14/09/2021, 20:59
Wat had Roderick dan ook verwacht... Dat mevrouwtje 'dikke nek' zich anders zou gedragen nu ze in een bank stonden vol met Tovergeld, waar ze kennelijk genoeg van had. Integendeel. Ze liet hem heel 'vriendelijk' weten dat ze stapels in haar kluis had liggen. En zoals het een echte diva betaamde, begon ze vervolgens nog die arme kobold uit te schelden. Hoewel Roderick in de Dreuzelwereld zelf van hoge afkomst was, hadden zijn ouders hem altijd geleerd om met beide voeten op de grond te staan en vooral om het personeel met respect te behandelen.
Roderick manoeuvreerde zich het karretje in en Cassandra wurmde zich met tegenzin tegen hem aan, waarna haar volgende rij vernederingen begon. Roderick had het zo met haar gehad. Alsof het niet genoeg was dat ze zich op school al hooghartig naar hem toe gedroeg, bijgestaan door haar legertje Zwadderaars en pesters. Zelfs nu ze alleen was, leek ze haar mond vol met verwijten niet te houden. Misschien moest Roderick wel een zeepspreuk gebruiken om al haar vieze woorden weg te wassen.
"Je hoeft me echt geen 'sir' te noemen hoor." speelde hij het spelletje mee. Ditmaal zaten er geen tien andere klasgenoten naast haar in het karretje. Ze stelde niets voor. "Dat klinkt zo plechtig. Zijn we niet al jaren jaargenoten? Het zou stom zijn als je me nog steeds zo moest noemen."
Hij gaf haar een vriendelijke grijns, alsof hij niet door had dat ze het al spottend bedoelde. Cassandra hapte op kwetsbaarheid, zo ver was Rod ondertussen al gekomen. Ze zocht de zwakke plekken in het harnas op om daar haar zwaard in te steken en er nog een extra draai aan te geven. En hij was echt niet van plan om dat vandaag te laten gebeuren.
Met een schok vertrok hun karretje de donkere tunnels van Goudgrijp in. Het leek steeds een beetje op een ritje in de achtbaan, alleen gingen ze dan niet overkop. Maar Roderick vond het wel leuk. De adrenaline die door zijn lijf schoot, terwijl hij van de wonderen van de natuur kon genieten. De stalagmieten en stalactieten in de grotten van Goudgrijp waren onmenselijk groot en het karretje spinde er mooi omheen, waardoor je ze in detail kon bekijken. Ook al moest je snel zijn. Bijna stak Rod zijn armen in de lucht en had 'woehoeee' geroepen, maar besefte net op tijd dat de ijskoningin naast hem zat. En zo'n verhaal zou sneller dan snel de ronde doen op Zweinstein. Hij hoorde het al. 'Meneertje de baron zat als een peuter naast me te gillen in het Goudgrijpkarretje. Tot zover je adellijke status. haha.'
Cassandra daarentegen zat nogal stijfjes naast hem. Ze sloeg een beetje groen uit. Dat zou pas een verhaal zijn. Dat die knappe, altijd perfecte Cassandra, moest kotsen op weg om haar zakken geld op te halen.
"Alles oké?" vroeg hij dan maar, maar hij kon zijn glimlachje moeilijk wegsteken.
Roderick manoeuvreerde zich het karretje in en Cassandra wurmde zich met tegenzin tegen hem aan, waarna haar volgende rij vernederingen begon. Roderick had het zo met haar gehad. Alsof het niet genoeg was dat ze zich op school al hooghartig naar hem toe gedroeg, bijgestaan door haar legertje Zwadderaars en pesters. Zelfs nu ze alleen was, leek ze haar mond vol met verwijten niet te houden. Misschien moest Roderick wel een zeepspreuk gebruiken om al haar vieze woorden weg te wassen.
"Je hoeft me echt geen 'sir' te noemen hoor." speelde hij het spelletje mee. Ditmaal zaten er geen tien andere klasgenoten naast haar in het karretje. Ze stelde niets voor. "Dat klinkt zo plechtig. Zijn we niet al jaren jaargenoten? Het zou stom zijn als je me nog steeds zo moest noemen."
Hij gaf haar een vriendelijke grijns, alsof hij niet door had dat ze het al spottend bedoelde. Cassandra hapte op kwetsbaarheid, zo ver was Rod ondertussen al gekomen. Ze zocht de zwakke plekken in het harnas op om daar haar zwaard in te steken en er nog een extra draai aan te geven. En hij was echt niet van plan om dat vandaag te laten gebeuren.
Met een schok vertrok hun karretje de donkere tunnels van Goudgrijp in. Het leek steeds een beetje op een ritje in de achtbaan, alleen gingen ze dan niet overkop. Maar Roderick vond het wel leuk. De adrenaline die door zijn lijf schoot, terwijl hij van de wonderen van de natuur kon genieten. De stalagmieten en stalactieten in de grotten van Goudgrijp waren onmenselijk groot en het karretje spinde er mooi omheen, waardoor je ze in detail kon bekijken. Ook al moest je snel zijn. Bijna stak Rod zijn armen in de lucht en had 'woehoeee' geroepen, maar besefte net op tijd dat de ijskoningin naast hem zat. En zo'n verhaal zou sneller dan snel de ronde doen op Zweinstein. Hij hoorde het al. 'Meneertje de baron zat als een peuter naast me te gillen in het Goudgrijpkarretje. Tot zover je adellijke status. haha.'
Cassandra daarentegen zat nogal stijfjes naast hem. Ze sloeg een beetje groen uit. Dat zou pas een verhaal zijn. Dat die knappe, altijd perfecte Cassandra, moest kotsen op weg om haar zakken geld op te halen.
"Alles oké?" vroeg hij dan maar, maar hij kon zijn glimlachje moeilijk wegsteken.