Algemeen
Naam/achternaam: Edith Amillia Yarrow
Ook bekend als: Auntie Eda
Geslacht: vrouw
Leeftijd: 39
Afdeling: zat ooit in Huffelpuf
Woonplaats: Ze heeft een huis met een grote tuin en kassen in Defynnog, Wales, waar ze haar planten en kruiden kweekt. Ook boven de winkel in Londen heeft ze een mini-flat, maar ze verblijft er zelden.
Toverstaf: Olm met een kern van Drakenbloed, 22,7 cm. Ze heeft haar toverstaf vaak niet bij.
Bloedstatus: Volbloed
Beroep: Deeltijds apotheekheks in Sint-Holisto en daarnaast uitbater van Auntie Eda’s Cauldron op de Wegisweg.
Uiterlijk
Lengte: 1m57
Gewicht: 67kg
Ogen: Blauwgrijs
Haarkleur: Blond
Kapsel: Halflang, krullend haar.
Kleding: Meestal wat ouderwets gekleed met meerdere laagjes in verschillende kleuren. Jurken met bloemenprints, gebreide of gehaakte cardigans, dat soort dingen.
Attributen: Vaak gekleurde halskettingen en armbanden. Geen gouden of zilveren juwelen, maar eerder dingen met gekleurde houten kralen of met bepaalde gesteenten.
Huidskleur: Blank
Innerlijk
Karakter-eigenschappen: moederkloek, warhoofd, zachtmoedig, zeer beschermend, behulpzaam
Karakter: Edith is het type dat voor iedereen (van baby's tot volwassen mannen) een koosnaampje klaar heeft. Ze doet niets liever dan iedereen helpen en bemoederen. Mensen krijgen daardoor vaak het idee dat ze over zich heen laat lopen. Raak echter aan haar of aan de personen van wie ze houdt en het zal je beste dag niet zijn. Ze is extreem beschermend naar haar familie toe.
Interesses: Toverdranken, tuinieren, koken
Biografie: Edith werd geboren als Edith Amillia Pritchard als tweede kind in een Volbloed tovenaarsfamilie. Haar broer Aeron is drie jaar ouder dan zij. Ze was niet erg hecht met haar broer, maar het was zeker ook niet zo dat ze constant ruzie hadden.
Op Zweinstein werd ze ingedeeld in Huffelpuf, een afdeling waar ze zich thuis voelde, ondanks het feit dat haar ouders en broers allemaal Zwadderaars waren. Ze was geen hoogvlieger op Zweinstein, alle vakken waarvoor ze haar toverstaf nodig had, waren niet zo haar ding. Ze kreeg de specifieke zwiepjes maar niet onder de knie. Voor Toverdranken en Kruidenkunde bleek ze echter een uitzonderlijk talent te hebben. Professor Sneep moest met tegenzin toegeven dat een Huffelpuf zijn beste studente in jaren was.
Na haar Zweinstein-carrière begon ze met een opleiding in Helende Toverdranken en ging ze als apotheekheks in Sint-Holisto werken.
In haar privéleven trouwde ze met Claude Yarrow, een tovenaar die een paar jaar ouder was dan zij. Na enkele jaren kwam echter Claudes ware aard boven. Hij bleek manipulatief en agressief en regelmatig moest ze haar beste helende zalfjes bovenhalen om de blauwe plekken te verbergen als ze naar haar werk ging. De meeste van haar zelfgemaakte helende drankjes en zalfjes tegen blauwe plekken en kneuzingen heeft ze in die periode op zichzelf uitgetest.
Intussen was ook haar broer Aeron getrouwd en hij en zijn vrouw Nerys hadden een zoontje, Nye. Edith was vanaf het begin gek op haar babyneefje. Toen hij vier was, kreeg hij Verdwijnkoorts en hing zijn leven aan een zijden draadje. Dit was voor Edith, net als voor de rest van de familie uiteraard, een zeer angstige periode. Gelukkig overleefde Nye het, echter niet zonder blijvende gezondheidsproblemen. Claude verkondigde dat hij een hond met zulke problemen zonder aarzelen zou verdrinken. Twee dagen later stikte hij in een kippenboutje. Het gerucht gaat dat Edith hem vermoordde. Dit klopt echter niet. Haar toverdrank was nog niet klaar.
Sindsdien is Edith alleen, maar dat deert haar niet echt. Ze had het wel even gehad met mannen. Nye blijft heel belangrijk in haar leven. Hij leerde op Zweinstein zijn nicht Robyn kennen en stelde haar ook voor aan zijn 'Auntie Eda'. Robyn werd door Edith onmiddellijk in haar hart gesloten, hoewel ze biologisch gezien geen familie zijn. In tegenstelling tot de rest van Nye's familie heeft zij geen problemen met haar halfbloed-afkomst.
Sinds een paar jaar heeft Edith haar eigen winkeltje op de Wegisweg - Auntie Eda's Cauldron genaamd - waar ze haar eigen gemaakte helende drankjes, zalven, elixirs en dergelijke verkoopt en daarnaast ook een aantal schoonheidsproducten. Ze werkt nog steeds deeltijds als apotheekheks in Sint-Holisto.
Nu ze de veertig nadert, voelt ze wel steeds meer een gemis: ze zou heel graag een eigen kind (of kinderen) hebben. Daar is echter een man voor nodig. Daarnaast wil ze heel graag een medicijn vinden voor Nye's blijvende aanvallen van Verdwijning.
Vaardigheden: Toverdranken, Kruidenkunde, tuinieren, koken
Zwaktes: Zo’n beetje alle schoolvakken waarbij je maar wat met een toverstaf in het rond moest zwaaien.
Houdt van: Nye en Robyn, kinderen, haar tuin, katten
Haat: agressie, onverdraagzaamheid, kleine kefhondjes
Omgeving
Familie: Woont alleen, haar echtgenoot is jaren geleden overleden. Haar oudere broer is Aeron Pritchard en ze is dus de tante van Nye Pritchard. Ook Robyn Elliott beschouwt ze als haar nichtje, ook al klopt dat technisch gezien niet.
Vrienden:
Partner: -
Huisdier: twee katten: Hemlock en Nightshade