08/08/2020, 10:24
Trevor beet op zijn tong om te voorkomen dat hij al te geërgerd zou vragen of ze alsjeblieft niet tegen de apothekerskast wilde leunen. Blue had sporadisch last van een onhandigheid die verbazingwekkend was gezien haar Cheerflyinggeschiedenis en de doodstille poses die hij haar had zien aannemen om de perfecte foto te kunnen maken. Gelukkig stond er niet veel in haar buurt wat niet te repareren viel met een paar fikse Reparo’s, mocht ze werkelijk iets van de antieke kast stoten.
Terwijl hij dat alles overwoog, ratelde Blue op haar gebruikelijke opgewekte toon een spannend verhaal af over haar avonturen in Brazilië, die blijkbaar niet helemaal waren uitgepakt zoals ze wilde. Dat ze ervan baalde bleek eigenlijk voornamelijk uit haar woorden; hij had haar zelden echt down meegemaakt. Waarschijnlijk had ze bedacht dat, juist doordát haar gids ziek was geworden en voor vertraging had gezorgd, ze een of ander beest was tegengekomen dat zo uniek was dat ze het op haar geplande trip niet was tegengekomen. Of wellicht leverden die foto’s van de gids wel prachtige beelden op. Zoiets.
Hoewel hij niet echt naar het hele verhaal luisterde – zijn gedachten waren nog half bij zijn presentatie voor het St. Holisto – bewonderde hij haar om haar uitgebreide kennis van Fabeldieren. Als hij haar niet had meegemaakt als verwarde elfjarige, had hij nooit geschat dat ze een Dreuzeltelg was. Ze wist inmiddels een stuk meer over Fabeldieren dan hij. Wellicht kon hij haar eens vragen of ze hem wat basisvaardigheden kon bijbrengen over veelvoorkomende plagen in Britse huishoudens. Fabeldierenplagen waren zaak voor Onwezenbestrijders, maar dat betekende niet dat Spreukzoekers geen levende wezens tegenkwamen op hun verkenningstochten in de krochten van oude landhuizen die een opknapbeurt te wachten stonden, of de vlieringen van recentelijk aangeschafte appartementen. Aardmannetjes kon hij aan, maar erg had hij nooit opgelet bij zijn lessen Verzorging.
‘Balen,’ beaamde Trevor. ‘Betekent dat ook dat je fotoavondje met D niet doorgaat? De vorige keer was best oké.’
Voordat ze naar Brazilië was vertrokken, hadden Blue en Damien een stel vrienden uitgenodigd en presenteerden ze hun beste foto’s van de afgelopen tijd. Niets bleek grappiger te zijn dan lichtelijk dronken te kijken naar een semiwillekeurige compilatie vage Fabeldieren en verbaasde Londense Dreuzels. Trevor had zich zelden zo ontspannen gevoeld en had voorgesteld dat ze het nog eens zouden doen als Blue weer terug was. Stiekem hoopte hij dat het een nieuwe maandelijkse traditie zou worden.
Blue hield hem een advertentie voor. Ze kampte al jaren met dyslexie, maar schijnbaar had ze er nog steeds geen goede magische oplossing voor gevonden. Ze keek een tikje sceptisch. ‘Ik kijk er wel even naar voor je,’ zei Trevor en hij stopte het knipsel in zijn agenda, waar een lijntje inkt zichzelf transformeerde tot een nieuw bulletpoint in zijn todolijst. ‘Ik stuur je er overmorgen een uil over, goed?’
Precies toen ze vroeg of er iets aan haar te zien was, viel zijn blik inderdaad op iets ongewoons, en als automatisch schoof hij zijn stoel wat naar achteren. Ze had haar mouwen wat opgestroopt en nu ze op de toonbank leunde, was een vlekkerige uitslag zichtbaar die zich vanaf haar elleboog uitspreidde over haar onderarm. Het had de kleur van groene thee, die ziekelijk bleek afstak tegen haar gebruinde huid.
‘Wat is dat op je arm?’ vroeg hij met een argwanend hoofdknikje. ‘Het lijkt die nieuwe Drakenpest wel. Ik dacht dat het nog niet uitgebroken was in Brazilië… Heb je je toch wel laten testen?’
