08/08/2020, 10:19
Blue pakte al neuriënd het karamelijs uit de vriezer. Damien had laatst een nummer geschreven dat bijzonder goed bleef hangen en ze had eeuwen geleden de radio al behekst zodat het zijn deuntjes op zou slaan en terug zou spelen. Het klonk natuurlijk nooit zo goed als een liveconcert – of een professioneel opgenomen cd – maar wat boeide dat nou? Ze had muziek! Met een tevreden glimlach op haar gezicht nam Blue meteen een hap van het ijs met de lepel die ze uit de la liet vliegen. De kou brandde haar mond. “Ahh!” Een paar keer snel uitblazen deed bijna niks om de kou te verminderen en haar platgeslagen hersenen weer warm te krijgen. Ze was blij dat Damien haar niet zo zag; die zou haar uitgelachen hebben om haar gretigheid – en meteen daarna hetzelfde hebben gedaan.
Blue hoorde haar eigen stem zingen dat de koffie koud begon te worden jij vergeetachtige flubberwurm! en stak een pinkie in de koffie om te kijken of het ondertussen genoeg was afgekoeld om te gebruiken. Perfect! Met een zwiep van haar toverstaf begon de garde met het kloppen van de verse slagroom en met haar tanden trok Blue een zakje vanillesuiker open die ze erdoorheen gooide. Ze was gewend aan slagroom met de hand kloppen en de eerste paar keer dat ze het de garde liet doen, deed ze het steeds veel te ver van tevoren, vergat ze het te checken en liet ze het schiften. Nu had ze geleerd dat ze er maar beter met haar neus bovenop kon zitten en dat de timing dan meestal beter was.
Ze keilde net alles in de mixer – op de slagroom na natuurlijk – toen ze de deurbel boven de muziek uithoorde. Drie tikjes op de mixer en ze hoefde er geen tweede keer meer naar om te kijken. Het geluid had ze eeuwen geleden al magisch gedempt. Eén zwiep en de garde viel stil. Ze vroeg zich af wie er voor de deur kon staan. Zelf had ze geen plannen voor de dag, Lila was eerder vanmorgen al langs gekomen en weer vertrokken en Damien was voor de rest van de dag de deur uit. Ze voelde een kriebel in haar buik die ze altijd had bij de belofte aan een verrassing in haar dag. En ze werd niet teleurgesteld met wie er voor de deur stond.
“Trevor, hey!”
Ze hoopte alleen maar dat ze hem niet teleurstelde.
“Wat gaaf dat je even langskomt! Kom binnen!” Blue stapte meteen aan de kant zodat hij langs haar heen kon lopen en beende gelijk weer naar de ijskoffie in de mixer, die uit zichzelf weer was afgeslagen.
“Damien is er helaas niet vandaag – ik ga er vanuit dat je voor hem komt tenminste?” Ze keek hem even schuin aan terwijl ze de mixerinhoud in twee van de mokken schonk. In de andere deed ze normale -- zij het ondertussen redelijk afgekoelde -- koffie. Zo stond er in ieder geval een mok klaar van wat hij ook wilde. Geen gedoe met dat hele 'te veel werk om te durven vragen' enzo. “Hij heeft blijkbaar een of ander belangrijk project dit semester waarvoor hij bij een of andere Jeffrey moest langskomen zodat ze samen konden brainstormen.” Ze schepte wat van de slagroom in de mokken, waardoor de grote bergjes witte heerlijkheid lichtelijk overspoeld werden en er kleine riviertjes koffie overheen kropen. “Verder weet ik niet zo veel over het project, maar het klonk heel heftig als een ik zeg wel dat ik terug ben voor het eten, maar waarschijnlijk vergeet ik dat er zoiets als een bed bestaat de aankomende drie dagen situatie.” Ze sprenkelde wat van haar favoriete karmelsiroop over één van de mokken. “Koffie? Of ook karamelijskoffie?” Ze gaf hem de mok aan zonder siroop – voor zover ze zich kon herinneren was Trevor er niet echt een voor zoetige drankjes, maar ze zou niet zelf met een mok koffie rond gaan lopen zwieren en hem niks aanbieden. Voor het geval ze zich had vergist over het zoetige, schoof ze de siroopfles toch zijn kant op zodat hij het er eventueel zelf overheen kon gieten.
