17/05/2021, 21:50
Als Eliza Dayes zou worden verkocht als een speelgoedpop – ze stelde zich ongetwijfeld voor dat haar management haar zo zag –, dan zou ze vergezeld gaan van een lange, complexe handleiding. En zelfs met die handleiding in de aanslag was ze onvoorspelbaar, dacht Damien, want Eliza leek zelf niet eens altijd te snappen wat er in haar omging. Wat ze wel en niet meende. Of eerder: wat ze nog echt meende na een nacht rust en wat gezond verstand. Want Eliza meende altijd alles wat ze zei, maar niet altijd alles even lang. En die korte vlagen gebeurden nogal eens, aangezien ze een rockster was, ook al was ze ‘maar’ van de indie variant. De Dayes waren nu eenmaal punks tot in hun nieren. Eliza had alle attitude in zich opgenomen; de politiek ervan had ze achterwege gelaten.
Een wraakalbum dus. Ze meende het echt – of in elk geval voor nu. Wat haar betrof kon de hele band de boom in, en als er nog plek was, mocht heel het management er bij gaan zitten.
‘Misschien,’ zei Damien, terwijl hij probeerde mee te kijken met wat Eliza opschreef. Ondanks haar gekat had ze een sterretje bij zijn suggestie getekend – goedgekeurd. ‘Lukt het me?’
Hij nam een slok van zijn wijn. Met de wijn daalde ook het besef in dat hij eigenlijk vreselijk moe was. Hij blikte op de klok in de keuken, die de neiging had om na elven in te dutten en de tijd ook maar te gokken. Een cadeautje van Blue uiteraard, die het arme ding uit een tweedehandszaak had gered van een tragisch, nutteloos bestaan.
‘Maar misschien is het een beter idee om zo te gaan slapen. Het loopt al tegen tweeën, jij hebt slaap nodig – en waag het niet om me tegen te spreken. Daarbij moet iemand het je vertellen: je hebt nog nooit een goed nummer geschreven na middernacht. Je doet wel alsof je een nachtbraker bent, zoals het een rockster betaamt, maar stiekem verlangt je lichaam al jaren naar een kantoorbaan.’
Damien nam nog een slok wijn en keek zijn liefste ex-vriendin toen strak aan, met de strengste blik die hij maar om zijn slaperige mond gespannen kreeg. ‘Dus, neem je Blues bed of de bank?’
Een wraakalbum dus. Ze meende het echt – of in elk geval voor nu. Wat haar betrof kon de hele band de boom in, en als er nog plek was, mocht heel het management er bij gaan zitten.
‘Misschien,’ zei Damien, terwijl hij probeerde mee te kijken met wat Eliza opschreef. Ondanks haar gekat had ze een sterretje bij zijn suggestie getekend – goedgekeurd. ‘Lukt het me?’
Hij nam een slok van zijn wijn. Met de wijn daalde ook het besef in dat hij eigenlijk vreselijk moe was. Hij blikte op de klok in de keuken, die de neiging had om na elven in te dutten en de tijd ook maar te gokken. Een cadeautje van Blue uiteraard, die het arme ding uit een tweedehandszaak had gered van een tragisch, nutteloos bestaan.
‘Maar misschien is het een beter idee om zo te gaan slapen. Het loopt al tegen tweeën, jij hebt slaap nodig – en waag het niet om me tegen te spreken. Daarbij moet iemand het je vertellen: je hebt nog nooit een goed nummer geschreven na middernacht. Je doet wel alsof je een nachtbraker bent, zoals het een rockster betaamt, maar stiekem verlangt je lichaam al jaren naar een kantoorbaan.’
Damien nam nog een slok wijn en keek zijn liefste ex-vriendin toen strak aan, met de strengste blik die hij maar om zijn slaperige mond gespannen kreeg. ‘Dus, neem je Blues bed of de bank?’