08/08/2020, 13:47
Zijn woorden hingen in een blauwgroenige wolk tussen hen in en hij durfde zich amper te bewegen, tot Blue zich naar hem toe boog om zijn hand in de hare te nemen. Haar huid stak ondanks haar tan grauw af tegen de zijne en haar handpalmen waren koud, maar de aanraking was een verademing. Hij had gevreesd dat ze hem alleen nog maar meer zou wantrouwen vanwege zijn litteken, dat ze terecht had herkend als afkomstig van een duistere vervloeking. Maar zijn weigering om haar vraag te beantwoorden, had eerder het omgekeerde effect: dit was de eerste keer sinds haar geheugenverlies dat zij degene was die de afstand tussen hen verkleinde en hem zelfs aanraakte. Blue was nog steeds Blue. Zelfs al lag haar hele leven overhoop, toch zou ze zich altijd eerst om anderen bekommeren, voor ze aan zichzelf toekwam.
Damien keek naar de manier waarop haar klamme vingers troostend over de zijne streelden, maar net toen hij het gebaar wilde kopiëren, trok ze haar hand terug en krulde ze zich weer op in haar stoel. De duizend vragen die door haar hoofd raasden, waren bijna tastbaar, zelfs zonder Legilimentie.
Ze zuchtte, verzette haar gedachten en veranderde abrupt van onderwerp. Damien vermoedde dat ze het er niet bij zou laten; hoewel ze zich ditmaal waarschijnlijk niet persoonlijk gekwetst voelde omdat hij zulke belangrijke informatie voor haar achterhield, betwijfelde hij of ze van gedachten zou zijn veranderd aangaande haar hardnekkige opvatting dat het hem goed zou doen om zijn geheim hardop uit te spreken. Van wat hij tot nu toe van deze nieuwe Blue gezien had, was ze ondanks haar gebrek aan concrete herinneringen nog steeds dezelfde persoon met dezelfde opvattingen en karaktertrekken. Hoe dan ook was hij dankbaar dat ze het voor nu liet rusten.
‘Je vrienden… Wauw, waar zal ik beginnen? Het zijn er nogal wat. Volgens mij hebben we inmiddels half Londen wel over de vloer gehad, of in ieder geval alle interessante mensen.’
Blue rommelde wat met haar telefoon en Damien nam intussen het papier waar ze haar spinnenweb van kennissen op was begonnen van de tafel. Hij pakte een ganzenveer en een tijdschrift als ondergrond en trok een dikkere lijn tussen zijn eigen naam en die van Trevor. Met een tikje van zijn staf wiste hij de vele vraagtekens die rond hun achternamen zweefden. Terwijl hij begon te schrijven, voelde hij zichzelf tot rust komen. De paniek van eerder trok weer weg.
‘Geen idee waar die foto’s precies voor zijn, maar je bent eigenlijk altijd wel met spontane cadeautjes en verrassingen bezig. In ieder geval, Trevor is mijn broertje. Tweeling-, om precies te zijn. Ik weet niet of híj zou zeggen dat jullie bevriend zijn, want hij… doet zogezegd niet echt aan vrienden.’ Damien rolde met zijn ogen. ‘Maar dat zijn jullie dus wel gewoon. Hij helpt je bijvoorbeeld ook om een oplossing te vinden voor je dyslexie. Wist je dat je dat had, trouwens? Want dat is zo…’ Damien wierp een meelevende blik op de stapel tijdschriften die ze zonder veel resultaat had doorgeworsteld. ‘Het zal je verheugen dat je hem voor die hulp mag betalen, mocht je de onweerstaanbare drang voelen. Hij is Spreukzoeker,’ legde hij uit terwijl hij ‘tweelingbroers’ boven het lijntje schreef dat hij net had getekend. Voor de goede orde zette hij er ook Trevors adres bij.
‘Wacht, ik heb foto’s meegenomen. Gewone foto’s, deze keer.’ Uit zijn tas, die hij zolang naast zijn stoel had laten staan, haalde hij zijn Maroti, het compacte toestel dat, in navolging van Dreuzelcamera’s, een scherm had waarmee je de foto’s kon bekijken voordat je ze af had gedrukt. Hij klikte door de berg aan recente foto’s, tot hij achteraan had gevonden wat hij zocht. ‘Kijk, dit is van een avondje met dat we hadden voordat je naar Brazilië vertrok. We hadden in een middag Londen geschoten met z’n tweeën en hielden een wedstrijdje wie de beste foto had gemaakt.’ Hij wierp haar een speelse blik toe. ‘Zou ik je ervan kunnen overtuigen dat ik had gewonnen?’
Hij had de foto zelf genomen, dus was hij de enige die niet te zien was. Midden op het beeld zwaaide Blue vrolijk met een aanwijsstok naar het witte laken dat ze in de keuken op hadden gehangen en waar ze hun beste kiekjes van de maand op hadden geprojecteerd – Blue had haar poot stijf gehouden en Damien ervan weerhouden om een diascherm te kopen. Op de bank tegenover het laken zat Trevor ontspannen onderuitgezakt, met zijn arm losjes om Lila’s schouders geslagen. Ondanks jarenlang oefenen had hij zichtbaar moeite om zijn grijns te verbergen.
