07/11/2021, 12:00
Cameraflitsen verblindden Eleftheria terwijl ze soepel over de catwalk gleed in een prachtige roze jurk van Vodden & Kloffies. Ze dacht maar één ding: kijk niet naar boven. De show duurde langer dan verwacht. De maan stond al hoog aan de hemel – en hij was vol. Wat er ook gebeurde, ze moest niet naar boven kijken. Gelukkig was dit de laatste ronde – beter stond Gideon op haar te wachten, anders zwaaide hem wat! Ze had hem vrijuit gegeven om s’middags te doen wat hij wilde met dat gedoe met Camilla en zo, maar ze had hem toch duidelijk verteld om nu al op locatie te zijn met haar tas en spullen? Dat was wel een dingetje. Ze had helemaal geen Wolfsworteldrank gedronken wat haar harige probleempje alleen maar groter maakte.
Hoe dan ook, ze moest hier zo meteen zo snel mogelijk weg en wat ze ook deed, ze mocht niet naar boven kijken.
Ze perste haar breedste glimlach uit zich toen ze het einde van de catwalk bereikt had en zich omdraaide naar achteren om de weg weer terug te lopen. Niet naar boven kijken, niet naar boven kijken… Waar de fek was Gideon?
Camilla had gedoucht, maar ze voelde zich nog steeds smerig. Gideon had haar wat kleding van Eleftheria gegeven bij gebrek aan eigen kleding van Camilla. Onder de douche had Camilla geprobeerd te herinneren wat ze allemaal had gedaan in de afgelopen jaren, maar ze kon zich enkel flitsen herinneren van menselijk vlees dat tegen haar aankwam en verder niets. Het laatste wezenlijke wat ze zich kon herinneren was een mysterieuze man die haar aanbood haar te helpen.
En de reden waarom ze hulp nodig had… die zorgde ervoor dat de tranen over haar wangen rolden. Haar ouders, dood, door een tragisch, stom ongeluk. Al het goud dat ze hadden naar schuldeisers gegaan. Ze had helemaal niets: geen thuis, geen ouders, geen andere familie die haar kon helpen en het leek erop dat zelfs haar toenmalige vrienden haar in de steek gelaten hadden. Ze was gewoon een jaar van de aardbodem verdwenen en het leek erop dat niemand haar had gezocht.
Ze ging aan het uiteinde van een luxe stoel zitten op het strand waarin Eleftheria’s hotelkamer zichzelf had veranderd. Ze staarde over het water van de denkbeeldige zee en keek toen naar Gideon. ‘Dankjewel dat je voor me terugkwam.’ Ze beet op haar lip. De laatste keer dat ze hem gezien had, voor zover ze zich kon herinneren, was toen ze, begeleid door boze blikken van Gideon zelf, de scheidingspapieren had ondertekend van een in dronkenschap besloten huwelijk, kort nadat ze ook nog eens Paulynn, waarvan ze had gedacht dat dat de liefde van haar leven was, was kwijtgeraakt.
Ze had veel vragen, maar de enige die er op dit moment toe deed was waar Paulynn was. Wat deed ze nu, had ze een relatie of was ze misschien wel getrouwd? Zou Camilla haar kunnen opzoeken of zou dit haar leven, voor zover ze dat had, alleen maar erger maken?
Camilla fronste en verborg haar hoofd in haar handen. ‘Ik heb niets,’ fluisterde ze. ‘Geen huis, niemand die van me houdt en ik heb geen opleiding.’ Ze grimaste. ‘Ik wilde altijd Minister van Toverkunst worden,’ mompelde ze. ‘Nu ben ik… ik weet niet eens hoe oud ik ben… 23? 25? En ik heb niets. Behalve waarschijnlijk vieze ziektes die ik als… als… als hoer heb opgelopen.’
Ze keek Gideon smekend aan. ‘Help me alsjeblieft, Gideon. Ik weet niet wat ik moet doen. ik heb nergens waar ik naar toe kan en ik heb geen baan. Jij werkt bij het Ministerie… Kan je niets voor me doen? Denk je dat Eleftheria me zou helpen? Ik weet niet hoe groot haar ego tegenwoordig is… Waar is ze eigenlijk? Zeker met één of andere vreemde man in een vreemde hotelkamer, haar kennende?’
Seth kon Pepijn niet meer loslaten. Ze waren nu al uren uit het Hoerenhol, maar Seth was nog steeds aan het trillen – van verdriet en woede. Ze lagen in het hemelbed van hun hotel. De koffers stonden ingepakt. Morgen ochtend zouden ze de stad verlaten en nooit meer terugkeren.
‘Het was verschrikkelijk,’ fluisterde Seth. ‘Niet dat ik er lang was,’ zei hij, ‘maar ik was mezelf niet. Ik leek op de bodem van een bodemloze put te zitten en zag alles wat gebeurde alsof het een soort film was. Dat is een Dreuzel-iets: een verhaal op een schermpje. Het was heel raar. Ik kon niets besturen.’
