Op de meest simpele vragen reageerde Hazel met zo veel woorden dat een politicus er trots op zou zijn, waarbij ze er op de een of andere manier in slaagde om niet eens antwoord te geven op de vraag die hij had gesteld. Hoe moeilijk was het om te zeggen waar je woonde? Voor haar blijkbaar zeer. Of ontweek ze het antwoord omdat ze het oprecht niet meer wist? Hij vroeg zich af hoever haar geheugen werkelijk reikte. Bovendien kon het niet gezond zijn om bij mensen te wonen die constant in je gedachten konden neuzen. Dan was er geen reden meer om echte gesprekken te voeren; de Woods hadden andere manieren om achter de informatie te komen die ze wilden hebben.
‘Mijn familie heeft een vakantiehuis in Brighton, als je dat bedoelt,’ zei Valentine weifelend, terwijl hij een poging deed om de kluwen van haar woorden te ontwarren. ‘Maar ik kom zelf uit Reading. Sinds mijn verloving woon ik hier; dat is nu bijna drieënhalf jaar geleden.’
Een blondine leidde hen naar een tafeltje achter in de zaak, waar het op de goedkoop ogende sfeerverlichting na vrij donker was. Valentine schoof Hazels stoel voor haar naar achteren, voor hij zelf plaatsnam. Het tafeltje stond niet helemaal waterpas, want één poot wipte een beetje. Valentine besloot zich er niet aan te ergeren en negeerde ook de papieren placemats die als vervanging van een tafellaken moesten dienen.
‘Een pot thee voor ons beide en een mand broodjes, graag,’ zei Valentine tegen de serveerster. ‘Heb jij voorkeur voor een smaak?’ voegde hij eraan toe met een blik naar Hazel. Van Aurora en de meeste van hun kennissen kende hij de standaardbestellingen uiteraard uit het hoofd, maar Hazel wilde vast zelf kiezen wat ze nam. Zij leek hem zo iemand die niet geloofde in de efficiëntie of zakelijkheid van een maaltijd, maar in de gezelligheid ervan. En Valentine moest toegeven dat het lang geleden was dat hij iets had gedaan, gewoon omdat hij er zin in had.
Toen de serveerster weer weg was, glimlachte hij naar zijn tafelgenote. ‘Om terug te komen op je vraag: nee, je bent me geen housewarming verschuldigd. Al komt dat misschien binnenkort nog; mijn vrouw en ik zitten momenteel in een hotel, omdat ons huis verbouwd wordt. Maar dan ben ik alsnog degene die de housewarming zou verzorgen. Bij dezen ben je alvast uitgenodigd.’ Onopvallend tikte hij met zijn toverstaf op het tafelblad, zodat de koffiekringen en vette vingers van het oppervlak verdwenen. De waterglazen glansden alsof ze nog nooit eerder gebruikt waren. Valentine streek een denkbeeldige vouw uit zijn papieren placemat. ‘Ik weet niet waarom je zolang van mijn radar bent verdwenen. Werkelijk zonde, aangezien we blijkbaar al een tijdje in dezelfde stad wonen. Als ik dat had geweten, had ik je al veel eerder opgezocht. Het is gewoon…’ Hij haalde vaag zijn schouders op. ‘Mijn neven en ik staan soms wat op gespannen voet met elkaar. Laten we het daar maar op houden. Maar laat dat alsjeblieft niet in de weg staan voor jouw relatie met hen.’
‘Mijn familie heeft een vakantiehuis in Brighton, als je dat bedoelt,’ zei Valentine weifelend, terwijl hij een poging deed om de kluwen van haar woorden te ontwarren. ‘Maar ik kom zelf uit Reading. Sinds mijn verloving woon ik hier; dat is nu bijna drieënhalf jaar geleden.’
Een blondine leidde hen naar een tafeltje achter in de zaak, waar het op de goedkoop ogende sfeerverlichting na vrij donker was. Valentine schoof Hazels stoel voor haar naar achteren, voor hij zelf plaatsnam. Het tafeltje stond niet helemaal waterpas, want één poot wipte een beetje. Valentine besloot zich er niet aan te ergeren en negeerde ook de papieren placemats die als vervanging van een tafellaken moesten dienen.
‘Een pot thee voor ons beide en een mand broodjes, graag,’ zei Valentine tegen de serveerster. ‘Heb jij voorkeur voor een smaak?’ voegde hij eraan toe met een blik naar Hazel. Van Aurora en de meeste van hun kennissen kende hij de standaardbestellingen uiteraard uit het hoofd, maar Hazel wilde vast zelf kiezen wat ze nam. Zij leek hem zo iemand die niet geloofde in de efficiëntie of zakelijkheid van een maaltijd, maar in de gezelligheid ervan. En Valentine moest toegeven dat het lang geleden was dat hij iets had gedaan, gewoon omdat hij er zin in had.
Toen de serveerster weer weg was, glimlachte hij naar zijn tafelgenote. ‘Om terug te komen op je vraag: nee, je bent me geen housewarming verschuldigd. Al komt dat misschien binnenkort nog; mijn vrouw en ik zitten momenteel in een hotel, omdat ons huis verbouwd wordt. Maar dan ben ik alsnog degene die de housewarming zou verzorgen. Bij dezen ben je alvast uitgenodigd.’ Onopvallend tikte hij met zijn toverstaf op het tafelblad, zodat de koffiekringen en vette vingers van het oppervlak verdwenen. De waterglazen glansden alsof ze nog nooit eerder gebruikt waren. Valentine streek een denkbeeldige vouw uit zijn papieren placemat. ‘Ik weet niet waarom je zolang van mijn radar bent verdwenen. Werkelijk zonde, aangezien we blijkbaar al een tijdje in dezelfde stad wonen. Als ik dat had geweten, had ik je al veel eerder opgezocht. Het is gewoon…’ Hij haalde vaag zijn schouders op. ‘Mijn neven en ik staan soms wat op gespannen voet met elkaar. Laten we het daar maar op houden. Maar laat dat alsjeblieft niet in de weg staan voor jouw relatie met hen.’