Valentine lette nauwgezet op haar reactie toen hij Hazel vertelde dat hij met zijn neven in de clinch lag. Misschien was dit een kans voor hem om haar eindelijk van de Woods los te trekken. Toen ze op Zweinstein zaten, had de tweeling – en dan vooral Damien – al jarenlang op haar ingespeeld en had Valentine geen mogelijkheid gezien om haar voor zich te winnen, buiten een ietwat oppervlakkige vriendschap. Hij gunde haar beter dan dat. En als hij haar zo zag, was haar vertrouwen in de broers een stuk minder rotsvast dan toen. Misschien kon ze dit keer aan hen ontsnappen.
‘Heb je even?’ vroeg hij, gespeeld dramatisch toen ze suggereerde dat je het met je ouders ook wel eens niet eens bent. Alleen uit die opmerking bleek al dat ze uit een heel ander milieu kwam dan hij. ‘Onze familie zit nogal ingewikkeld in elkaar, wat dat betreft. Ik weet niet wat Damien je daarover heeft verteld, maar je weet vast dat we uit een Puurbloedfamilie komen, toch? De familienaam is al sinds de middeleeuwen bloedzuiver, als je sommige bronnen mag geloven. Na de Tweede Tovenaarsoorlog heeft bloedzuiverheid veel aan status verloren – en als voorname families hun invloed zien verzwakken, sluiten ze hun rangen.’
De ober kwam terug met een dampende stenen theepot. Zoals Valentine had geïnstrueerd, had hij ook een bord bij zich met een dozijn thee-eieren. Aan de handvaten hingen kleine labeltjes met de smaken. Valentine prefereerde earl grey, maar hij wilde haar zijn smaak niet opdringen en hoewel hij een ijzeren geheugen had, kon zelfs hij niet terughalen wat Hazel jaren geleden had gedronken. Met een achteloos gebaar van zijn hand stuurde hij de ober weer weg, opdat hij verder kon gaan met zijn verhaal.
‘De Woods vallen grotendeels buiten die rangen. Hun moeder is niet zo puur van bloed als mijn familie graag zou zien, en dat levert nu eenmaal… spanningen op over dingen als erfrecht. Wat niet helpt, is dat ze nogal rebels zijn ingesteld. Er zijn hele specials van roddelbladen aan hen gewijd. Zoals je kunt begrijpen, is de rest van de familie daar niet echt blij mee. En daar komt nog bij dat het’ – hij liet zijn stem zakken, want hoewel geen geheim bleef het schaamtevol – ‘Legilimensen zijn.’ Hij boog zich achterover en roerde een lepel door zijn trekkende thee. ‘Een heel verhaal, het spijt me. Je zult je nu wel afvragen in wat voor familie je nu weer bent beland!’
Hij glimlachte minzaam en nipte van zijn thee om haar de tijd te geven om zijn woorden te overdenken. Als hij haar rotsvaste vertrouwen in de Woods kon laten wankelen, was ze wellicht te redden ditmaal. Hazel was de enige vriendin geweest die hij had gehad in zijn miserabele tijd op Zweinstein, dus dit was het minste wat hij voor haar kon doen.
‘Je bent – was? – niet zo van het brieven schrijven, ben ik bang. Volgens mij heb je nogal moeite met spelling, als ik zo vrij mag zijn. Een keer stuurde je me een brulbrief, zodat je gewoon kon praten. Toen woonde ik nog bij mijn ouders en die konden dat niet zo waarderen, al vond ik het best grappig. Ons contact is langzaam verwaterd toen jij afstudeerde, ook omdat je soms weken achtereen in het buitenland zat om Fabeldieren te onderzoeken. Tegen de tijd dat je weer thuis was, waren mijn brieven oud nieuws. Maar voel je er absoluut niet schuldig of verdrietig om; zo gaat het nu eemaal soms met vriendschappen, heb ik begrepen. En we hebben elkaar nu weer gevonden, nietwaar?’
‘Heb je even?’ vroeg hij, gespeeld dramatisch toen ze suggereerde dat je het met je ouders ook wel eens niet eens bent. Alleen uit die opmerking bleek al dat ze uit een heel ander milieu kwam dan hij. ‘Onze familie zit nogal ingewikkeld in elkaar, wat dat betreft. Ik weet niet wat Damien je daarover heeft verteld, maar je weet vast dat we uit een Puurbloedfamilie komen, toch? De familienaam is al sinds de middeleeuwen bloedzuiver, als je sommige bronnen mag geloven. Na de Tweede Tovenaarsoorlog heeft bloedzuiverheid veel aan status verloren – en als voorname families hun invloed zien verzwakken, sluiten ze hun rangen.’
De ober kwam terug met een dampende stenen theepot. Zoals Valentine had geïnstrueerd, had hij ook een bord bij zich met een dozijn thee-eieren. Aan de handvaten hingen kleine labeltjes met de smaken. Valentine prefereerde earl grey, maar hij wilde haar zijn smaak niet opdringen en hoewel hij een ijzeren geheugen had, kon zelfs hij niet terughalen wat Hazel jaren geleden had gedronken. Met een achteloos gebaar van zijn hand stuurde hij de ober weer weg, opdat hij verder kon gaan met zijn verhaal.
‘De Woods vallen grotendeels buiten die rangen. Hun moeder is niet zo puur van bloed als mijn familie graag zou zien, en dat levert nu eenmaal… spanningen op over dingen als erfrecht. Wat niet helpt, is dat ze nogal rebels zijn ingesteld. Er zijn hele specials van roddelbladen aan hen gewijd. Zoals je kunt begrijpen, is de rest van de familie daar niet echt blij mee. En daar komt nog bij dat het’ – hij liet zijn stem zakken, want hoewel geen geheim bleef het schaamtevol – ‘Legilimensen zijn.’ Hij boog zich achterover en roerde een lepel door zijn trekkende thee. ‘Een heel verhaal, het spijt me. Je zult je nu wel afvragen in wat voor familie je nu weer bent beland!’
Hij glimlachte minzaam en nipte van zijn thee om haar de tijd te geven om zijn woorden te overdenken. Als hij haar rotsvaste vertrouwen in de Woods kon laten wankelen, was ze wellicht te redden ditmaal. Hazel was de enige vriendin geweest die hij had gehad in zijn miserabele tijd op Zweinstein, dus dit was het minste wat hij voor haar kon doen.
‘Je bent – was? – niet zo van het brieven schrijven, ben ik bang. Volgens mij heb je nogal moeite met spelling, als ik zo vrij mag zijn. Een keer stuurde je me een brulbrief, zodat je gewoon kon praten. Toen woonde ik nog bij mijn ouders en die konden dat niet zo waarderen, al vond ik het best grappig. Ons contact is langzaam verwaterd toen jij afstudeerde, ook omdat je soms weken achtereen in het buitenland zat om Fabeldieren te onderzoeken. Tegen de tijd dat je weer thuis was, waren mijn brieven oud nieuws. Maar voel je er absoluut niet schuldig of verdrietig om; zo gaat het nu eemaal soms met vriendschappen, heb ik begrepen. En we hebben elkaar nu weer gevonden, nietwaar?’