06/05/2021, 09:10
Toen Seth wakker werd, snakte hij naar adem. Hij voelde het zweet op zijn voorhoofd parelen en wilde het wegvegen, maar ontdekte toen dat zijn handen vast zaten in boeien die aan een stoel vastzaten. Hij keek naar beneden en zag dat hij van zijn kleding ontdaan was en in zijn boxer vastzat op de stoel. Hij probeerde zich los te trekken, maar hij zat echt heel erg vast. Hij vloekte binnensmonds.
Achter de deur voor zijn neus hoorde hij stemmen. ‘Hallo?’ vroeg hij met trillende stem. ‘Pepijn? Ben je daar? Ik wist niet dat jij van dit soort spelletjes was,’ zei hij met een lachje. Hij probeerde zich weer los te wringen, maar er was geen beweging te krijgen in de boeien.
Op dat moment sprong de deur open en een man met een leren jas en een dikke zonnebril kwam de ruimte binnen. Hij had een peuk in zijn mond, die hij vastpakte en achteloos naar de zijkant wierp. Achter de zonnebril voelde Seth dat de man hem van top tot teen bekeek.
‘Wat is dit?’ zei Seth. Hij was bang, maar wist dat redelijk goed te schemeren toen hij sprak. Hij had immers jarenlang theater gespeeld en wist wel het een en ander van acteren. ‘Wie ben jij? Laat me gaan, wat is dit voor een zieke grap.’
De man keek hem aan zonder te spreken. Toen hij een stap naar voren deed, deed Seth een poging om hem in zijn ballen te trappen, maar merkte toen hij zijn benen wilde bewegen dat ook die vastgebonden zaten.
‘Wie ben jij? Waar is Pepijn?’
De man greep zijn kaak plotseling vast. ‘Stil,’ zei hij kil. Zijn stem klonk rauw. Zijn greep was sterk. Seth had het idee dat als de man hem strakker zou vasthouden, zijn kaakbeenderen zouden gaan kraken.
Toen deed de man iets wat Seth niet had verwacht: hij greep de bovenkant van zijn boxer en trok die een beetje naar hem toe. Seth spartelde in zijn stoel toen de man zijn geslachtsdelen voelde. Hijgend en zwetend slaakte hij een opgeluchte zucht toen de man weer losliet.
‘Interessant,’ siste de man. Hij draaide zich om. ’Paulina?’
Uit de deuropening kwam een knappe blonde dame met een prachtige boezem. Ze keek Seth aan – maar er lag geen gevoel in haar ogen. Gewoon hol en leeg. ‘Hé – Paulina? Maak me alsjeblieft los – ik – ik heb dingen te doen en zo.’
De dame legde een vinger op haar lippen. ‘Ssssh. Het komt allemaal goed. Geen zorgen.’
Ze haalde een grote halsband tevoorschijn – zo eentje zoals ze zelf ook droeg. De man knikte. Toen dook de dame naar voren, met de halsband die over Seths nek ging. ‘Hé – wat is dit – hé, doe eens even niet – ik heb hier geen toestemming voor gegeven!’
Maar toen de halsband klikte waren al zijn zorgen ineens weg. Hij voelde zijn spieren verslappen en zijn hoofd zweverig worden. Schokkend zat hij in zijn stoel, met de man met de zonnebril en de knappe blondine die hem aankeken.
Toen kwam hij huiverend tot stilstand en keek hen vaag aan. Waar was hij? Wie waren dat? Wie was hij zelf?
De man met de zonnebril bukte en maakte de kettingen om zijn armen en benen los. Glimlachend keek de man hem aan. ‘Hallo,’ zei hij zachtjes.
‘Hoi,’ zei hij vaag. Hoe heette hij eigenlijk?
‘Ik ben Argus,’ zei de man. ‘Ik heb je gered. Hoe heet jij?’
Hij slikte. Of zij? Ze wist het niet. ‘Ik heet…’ ze zei de eerste naam die in haar opkwam – ‘Piper.’
Argus knikte. ‘Jij bent heel bijzonder, Piper. Je bent een aanwinst voor me. Ik heb je gered van de dood. Wil je me terugbetalen door me voortaan te gehoorzamen, Argusoog?’
Piper keek hem vaag aan. Haar hoofd zoemde. Ze knikte. ‘Ja, meester.’
Fluitend nam Eleftheria plaats aan de ontbijttafel. Ze was, verrassend genoeg, te laat voor het ontbijt. Ze had altijd wel de neiging om per ongeluk te laat te komen. Het was een talent, als het ware. ‘Goedemorgen,’ zei ze vrolijk toen ze een glas sinaasappelsap liet inschenken met magie. Ze had zin in vandaag! De hele dag jurken passen, op de catwalk lopen, heerlijk.
