vragen, al zou hij er graag eentje willen. Noahs kat Caesar komt vaak bij hem op schoot zitten en dat vindt Oliver wel leuk want dan is er toch nog een dier om mee te kroelen.