De nieuwe Drakenpest hield pas ongeveer een week huis in het Verenigd Koninkrijk, maar het St. Holisto draaide nu al overuren om alle nieuwe gevallen te kunnen behandelen. De symptomen liepen enorm uiteen, van alleen uitslag en wat koorts tot ernstig hersenletsel en zelfs geheugenverlies. Half Londen riep om quarantaine van de magische populatie. Geen wonder dat Blue gekke blikken had gekregen onderweg.
Terwijl hij dat alles overwoog, ratelde Blue op haar gebruikelijke opgewekte toon een spannend verhaal af over haar avonturen in Brazilië, die blijkbaar niet helemaal waren uitgepakt zoals ze wilde. Dat ze ervan baalde bleek eigenlijk voornamelijk uit haar woorden; hij had haar zelden echt down meegemaakt. Waarschijnlijk had ze bedacht dat, juist doordát haar gids ziek was geworden en voor vertraging had gezorgd, ze een of ander beest was tegengekomen dat zo uniek was dat ze het op haar geplande trip niet was tegengekomen. Of wellicht leverden die foto’s van de gids wel prachtige beelden op. Zoiets.
Hoewel hij niet echt naar het hele verhaal luisterde – zijn gedachten waren nog half bij zijn presentatie voor het St. Holisto – bewonderde hij haar om haar uitgebreide kennis van Fabeldieren. Als hij haar niet had meegemaakt als verwarde elfjarige, had hij nooit geschat dat ze een Dreuzeltelg was. Ze wist inmiddels een stuk meer over Fabeldieren dan hij. Wellicht kon hij haar eens vragen of ze hem wat basisvaardigheden kon bijbrengen over veelvoorkomende plagen in Britse huishoudens. Fabeldierenplagen waren zaak voor Onwezenbestrijders, maar dat betekende niet dat Spreukzoekers geen levende wezens tegenkwamen op hun verkenningstochten in de krochten van oude landhuizen die een opknapbeurt te wachten stonden, of de vlieringen van recentelijk aangeschafte appartementen. Aardmannetjes kon hij aan, maar erg had hij nooit opgelet bij zijn lessen Verzorging.
‘Balen,’ beaamde Trevor. ‘Betekent dat ook dat je fotoavondje met D niet doorgaat? De vorige keer was best oké.’
Voordat ze naar Brazilië was vertrokken, hadden Blue en Damien een stel vrienden uitgenodigd en presenteerden ze hun beste foto’s van de afgelopen tijd. Niets bleek grappiger te zijn dan lichtelijk dronken te kijken naar een semiwillekeurige compilatie vage Fabeldieren en verbaasde Londense Dreuzels. Trevor had zich zelden zo ontspannen gevoeld en had voorgesteld dat ze het nog eens zouden doen als Blue weer terug was. Stiekem hoopte hij dat het een nieuwe maandelijkse traditie zou worden.
Blue hield hem een advertentie voor. Ze kampte al jaren met dyslexie, maar schijnbaar had ze er nog steeds geen goede magische oplossing voor gevonden. Ze keek een tikje sceptisch. ‘Ik kijk er wel even naar voor je,’ zei Trevor en hij stopte het knipsel in zijn agenda, waar een lijntje inkt zichzelf transformeerde tot een nieuw bulletpoint in zijn todolijst. ‘Ik stuur je er overmorgen een uil over, goed?’
Precies toen ze vroeg of er iets aan haar te zien was, viel zijn blik inderdaad op iets ongewoons, en als automatisch schoof hij zijn stoel wat naar achteren. Ze had haar mouwen wat opgestroopt en nu ze op de toonbank leunde, was een vlekkerige uitslag zichtbaar die zich vanaf haar elleboog uitspreidde over haar onderarm. Het had de kleur van groene thee, die ziekelijk bleek afstak tegen haar gebruinde huid.
‘Wat is dat op je arm?’ vroeg hij met een argwanend hoofdknikje. ‘Het lijkt die nieuwe Drakenpest wel. Ik dacht dat het nog niet uitgebroken was in Brazilië… Heb je je toch wel laten testen?’
De nieuwe Drakenpest hield pas ongeveer een week huis in het Verenigd Koninkrijk, maar het St. Holisto draaide nu al overuren om alle nieuwe gevallen te kunnen behandelen. De symptomen liepen enorm uiteen, van alleen uitslag en wat koorts tot ernstig hersenletsel en zelfs geheugenverlies. Half Londen riep om quarantaine van de magische populatie. Geen wonder dat Blue gekke blikken had gekregen onderweg.