Hij legde zijn hoofd op Pepijns schouder. ‘Magie is zo ingewikkeld. Het kan mooi zijn, maar ook gevaarlijk…’ Hij slikte en kuste Pepijn. ‘Ik wil je nooit meer kwijt, Pepijn. Ik ben je zo dankbaar voor alles dat je voor me doet. Al weet ik dat ik soms niet de makkelijkste ben… Ik weet niet wat ik zonder jou was. Dit was echt sterke magie. Als deze magische halsbanden over iedereen geplaatst zouden worden… dan hebben we een groot probleem. Verzet ertegen is niet mogelijk.’ Hij beet op zijn lip. ‘Jullie hebben die man gegrepen toch? Argus. Ja toch?’
Eleftheria’s hoofd klopte terwijl ze zich door de backstage gangen van het mode-paleis gaf. Ze had haar handen voor haar hoofd, zodat ze niet herkend zou worden – en ze wist veilig haar kamertje te vinden. Met haar toverstok toverde ze de deur driedubbel op slot. Ze was nog steeds gehuld in haar prachtige roze jurk. Haar hoofd klopte als een malle, maar ze had de volle maan weten te vermijden. Toch was ze kwaad – waar was Gideon? Hij MOEST hier zijn, met haar toverdrank en paraplu.
Rustig blijven, Elef, dacht ze terwijl ze op de grond zakte. Hij kan hier ieder moment zijn.
En toen deed ze iets wat ze nooit had moeten doen. Ze keek op, gewoon rechtdoor, zoals ieder normaal mens wel eens doet. Helaas was ze vergeten dat de andere kant van de kamer gevuld was met spiegels – zoals ze zelf verdomme aangevraagd had. Haar eigen reflectie keek haar aan, als een angstig konijntje – met boven haar hoofd een open raam waardoor de volle maan te zien was.
Meteen schoot er een hevige schok door haar lichaam. Ze voelde zich alsof ze in een diepe kloof viel, zoals je je wel eens voelt als je in slaap aan het vallen bent. Ze voelde hevige pijn door haar gehele lichaam. Ze schreeuwde het uit. ‘Nee, nee, nee!’
Ze keek naar haar handen. Haar prachtig paars gelakte nagels werden langer en langer en haar vingers werden hariger en hariger. Ze voelde zichzelf groter en groter worden – ze scheurde zo door haar jurk heen. In de spiegel zag ze haar gezicht vervormen – langer en langer en haar ogen verkleurden naar felgeel. Haar blonde haren kleurden grijziger en schoten terug in haar schedel. Overal op haar gezicht en de rest van haar lichaam kwamen witgrijze haren te zitten.
Het laatste wat ze zich kon herinneren was dat ze haar kop richting de volle maan hief en begon te huilen: ‘AWOOOOEEEEEE!!!’
Hoe dan ook, ze moest hier zo meteen zo snel mogelijk weg en wat ze ook deed, ze mocht niet naar boven kijken.
Ze perste haar breedste glimlach uit zich toen ze het einde van de catwalk bereikt had en zich omdraaide naar achteren om de weg weer terug te lopen. Niet naar boven kijken, niet naar boven kijken… Waar de fek was Gideon?
Camilla had gedoucht, maar ze voelde zich nog steeds smerig. Gideon had haar wat kleding van Eleftheria gegeven bij gebrek aan eigen kleding van Camilla. Onder de douche had Camilla geprobeerd te herinneren wat ze allemaal had gedaan in de afgelopen jaren, maar ze kon zich enkel flitsen herinneren van menselijk vlees dat tegen haar aankwam en verder niets. Het laatste wezenlijke wat ze zich kon herinneren was een mysterieuze man die haar aanbood haar te helpen.
En de reden waarom ze hulp nodig had… die zorgde ervoor dat de tranen over haar wangen rolden. Haar ouders, dood, door een tragisch, stom ongeluk. Al het goud dat ze hadden naar schuldeisers gegaan. Ze had helemaal niets: geen thuis, geen ouders, geen andere familie die haar kon helpen en het leek erop dat zelfs haar toenmalige vrienden haar in de steek gelaten hadden. Ze was gewoon een jaar van de aardbodem verdwenen en het leek erop dat niemand haar had gezocht.
Ze ging aan het uiteinde van een luxe stoel zitten op het strand waarin Eleftheria’s hotelkamer zichzelf had veranderd. Ze staarde over het water van de denkbeeldige zee en keek toen naar Gideon. ‘Dankjewel dat je voor me terugkwam.’ Ze beet op haar lip. De laatste keer dat ze hem gezien had, voor zover ze zich kon herinneren, was toen ze, begeleid door boze blikken van Gideon zelf, de scheidingspapieren had ondertekend van een in dronkenschap besloten huwelijk, kort nadat ze ook nog eens Paulynn, waarvan ze had gedacht dat dat de liefde van haar leven was, was kwijtgeraakt.
