06/05/2021, 08:23
Valarie luisterde geïnteresseerd naar Nyx’ verhaal en moest desalniettemin een beetje gniffelen toen hij de ‘Relieken van de Dood’ noemde. Dat was toch maar een verzinsel? Van Bard de Bakker ofzo. Die sprookjesmaker. Iedereen kende dat verhaal en ze had wel vaker gehoord dat mensen erin geloofden, maar ze had Nyx niet voor een Reliekgelover gehouden. En toch was het dus blijkbaar wel zo. Ze zei echter niets; als het echt waar was dat de Relieken bestonden…
‘Denk je dat de Relieken van de Dood echt bestaan?’ zei ze nieuwsgierig. ‘Ik denk dat wanneer je Meester van de Dood bent misschien wel een kans hebt om te kijken wat er achter die sluiers van de Poort des Doods ligt,’ zei ze plagend. ‘Moet je alleen een onverslaanbare toverstok vinden, een steen die mensen uit de dood wekt en een mantel die je zo onzichtbaar maakt dat zelfs het scherpste oog daar moeite mee heeft.’
Een onverslaanbare toverstok… dat zou pas echt ervoor zorgen dat niemand het ooit tegen haar op zou kunnen nemen… misschien moest dat haar doel worden nadat ze haar geheugen had teruggevonden…
Ze praatten nog even door over hun duivelse plannen tot ze hun eten ophadden. Nadat ze nog een peperduur wijntje hadden gedronken zei Valarie: ‘Misschien zouden we naar zo’n Dreuzelclub kunnen gaan. Een beetje dansen. Een moord plegen in het toilet. Wat toverdrugs in de drankjes stoppen… goed plan?’ vroeg ze grijnzend.
Zonder op zijn antwoord te wachten bestelde ze de rekening. Ze fronste. ‘Honderdzestig pond? Dat is nogal wat.’
Toen de ober weg was, grinnikte Valarie echter. ‘Geen zorgen. Je hoeft niet te betalen – en ik ook niet.’ Ze pakte haar toverstok en richtte die op het plafond. ‘Incendio!’ Binnen enkele seconden stond het plafond in vuur en vlam. De vlammen kropen over het plafond, over de muren, naar de keuken – iedereen begon spontaan te gillen. Valarie dronk ondertussen rustig haar wijntje op terwijl ze toekeek hoe een kok in vuur en vlam stond en gillend naar buiten rende.
Ze stond toen op en greep Nyx’ arm. ‘Nou, toekomstig Meester van de Dood… waar gaan we heen?’
‘Denk je dat de Relieken van de Dood echt bestaan?’ zei ze nieuwsgierig. ‘Ik denk dat wanneer je Meester van de Dood bent misschien wel een kans hebt om te kijken wat er achter die sluiers van de Poort des Doods ligt,’ zei ze plagend. ‘Moet je alleen een onverslaanbare toverstok vinden, een steen die mensen uit de dood wekt en een mantel die je zo onzichtbaar maakt dat zelfs het scherpste oog daar moeite mee heeft.’
Een onverslaanbare toverstok… dat zou pas echt ervoor zorgen dat niemand het ooit tegen haar op zou kunnen nemen… misschien moest dat haar doel worden nadat ze haar geheugen had teruggevonden…
Ze praatten nog even door over hun duivelse plannen tot ze hun eten ophadden. Nadat ze nog een peperduur wijntje hadden gedronken zei Valarie: ‘Misschien zouden we naar zo’n Dreuzelclub kunnen gaan. Een beetje dansen. Een moord plegen in het toilet. Wat toverdrugs in de drankjes stoppen… goed plan?’ vroeg ze grijnzend.
Zonder op zijn antwoord te wachten bestelde ze de rekening. Ze fronste. ‘Honderdzestig pond? Dat is nogal wat.’
Toen de ober weg was, grinnikte Valarie echter. ‘Geen zorgen. Je hoeft niet te betalen – en ik ook niet.’ Ze pakte haar toverstok en richtte die op het plafond. ‘Incendio!’ Binnen enkele seconden stond het plafond in vuur en vlam. De vlammen kropen over het plafond, over de muren, naar de keuken – iedereen begon spontaan te gillen. Valarie dronk ondertussen rustig haar wijntje op terwijl ze toekeek hoe een kok in vuur en vlam stond en gillend naar buiten rende.
Ze stond toen op en greep Nyx’ arm. ‘Nou, toekomstig Meester van de Dood… waar gaan we heen?’