Er waren niet veel situaties meer die Gideon konden laten fronsen, maar meneer Avery had het direct al voor elkaar. Hoezo haalde die man zijn schouders op? En waarom zei hij zo vreselijk onverschillig dat hij weleens wat hoorde? Potverdikkie, wat was die man zijn beroep? Schouwer, toch? Geen wonder dat Melport zo vreselijk crimineel was, zulke Schouwers hielpen de criminelen alleen maar een handje, maar de handjes in de boeien slaan was er niet bij. Liever ging Avery kwijlend achter Eleftheria aan, want die was blijkbaar veel interessanter.
Een ander ding waardoor Gideon bijna omviel van verbazing was toen Eleftheria hem geld gaf om te eten. Hij was zo verbluft dat hij het geld nog aannam ook! Ach ja; vergeleken bij Eleftheria was hij een arme sloeber, maar hé, hij was een dinky, hij en LoLa hadden een gevulde kluis en zéker genoeg geld om een sandwich te scoren. Nou, vooruit dan maar… hij bracht Eleftheria wel zo ver terug het hotel in dat hij er zeker van was dat zij in veiligheid verkeerde. Hier in Melport wist je het maar nooit, dat was nu wel gebleken.
Tegen Pepijn had hij gezegd dat hij het bordeel had aangezien voor een kroeg, en dat was ook zo. Toen ze eenmaal voor het pand stonden, zag het er nog steeds uit als een heel gewoon café. Eentje waar ze ook koffie schonken en er desgewenst muffins bij geserveerd werden. Een cafeetje, geen bordeel. Absoluut geen bordeel.
"Zie je?" zei Gideon zowel tegen Pepijn als meneer Avery. "Ik dacht gewoon een drankje te gaan doen hier, maar voordat ik het in de gaten had, lag ik boven in een kamertje onder mijn ex." Hij rammelde aan de deur, maar die zat nog op slot. Het bordje met openingstijden gaf aan dat het café toch binnenkort wel openen zou.
"Nou, dat verschilt niet veel met Mispoes," zei Pepijn, kijkend naar de pui. "Maar ook daar stap je als het ware een andere wereld binnen, dus het zou me niet verbazen als dat hier ook zo is." De zaak zat echter op slot, maar daar had hij een toverstok voor. Meneer Avery, hoe knap die man ook was, was een beetje werkschuw en Gideon-de-heterogay was zo braaf dat hij rustig zou blijven wachten totdat het tijd was dat de deuren vanzelf open zouden gaan.
Goed, een simpele 'Alohomora' hielp natuurlijk niet, maar een spreuk die het hele slot van de deur af smolt, was meer effectief. Direct duwde Pepijn tegen de deur, die eerst nog niet mee gaf, maar later met een flubbergeluid opende - en helemaal uit zijn sponning viel. Niet dat het Pepijn iets kon schelen. Hij was de Schouwers twee stappen voor, stormde naar binnen en opende alle deuren die hij maar zag.
"Seth? SETH, ben je hier?"
Een ander ding waardoor Gideon bijna omviel van verbazing was toen Eleftheria hem geld gaf om te eten. Hij was zo verbluft dat hij het geld nog aannam ook! Ach ja; vergeleken bij Eleftheria was hij een arme sloeber, maar hé, hij was een dinky, hij en LoLa hadden een gevulde kluis en zéker genoeg geld om een sandwich te scoren. Nou, vooruit dan maar… hij bracht Eleftheria wel zo ver terug het hotel in dat hij er zeker van was dat zij in veiligheid verkeerde. Hier in Melport wist je het maar nooit, dat was nu wel gebleken.
Tegen Pepijn had hij gezegd dat hij het bordeel had aangezien voor een kroeg, en dat was ook zo. Toen ze eenmaal voor het pand stonden, zag het er nog steeds uit als een heel gewoon café. Eentje waar ze ook koffie schonken en er desgewenst muffins bij geserveerd werden. Een cafeetje, geen bordeel. Absoluut geen bordeel.
"Zie je?" zei Gideon zowel tegen Pepijn als meneer Avery. "Ik dacht gewoon een drankje te gaan doen hier, maar voordat ik het in de gaten had, lag ik boven in een kamertje onder mijn ex." Hij rammelde aan de deur, maar die zat nog op slot. Het bordje met openingstijden gaf aan dat het café toch binnenkort wel openen zou.
"Nou, dat verschilt niet veel met Mispoes," zei Pepijn, kijkend naar de pui. "Maar ook daar stap je als het ware een andere wereld binnen, dus het zou me niet verbazen als dat hier ook zo is." De zaak zat echter op slot, maar daar had hij een toverstok voor. Meneer Avery, hoe knap die man ook was, was een beetje werkschuw en Gideon-de-heterogay was zo braaf dat hij rustig zou blijven wachten totdat het tijd was dat de deuren vanzelf open zouden gaan.
Goed, een simpele 'Alohomora' hielp natuurlijk niet, maar een spreuk die het hele slot van de deur af smolt, was meer effectief. Direct duwde Pepijn tegen de deur, die eerst nog niet mee gaf, maar later met een flubbergeluid opende - en helemaal uit zijn sponning viel. Niet dat het Pepijn iets kon schelen. Hij was de Schouwers twee stappen voor, stormde naar binnen en opende alle deuren die hij maar zag.
"Seth? SETH, ben je hier?"