- Een week later -
Tot Valentines verheuging had Hazel ermee ingestemd om zijn tijdelijke onderkomen te bezoeken: een hotel net buiten het centrum van de stad, dat voorzien was van alle gemakkelijk die een moderne tovenaar zich maar kon wensen. Tegenover het hotel lag een manege voor de dieren van gasten, in een gebied dat er voor Dreuzels uitzag als braakliggend terrein. Valentine had dit hotel er speciaal op uitgekozen, want hij wist dat Aurora er niet van hield om lange tijd gescheiden te zijn van haar Ocura. Ook zijn Terzieler Calandre hadden ze er gestald.
Valentine ijsbeerde door de zitkamer van het penthouse. Waarom was hij zenuwachtig? Het was niet alsof hij Clementine op visite kreeg. Het was nota bene Hazel! Als er iemand op de wereld was die in niets op Clementine leek, was zij het wel. Misschien was hij juist daarom zenuwachtig. Hazel reageerde niet zoals hij verwachtte, zei niet de dingen waarop hij rekenende. Ze volgde niet de sociale protocollen die er bij hem ingesleten waren. Dat maakte het verfrissend om met haar om te gaan, en ook een tikje verwarrend. Hij was het gewend om de controle te hebben in elke situatie, maar zij ondermijnde hem daarin, vaak zelfs zonder dat ze het zelf door leek te hebben.
Eindelijk ging de telefoon die de hotelkamer met de receptie verbond. Valentine had het niet zo op Dreuzeltechnologie, maar het hotel maakte er efficiënt gebruik van dus hij klaagde niet. De receptioniste meldde dat er een jongedame voor hem was, en hij liet haar naar boven sturen.
‘Hazel,’ zei hij hartelijk toen hij de deur van het penthouse opende. ‘Wat een genoegen je weer te zien. Kon je het goed vinden?’
Hij ging haar voor naar de zitkamer, waar hij haar naar de bank dirigeerde. Zelf nam hij plaats op een stoel ertegenover. Op de salontafel tussen hen in stond een theepot – appelkaneel, zoals ze bij hun vorige had gedronken – en een bescheiden assortiment high-teahapjes. Hij gebaarde haar dat ze mocht pakken wat ze wilde en met een zwaai van zijn toverstaf schonk de theepot twee porseleinen kopjes vol.
‘Aurora, mijn vrouw, wil je ook graag ontmoeten,’ zei hij in de hoop haar wat op haar gemak te stellen met het vooruitzicht dat ze niet de hele middag alleen met hem zou zijn. Vrouwen schenen zich veiliger te voelen als er een andere vrouw in de buurt was. ‘Ze zit momenteel nog in een vergadering van haar makelaardij, maar ze komt straks naar de manege – ik neem aan dat je je fotocamera mee hebt genomen?’