“Ik weet dat ik niet echt degene ben die je wilde spreken, maar ik hoop dat ik goed genoeg ben zodat je niet voor niks het hele eind hebt gereden!” Ze wierp hem een plagende glimlach toe. “Maar hoe gaat het met jou? En met de winkel? Loopt het ondertussen in ieder geval al een beetje beter?”
Blue hoorde haar eigen stem zingen dat de koffie koud begon te worden jij vergeetachtige flubberwurm! en stak een pinkie in de koffie om te kijken of het ondertussen genoeg was afgekoeld om te gebruiken. Perfect! Met een zwiep van haar toverstaf begon de garde met het kloppen van de verse slagroom en met haar tanden trok Blue een zakje vanillesuiker open die ze erdoorheen gooide. Ze was gewend aan slagroom met de hand kloppen en de eerste paar keer dat ze het de garde liet doen, deed ze het steeds veel te ver van tevoren, vergat ze het te checken en liet ze het schiften. Nu had ze geleerd dat ze er maar beter met haar neus bovenop kon zitten en dat de timing dan meestal beter was.
Ze keilde net alles in de mixer – op de slagroom na natuurlijk – toen ze de deurbel boven de muziek uithoorde. Drie tikjes op de mixer en ze hoefde er geen tweede keer meer naar om te kijken. Het geluid had ze eeuwen geleden al magisch gedempt. Eén zwiep en de garde viel stil. Ze vroeg zich af wie er voor de deur kon staan. Zelf had ze geen plannen voor de dag, Lila was eerder vanmorgen al langs gekomen en weer vertrokken en Damien was voor de rest van de dag de deur uit. Ze voelde een kriebel in haar buik die ze altijd had bij de belofte aan een verrassing in haar dag. En ze werd niet teleurgesteld met wie er voor de deur stond.
“Trevor, hey!”
Ze hoopte alleen maar dat ze hem niet teleurstelde.
“Wat gaaf dat je even langskomt! Kom binnen!” Blue stapte meteen aan de kant zodat hij langs haar heen kon lopen en beende gelijk weer naar de ijskoffie in de mixer, die uit zichzelf weer was afgeslagen.
“Damien is er helaas niet vandaag – ik ga er vanuit dat je voor hem komt tenminste?” Ze keek hem even schuin aan terwijl ze de mixerinhoud in twee van de mokken schonk. In de andere deed ze normale -- zij het ondertussen redelijk afgekoelde -- koffie. Zo stond er in ieder geval een mok klaar van wat hij ook wilde. Geen gedoe met dat hele 'te veel werk om te durven vragen' enzo. “Hij heeft blijkbaar een of ander belangrijk project dit semester waarvoor hij bij een of andere Jeffrey moest langskomen zodat ze samen konden brainstormen.” Ze schepte wat van de slagroom in de mokken, waardoor de grote bergjes witte heerlijkheid lichtelijk overspoeld werden en er kleine riviertjes koffie overheen kropen. “Verder weet ik niet zo veel over het project, maar het klonk heel heftig als een ik zeg wel dat ik terug ben voor het eten, maar waarschijnlijk vergeet ik dat er zoiets als een bed bestaat de aankomende drie dagen situatie.” Ze sprenkelde wat van haar favoriete karmelsiroop over één van de mokken. “Koffie? Of ook karamelijskoffie?” Ze gaf hem de mok aan zonder siroop – voor zover ze zich kon herinneren was Trevor er niet echt een voor zoetige drankjes, maar ze zou niet zelf met een mok koffie rond gaan lopen zwieren en hem niks aanbieden. Voor het geval ze zich had vergist over het zoetige, schoof ze de siroopfles toch zijn kant op zodat hij het er eventueel zelf overheen kon gieten.
“Ik weet dat ik niet echt degene ben die je wilde spreken, maar ik hoop dat ik goed genoeg ben zodat je niet voor niks het hele eind hebt gereden!” Ze wierp hem een plagende glimlach toe. “Maar hoe gaat het met jou? En met de winkel? Loopt het ondertussen in ieder geval al een beetje beter?”