Ze had veel vragen, maar de enige die er op dit moment toe deed was waar Paulynn was. Wat deed ze nu, had ze een relatie of was ze misschien wel getrouwd? Zou Camilla haar kunnen opzoeken of zou dit haar leven, voor zover ze dat had, alleen maar erger maken?
Camilla fronste en verborg haar hoofd in haar handen. ‘Ik heb niets,’ fluisterde ze. ‘Geen huis, niemand die van me houdt en ik heb geen opleiding.’ Ze grimaste. ‘Ik wilde altijd Minister van Toverkunst worden,’ mompelde ze. ‘Nu ben ik… ik weet niet eens hoe oud ik ben… 23? 25? En ik heb niets. Behalve waarschijnlijk vieze ziektes die ik als… als… als hoer heb opgelopen.’
Ze keek Gideon smekend aan. ‘Help me alsjeblieft, Gideon. Ik weet niet wat ik moet doen. ik heb nergens waar ik naar toe kan en ik heb geen baan. Jij werkt bij het Ministerie… Kan je niets voor me doen? Denk je dat Eleftheria me zou helpen? Ik weet niet hoe groot haar ego tegenwoordig is… Waar is ze eigenlijk? Zeker met één of andere vreemde man in een vreemde hotelkamer, haar kennende?’
Seth kon Pepijn niet meer loslaten. Ze waren nu al uren uit het Hoerenhol, maar Seth was nog steeds aan het trillen – van verdriet en woede. Ze lagen in het hemelbed van hun hotel. De koffers stonden ingepakt. Morgen ochtend zouden ze de stad verlaten en nooit meer terugkeren.
‘Het was verschrikkelijk,’ fluisterde Seth. ‘Niet dat ik er lang was,’ zei hij, ‘maar ik was mezelf niet. Ik leek op de bodem van een bodemloze put te zitten en zag alles wat gebeurde alsof het een soort film was. Dat is een Dreuzel-iets: een verhaal op een schermpje. Het was heel raar. Ik kon niets besturen.’
Hij legde zijn hoofd op Pepijns schouder. ‘Magie is zo ingewikkeld. Het kan mooi zijn, maar ook gevaarlijk…’ Hij slikte en kuste Pepijn. ‘Ik wil je nooit meer kwijt, Pepijn. Ik ben je zo dankbaar voor alles dat je voor me doet. Al weet ik dat ik soms niet de makkelijkste ben… Ik weet niet wat ik zonder jou was. Dit was echt sterke magie. Als deze magische halsbanden over iedereen geplaatst zouden worden… dan hebben we een groot probleem. Verzet ertegen is niet mogelijk.’ Hij beet op zijn lip. ‘Jullie hebben die man gegrepen toch? Argus. Ja toch?’
Eleftheria’s hoofd klopte terwijl ze zich door de backstage gangen van het mode-paleis gaf. Ze had haar handen voor haar hoofd, zodat ze niet herkend zou worden – en ze wist veilig haar kamertje te vinden. Met haar toverstok toverde ze de deur driedubbel op slot. Ze was nog steeds gehuld in haar prachtige roze jurk. Haar hoofd klopte als een malle, maar ze had de volle maan weten te vermijden. Toch was ze kwaad – waar was Gideon? Hij MOEST hier zijn, met haar toverdrank en paraplu.
Rustig blijven, Elef, dacht ze terwijl ze op de grond zakte. Hij kan hier ieder moment zijn.
En toen deed ze iets wat ze nooit had moeten doen. Ze keek op, gewoon rechtdoor, zoals ieder normaal mens wel eens doet. Helaas was ze vergeten dat de andere kant van de kamer gevuld was met spiegels – zoals ze zelf verdomme aangevraagd had. Haar eigen reflectie keek haar aan, als een angstig konijntje – met boven haar hoofd een open raam waardoor de volle maan te zien was.
Meteen schoot er een hevige schok door haar lichaam. Ze voelde zich alsof ze in een diepe kloof viel, zoals je je wel eens voelt als je in slaap aan het vallen bent. Ze voelde hevige pijn door haar gehele lichaam. Ze schreeuwde het uit. ‘Nee, nee, nee!’
Ze keek naar haar handen. Haar prachtig paars gelakte nagels werden langer en langer en haar vingers werden hariger en hariger. Ze voelde zichzelf groter en groter worden – ze scheurde zo door haar jurk heen. In de spiegel zag ze haar gezicht vervormen – langer en langer en haar ogen verkleurden naar felgeel. Haar blonde haren kleurden grijziger en schoten terug in haar schedel. Overal op haar gezicht en de rest van haar lichaam kwamen witgrijze haren te zitten.
Het laatste wat ze zich kon herinneren was dat ze haar kop richting de volle maan hief en begon te huilen: ‘AWOOOOEEEEEE!!!’