04/11/2021, 22:47
Gideon kon het haast niet langer aanzien. Hij begreep nu volledig dat Camilla in de verste verte zichzelf niet geweest was, en ook al had hij nog steeds nare gevoelens over wat er gisteren was gebeurd, toch kon hij haar daardoor vergeven.
“We moeten haar losmaken,” zei hij nog tegen Avery, maar het duurde lang voordat de Melportse Schouwer gehoor gaf aan dat verzoek. Eerst moest die halsketting af, want daar zat een bezwering op.
Daarna was het niet meer Paulina, maar Camilla die recht in zijn ogen keek. Gideon kreeg er de kriebels van, in een negatieve zin. Ze herkende hem weer, dat was duidelijk. En ze moest los.
“Help eens even,” zei hij tegen Pepijn, maar die vloog alweer naar boven, naar de kamer van zijn Seth.
Oké, het was ook weer niet zo moeilijk om Camilla te bevrijden.
“Gaat het een beetje?” vroeg hij. “Hoe kom je nou hier zo verzeild?” Hij omhelsde haar kort.
“Eleftheria is ook in de stad. Ze vindt het vast niet erg als je gebruik maakt van haar hotelkamer.” De mislukte wereldreis rekende hij haar niet meer aan. Het was te lang geleden en hij had inmiddels het geluk gevonden. Er was geen haar op zijn hoofd die eraan dacht om daar nog eens over te beginnen.
Pepijn had een deur volledig weggetoverd om weer bij Seth te komen. Tja, de standaard openingsspreuken werkten eenmaal niet op de beveiligingsspreuken van een Schouwer, maar ze creatief omzeilen bleek wat beter te werken.
“Seth?” De schoonheid keek hem verward aan. “Ik ga eventjes dit losmaken, oké? Ik vind hem namelijk niet zo leuk staan bij je.”
Pepijn wist dat Seth van nature kritisch was op zijn uiterlijk, dus dingen die niet mooi genoeg waren, moesten vooral het veld ruimen. Hij werkte dan ook lekker mee.
“Veel beter zo,” zei Pepijn nog en zag tot zijn grote blijdschap het leven en de kleur weer in Seths ogen en gezicht terugkeren, totdat het beeld vertroebelde door de tranen in Pepijns ogen.
“Ik dacht dat ik je kwijt was,” snikte hij. “Oh, lieve schat, wat hebben ze je aangedaan?” Hij hield Seth in zijn armen en snikte. Hij wilde naar huis en nooit meer terugkeren naar Melport.
Uiteindelijk bleef Gideon nog lang om Avery te helpen om alle dames en heren te bevrijden van hun ketting. Er werd veel woede geuit onder degenen die van hun ketting verlost waren en Gideon probeerde hen uit te leggen dat ze aangifte konden doen en dat ze die Argus wel zouden vinden - en dat hem een reisje naar Azkaban te wachten stond.
Dit duurde zo’n beetje totdat er versterking aankwam voor Avery. Toen nam Gideon Camilla mee naar de hotelkamer, dan kon ze douchen of eventueel een duik nemen in de zee.
“Eleftheria? Ben je er nog?” riep hij toen hij de kamer in kwam. “Ik heb Camilla bij me.”
“We moeten haar losmaken,” zei hij nog tegen Avery, maar het duurde lang voordat de Melportse Schouwer gehoor gaf aan dat verzoek. Eerst moest die halsketting af, want daar zat een bezwering op.
Daarna was het niet meer Paulina, maar Camilla die recht in zijn ogen keek. Gideon kreeg er de kriebels van, in een negatieve zin. Ze herkende hem weer, dat was duidelijk. En ze moest los.
“Help eens even,” zei hij tegen Pepijn, maar die vloog alweer naar boven, naar de kamer van zijn Seth.
Oké, het was ook weer niet zo moeilijk om Camilla te bevrijden.
“Gaat het een beetje?” vroeg hij. “Hoe kom je nou hier zo verzeild?” Hij omhelsde haar kort.
“Eleftheria is ook in de stad. Ze vindt het vast niet erg als je gebruik maakt van haar hotelkamer.” De mislukte wereldreis rekende hij haar niet meer aan. Het was te lang geleden en hij had inmiddels het geluk gevonden. Er was geen haar op zijn hoofd die eraan dacht om daar nog eens over te beginnen.
Pepijn had een deur volledig weggetoverd om weer bij Seth te komen. Tja, de standaard openingsspreuken werkten eenmaal niet op de beveiligingsspreuken van een Schouwer, maar ze creatief omzeilen bleek wat beter te werken.
“Seth?” De schoonheid keek hem verward aan. “Ik ga eventjes dit losmaken, oké? Ik vind hem namelijk niet zo leuk staan bij je.”
Pepijn wist dat Seth van nature kritisch was op zijn uiterlijk, dus dingen die niet mooi genoeg waren, moesten vooral het veld ruimen. Hij werkte dan ook lekker mee.
“Veel beter zo,” zei Pepijn nog en zag tot zijn grote blijdschap het leven en de kleur weer in Seths ogen en gezicht terugkeren, totdat het beeld vertroebelde door de tranen in Pepijns ogen.
“Ik dacht dat ik je kwijt was,” snikte hij. “Oh, lieve schat, wat hebben ze je aangedaan?” Hij hield Seth in zijn armen en snikte. Hij wilde naar huis en nooit meer terugkeren naar Melport.
Uiteindelijk bleef Gideon nog lang om Avery te helpen om alle dames en heren te bevrijden van hun ketting. Er werd veel woede geuit onder degenen die van hun ketting verlost waren en Gideon probeerde hen uit te leggen dat ze aangifte konden doen en dat ze die Argus wel zouden vinden - en dat hem een reisje naar Azkaban te wachten stond.
Dit duurde zo’n beetje totdat er versterking aankwam voor Avery. Toen nam Gideon Camilla mee naar de hotelkamer, dan kon ze douchen of eventueel een duik nemen in de zee.
“Eleftheria? Ben je er nog?” riep hij toen hij de kamer in kwam. “Ik heb Camilla bij me.”