02/10/2021, 09:55
Cassandra had het niet makkelijk. Haar knokkels werden wit van de spanning waarmee ze de beugels vasthield, alsof het levensgevaarlijk was en er regelmatig ongelukken gebeurden, ook al wist ze natuurlijk dat dit niet het geval was. Ze voelde haar hoofd heen en weer schudden en ze werd alle mogelijke richtingen opgeschoten.
Toen het baronnetje haar vroeg ‘of het wel ging’, wist ze nog net ‘het gaat perfect’ te mompelen, maar besloot daarna meteen om maar niets meer te zeggen voordat er nog meer dan woorden uit haar mond zou gaan komen.
Ze was dan ook ontzettend blij toen ze eindelijk beneden waren. Ze wist niet hoe snel ze het karretje uit moest. Met trillende benen wist ze de stenen ondergrond te vinden. Het was maar goed dat ze veel had geoefend met op hakken lopen, anders was ze lelijk ten val gekomen. Met haar toverstok voerde ze een simpele kalmeringsspreuk toe, waardoor ze binnen enkele seconden alweer opknapte.
Ze kwam overeind en keek Roderick glimlachend aan. ‘Nou, dat was toch best prima. Je was vast bang. Ik vond het wel leuk,’ zei ze uitdagend. ‘Ik kan niet wachten tot we weer teruggaan. Zo leuk.’
Ha! Daar had ze hem! Hij had vast gedacht dat ze helemaal van haar stuk zou zijn. No way José. Cassandra Deemster was nooit van haar stuk te slaan.
Ze herkende dit stukje Goudgrijp: haar kluis bevond zich ergens verderop. Ze vermoedde dat Rodericks kluis hier ook in de buurt zou zijn. ‘Welke kluis heb jij en zeg me dat het niet te ver lopen is. Ik heb wel meer te doen dan Dreuzelkluizen bezoeken.’
Toen het baronnetje haar vroeg ‘of het wel ging’, wist ze nog net ‘het gaat perfect’ te mompelen, maar besloot daarna meteen om maar niets meer te zeggen voordat er nog meer dan woorden uit haar mond zou gaan komen.
Ze was dan ook ontzettend blij toen ze eindelijk beneden waren. Ze wist niet hoe snel ze het karretje uit moest. Met trillende benen wist ze de stenen ondergrond te vinden. Het was maar goed dat ze veel had geoefend met op hakken lopen, anders was ze lelijk ten val gekomen. Met haar toverstok voerde ze een simpele kalmeringsspreuk toe, waardoor ze binnen enkele seconden alweer opknapte.
Ze kwam overeind en keek Roderick glimlachend aan. ‘Nou, dat was toch best prima. Je was vast bang. Ik vond het wel leuk,’ zei ze uitdagend. ‘Ik kan niet wachten tot we weer teruggaan. Zo leuk.’
Ha! Daar had ze hem! Hij had vast gedacht dat ze helemaal van haar stuk zou zijn. No way José. Cassandra Deemster was nooit van haar stuk te slaan.
Ze herkende dit stukje Goudgrijp: haar kluis bevond zich ergens verderop. Ze vermoedde dat Rodericks kluis hier ook in de buurt zou zijn. ‘Welke kluis heb jij en zeg me dat het niet te ver lopen is. Ik heb wel meer te doen dan Dreuzelkluizen bezoeken.’