Ze keek op naar Gideon. Ze fronste. ‘Ik heb het gevoel dat er iets is,’ zei ze. ‘Vergeet dat alsjeblieft. We hebben het vandaag druk genoeg! Het wordt leuk vandaag, cheer op, Gido!’
Achter de deur voor zijn neus hoorde hij stemmen. ‘Hallo?’ vroeg hij met trillende stem. ‘Pepijn? Ben je daar? Ik wist niet dat jij van dit soort spelletjes was,’ zei hij met een lachje. Hij probeerde zich weer los te wringen, maar er was geen beweging te krijgen in de boeien.
Op dat moment sprong de deur open en een man met een leren jas en een dikke zonnebril kwam de ruimte binnen. Hij had een peuk in zijn mond, die hij vastpakte en achteloos naar de zijkant wierp. Achter de zonnebril voelde Seth dat de man hem van top tot teen bekeek.
‘Wat is dit?’ zei Seth. Hij was bang, maar wist dat redelijk goed te schemeren toen hij sprak. Hij had immers jarenlang theater gespeeld en wist wel het een en ander van acteren. ‘Wie ben jij? Laat me gaan, wat is dit voor een zieke grap.’
De man keek hem aan zonder te spreken. Toen hij een stap naar voren deed, deed Seth een poging om hem in zijn ballen te trappen, maar merkte toen hij zijn benen wilde bewegen dat ook die vastgebonden zaten.
‘Wie ben jij? Waar is Pepijn?’
De man greep zijn kaak plotseling vast. ‘Stil,’ zei hij kil. Zijn stem klonk rauw. Zijn greep was sterk. Seth had het idee dat als de man hem strakker zou vasthouden, zijn kaakbeenderen zouden gaan kraken.
Toen deed de man iets wat Seth niet had verwacht: hij greep de bovenkant van zijn boxer en trok die een beetje naar hem toe. Seth spartelde in zijn stoel toen de man zijn geslachtsdelen voelde. Hijgend en zwetend slaakte hij een opgeluchte zucht toen de man weer losliet.
‘Interessant,’ siste de man. Hij draaide zich om. ’Paulina?’
Uit de deuropening kwam een knappe blonde dame met een prachtige boezem. Ze keek Seth aan – maar er lag geen gevoel in haar ogen. Gewoon hol en leeg. ‘Hé – Paulina? Maak me alsjeblieft los – ik – ik heb dingen te doen en zo.’
De dame legde een vinger op haar lippen. ‘Ssssh. Het komt allemaal goed. Geen zorgen.’
Ze haalde een grote halsband tevoorschijn – zo eentje zoals ze zelf ook droeg. De man knikte. Toen dook de dame naar voren, met de halsband die over Seths nek ging. ‘Hé – wat is dit – hé, doe eens even niet – ik heb hier geen toestemming voor gegeven!’
Maar toen de halsband klikte waren al zijn zorgen ineens weg. Hij voelde zijn spieren verslappen en zijn hoofd zweverig worden. Schokkend zat hij in zijn stoel, met de man met de zonnebril en de knappe blondine die hem aankeken.
Toen kwam hij huiverend tot stilstand en keek hen vaag aan. Waar was hij? Wie waren dat? Wie was hij zelf?
De man met de zonnebril bukte en maakte de kettingen om zijn armen en benen los. Glimlachend keek de man hem aan. ‘Hallo,’ zei hij zachtjes.
‘Hoi,’ zei hij vaag. Hoe heette hij eigenlijk?
‘Ik ben Argus,’ zei de man. ‘Ik heb je gered. Hoe heet jij?’
Hij slikte. Of zij? Ze wist het niet. ‘Ik heet…’ ze zei de eerste naam die in haar opkwam – ‘Piper.’
Argus knikte. ‘Jij bent heel bijzonder, Piper. Je bent een aanwinst voor me. Ik heb je gered van de dood. Wil je me terugbetalen door me voortaan te gehoorzamen, Argusoog?’
Piper keek hem vaag aan. Haar hoofd zoemde. Ze knikte. ‘Ja, meester.’
Fluitend nam Eleftheria plaats aan de ontbijttafel. Ze was, verrassend genoeg, te laat voor het ontbijt. Ze had altijd wel de neiging om per ongeluk te laat te komen. Het was een talent, als het ware. ‘Goedemorgen,’ zei ze vrolijk toen ze een glas sinaasappelsap liet inschenken met magie. Ze had zin in vandaag! De hele dag jurken passen, op de catwalk lopen, heerlijk.
Ze keek op naar Gideon. Ze fronste. ‘Ik heb het gevoel dat er iets is,’ zei ze. ‘Vergeet dat alsjeblieft. We hebben het vandaag druk genoeg! Het wordt leuk vandaag, cheer op, Gido!’