‘Dat daar links is Trevor,’ lichtte Damien toe, terwijl hij het toestel aan Blue overhandigde en een nieuwe poot toevoegde aan het spinnenweb. ‘Dat meisje naast hem is Lila. Je zou kunnen zeggen dat ze je beste vriend is, maar dat ben ik al. Ze is een goede – maar verre – tweede, zeg maar.’
Damien keek naar de manier waarop haar klamme vingers troostend over de zijne streelden, maar net toen hij het gebaar wilde kopiëren, trok ze haar hand terug en krulde ze zich weer op in haar stoel. De duizend vragen die door haar hoofd raasden, waren bijna tastbaar, zelfs zonder Legilimentie.
Ze zuchtte, verzette haar gedachten en veranderde abrupt van onderwerp. Damien vermoedde dat ze het er niet bij zou laten; hoewel ze zich ditmaal waarschijnlijk niet persoonlijk gekwetst voelde omdat hij zulke belangrijke informatie voor haar achterhield, betwijfelde hij of ze van gedachten zou zijn veranderd aangaande haar hardnekkige opvatting dat het hem goed zou doen om zijn geheim hardop uit te spreken. Van wat hij tot nu toe van deze nieuwe Blue gezien had, was ze ondanks haar gebrek aan concrete herinneringen nog steeds dezelfde persoon met dezelfde opvattingen en karaktertrekken. Hoe dan ook was hij dankbaar dat ze het voor nu liet rusten.
‘Je vrienden… Wauw, waar zal ik beginnen? Het zijn er nogal wat. Volgens mij hebben we inmiddels half Londen wel over de vloer gehad, of in ieder geval alle interessante mensen.’
Blue rommelde wat met haar telefoon en Damien nam intussen het papier waar ze haar spinnenweb van kennissen op was begonnen van de tafel. Hij pakte een ganzenveer en een tijdschrift als ondergrond en trok een dikkere lijn tussen zijn eigen naam en die van Trevor. Met een tikje van zijn staf wiste hij de vele vraagtekens die rond hun achternamen zweefden. Terwijl hij begon te schrijven, voelde hij zichzelf tot rust komen. De paniek van eerder trok weer weg.
‘Geen idee waar die foto’s precies voor zijn, maar je bent eigenlijk altijd wel met spontane cadeautjes en verrassingen bezig. In ieder geval, Trevor is mijn broertje. Tweeling-, om precies te zijn. Ik weet niet of híj zou zeggen dat jullie bevriend zijn, want hij… doet zogezegd niet echt aan vrienden.’ Damien rolde met zijn ogen. ‘Maar dat zijn jullie dus wel gewoon. Hij helpt je bijvoorbeeld ook om een oplossing te vinden voor je dyslexie. Wist je dat je dat had, trouwens? Want dat is zo…’ Damien wierp een meelevende blik op de stapel tijdschriften die ze zonder veel resultaat had doorgeworsteld. ‘Het zal je verheugen dat je hem voor die hulp mag betalen, mocht je de onweerstaanbare drang voelen. Hij is Spreukzoeker,’ legde hij uit terwijl hij ‘tweelingbroers’ boven het lijntje schreef dat hij net had getekend. Voor de goede orde zette hij er ook Trevors adres bij.
‘Wacht, ik heb foto’s meegenomen. Gewone foto’s, deze keer.’ Uit zijn tas, die hij zolang naast zijn stoel had laten staan, haalde hij zijn Maroti, het compacte toestel dat, in navolging van Dreuzelcamera’s, een scherm had waarmee je de foto’s kon bekijken voordat je ze af had gedrukt. Hij klikte door de berg aan recente foto’s, tot hij achteraan had gevonden wat hij zocht. ‘Kijk, dit is van een avondje met dat we hadden voordat je naar Brazilië vertrok. We hadden in een middag Londen geschoten met z’n tweeën en hielden een wedstrijdje wie de beste foto had gemaakt.’ Hij wierp haar een speelse blik toe. ‘Zou ik je ervan kunnen overtuigen dat ik had gewonnen?’
Hij had de foto zelf genomen, dus was hij de enige die niet te zien was. Midden op het beeld zwaaide Blue vrolijk met een aanwijsstok naar het witte laken dat ze in de keuken op hadden gehangen en waar ze hun beste kiekjes van de maand op hadden geprojecteerd – Blue had haar poot stijf gehouden en Damien ervan weerhouden om een diascherm te kopen. Op de bank tegenover het laken zat Trevor ontspannen onderuitgezakt, met zijn arm losjes om Lila’s schouders geslagen. Ondanks jarenlang oefenen had hij zichtbaar moeite om zijn grijns te verbergen.
‘Dat daar links is Trevor,’ lichtte Damien toe, terwijl hij het toestel aan Blue overhandigde en een nieuwe poot toevoegde aan het spinnenweb. ‘Dat meisje naast hem is Lila. Je zou kunnen zeggen dat ze je beste vriend is, maar dat ben ik al. Ze is een goede – maar verre – tweede, zeg maar.’