22/10/2021, 10:38
Karl Bach stond van afschuw aan de grond genageld. De zoon van zijn gastheer – vermoord op klaarlichte dag. Hij was hier pas net een paar uur, na een dagenlange reis op zijn bezem vanuit het Zwarte Woud, om toverdranken te verkopen. Nou ja, niet zomaar toverdranken. Ganz spezielle toverdranken. Toverdranken die eigenlijk in veel landen als illegaal werden bestempeld, maar ze waren superveel geld waard en daarom was deze markt zo aantrekkelijk. Maar helaas had hij niet zomaar een toverdrankje dat de zoon van zijn gastheer weer tot leven zou wekken.
Maar ja, er hing wel een risico aan vast: de betrokkenheid van autoriteit. Scheiße. Hij was dan wel niet verantwoordelijk voor de dood van de Malfidussenzoon, wel had hij allemaal drankjes bij zich die hem naar dem Gefäng zou gaan brengen! Hij besloot dat het wijs zou zijn als hij uit de buurt van Potter en andere Ministeriegespuis zou blijven. Maar misschien kon hij wel gebruikmaken van de mentale staat van de Malfidussen om hen wat drankjes aan te smeren.
‘Fraulein Malfidus,’ zei hij tegen Narcissa Malfidus, de moeder van het slachtoffer. ‘Het speit mei so ontzettend viel von uw Sohn. Ik kann mei nicht vorstellen hoeviel pein dat zou doen. Ikzelf heb ook ein Sohn. Ik zou verscheurd zein als ik hem zou verliezen.’
Hij rommelde wat in zijn tas die hij altijd bij zich had en haalde er een flacon uit. ‘Diet ies een kalmeringsmiddel voor u. Verzacht de pein in uw Herz.’ Hij knikte eerbiedig naar meneer Malfidus. ‘Gecondoleerd Herr Malfidus. Ich bin in de thuin, als u mein hulp nodig heeft ben ik daar. Ich vermeid lieber diesen Potter-Figur, wenn Sie mich verstehen, hm.‘
Hij knikte de Malfidussen eerbiedig toe en haastte zich toen de ruimte uit. Hij zag Potter naderen. Hij boog eerbiedig, en sloeg toen haastig linksaf, hoewel hij niet van plan was geweest om daar naartoe te gaan – en botste tegen de Bulgaarse heks aan.
Haastig legde hij zijn hand op zijn tas voordat alle toverdranken die hij bij zich had vernietigd zouden worden. Hij dacht na. Als hij een gesprekje zou voeren met Frau Kalfin zou Potter hem minder snel aanspreken. ‘Ah, Frau Kalfin, heeft u het gehoord? Der junge Malfidus is overleden. Vermoord, zeggen ze. Schrecklich, nicht? Had ik mich eigentlicht all vorgestellt? Ik ben Herr Karl Bach.’
Maar ja, er hing wel een risico aan vast: de betrokkenheid van autoriteit. Scheiße. Hij was dan wel niet verantwoordelijk voor de dood van de Malfidussenzoon, wel had hij allemaal drankjes bij zich die hem naar dem Gefäng zou gaan brengen! Hij besloot dat het wijs zou zijn als hij uit de buurt van Potter en andere Ministeriegespuis zou blijven. Maar misschien kon hij wel gebruikmaken van de mentale staat van de Malfidussen om hen wat drankjes aan te smeren.
‘Fraulein Malfidus,’ zei hij tegen Narcissa Malfidus, de moeder van het slachtoffer. ‘Het speit mei so ontzettend viel von uw Sohn. Ik kann mei nicht vorstellen hoeviel pein dat zou doen. Ikzelf heb ook ein Sohn. Ik zou verscheurd zein als ik hem zou verliezen.’
Hij rommelde wat in zijn tas die hij altijd bij zich had en haalde er een flacon uit. ‘Diet ies een kalmeringsmiddel voor u. Verzacht de pein in uw Herz.’ Hij knikte eerbiedig naar meneer Malfidus. ‘Gecondoleerd Herr Malfidus. Ich bin in de thuin, als u mein hulp nodig heeft ben ik daar. Ich vermeid lieber diesen Potter-Figur, wenn Sie mich verstehen, hm.‘
Hij knikte de Malfidussen eerbiedig toe en haastte zich toen de ruimte uit. Hij zag Potter naderen. Hij boog eerbiedig, en sloeg toen haastig linksaf, hoewel hij niet van plan was geweest om daar naartoe te gaan – en botste tegen de Bulgaarse heks aan.
Haastig legde hij zijn hand op zijn tas voordat alle toverdranken die hij bij zich had vernietigd zouden worden. Hij dacht na. Als hij een gesprekje zou voeren met Frau Kalfin zou Potter hem minder snel aanspreken. ‘Ah, Frau Kalfin, heeft u het gehoord? Der junge Malfidus is overleden. Vermoord, zeggen ze. Schrecklich, nicht? Had ik mich eigentlicht all vorgestellt? Ik ben Herr Karl Bach.’