02/05/2021, 21:53
Het viel te verwachten dat Jareth uit zou halen. Niet alleen omdat hij altijd al een gebrek aan remmingen had – vooral als hij gedronken had – en niet alleen omdat Trevor als eerste over de grens was gegaan die hij met rust had moeten laten. Jareth wilde altijd overtroeven, maakte niet uit waarin. Dus als Trevor één stap te ver ging, sprintte Jareth vol woede langs hem heen. Kijk, het doet me niets. Ik kan jou veel meer pijn doen, leek hij te willen zeggen.
Toch was het Jareth die het op een janken zette. Midden in een dramatische zin over hoe hard hij toch zijn best deed, braken de dijken door. Een gedachte flitste door Trevors hoofd die hij verachtte maar toch niet kon beantwoorden: waren die tranen echt of gewoon een toneelstukje om sympathie op te wekken?
Midden in een jammerlijke uithaal viel Jareth plotseling stil. Blue had hem de mond gesnoerd en met een tweede, felle zwiep van haar staf voelde Trevor dat ook hij monddood was gemaakt. Hij staarde haar een moment lang verbaasd aan en hij moest tot zijn schaamte toegeven dat hij haar weer eens had onderschat. Happy go lucky, maar lang niet gek. Zo’n Monddoodbezwering kon alleen zij opheffen en dat zou ze pas doen als ze hen had waar ze hen wilde hebben.
Blues bezwering hinderde hem echter niet; hij was al niet van plan geweest om iets tegen Jareths tirade in te brengen. Zoekend naar een greintje sympathie voor zijn beste vriend kwam hij met lege handen te zitten, maar als er iets was wat Trevor beter kon dan Jareth, dan was het wel incasseren. Alles wat Jareth hem in het gezicht gooide, had hij al eerder gehoord en ook al deed het pijn om het nu uit zijn mond te horen komen, zou hij er geen traan om laten. Laat staan nu de verontwaardigde Blue als een soort bliksemafleider met krullen tussen hen in stond om hen flink de wind van voren te geven.
Trevor moest zich in houden niet met zijn ogen te rollen toen ze hem een badboy noemde. Zijn omhoogkruipende wenkbrauw kon hij echter niet stoppen. Normaliter had hij in zo’n moment graag oogcontact gedeeld met iemand om een woordeloos moet je die horen uit te wisselen, maar hij had geen zin om naar het grienende hoopje ellende tegenover hem te kijken en Damien was zo wijs om niet op het kabaal in de huiskamer af te komen. Er zat dus niet veel anders op dan om Blue geduldig aan te horen, terwijl ze boze woorden van de een naar de ander slingerde en er duidelijk niet bij kon waarom mensen zo gemeen konden doen. Als Jareth niet zo’n waardeloze eikel was geweest, was het best grappig geweest.
Uitgeblust na haar monoloog in de doodse stilte tussen de twee jongens plofte Blue terug op haar stoel. Meteen kwam ze weer overeind. Dat kind kon ook geen seconde stilzitten.
In een zeer onverstandig moment besloot ze dat haar toespraak hen vast tot veel volwassen inzichten had gebracht en hief ze haar spreuk weer op. Voordat Jareth opnieuw van wal kon steken, stond Trevor op. Nog steeds woordeloos beende hij naar de keuken, zodat hij uit het zicht van de woonkamer was. Als hij ergens nu geen behoefte aan had, dan was het wel Jareths gezanik weer moeten aanhoren. Die kon beter in zijn eentje afkoelen – hoe verder weg, hoe beter.
Trevor rommelde in de koelkast en vond wat flesjes frisdrank, waarvan hij er een pakte. Cafeïne kon hij nu wel gebruiken. Terwijl hij gespannen luisterde of hij al een tweede uitbarsting uit de woonkamer hoorde komen, schroefde hij de dop van het flesje en zette het aan zijn lippen.
Toch was het Jareth die het op een janken zette. Midden in een dramatische zin over hoe hard hij toch zijn best deed, braken de dijken door. Een gedachte flitste door Trevors hoofd die hij verachtte maar toch niet kon beantwoorden: waren die tranen echt of gewoon een toneelstukje om sympathie op te wekken?
Midden in een jammerlijke uithaal viel Jareth plotseling stil. Blue had hem de mond gesnoerd en met een tweede, felle zwiep van haar staf voelde Trevor dat ook hij monddood was gemaakt. Hij staarde haar een moment lang verbaasd aan en hij moest tot zijn schaamte toegeven dat hij haar weer eens had onderschat. Happy go lucky, maar lang niet gek. Zo’n Monddoodbezwering kon alleen zij opheffen en dat zou ze pas doen als ze hen had waar ze hen wilde hebben.
Blues bezwering hinderde hem echter niet; hij was al niet van plan geweest om iets tegen Jareths tirade in te brengen. Zoekend naar een greintje sympathie voor zijn beste vriend kwam hij met lege handen te zitten, maar als er iets was wat Trevor beter kon dan Jareth, dan was het wel incasseren. Alles wat Jareth hem in het gezicht gooide, had hij al eerder gehoord en ook al deed het pijn om het nu uit zijn mond te horen komen, zou hij er geen traan om laten. Laat staan nu de verontwaardigde Blue als een soort bliksemafleider met krullen tussen hen in stond om hen flink de wind van voren te geven.
Trevor moest zich in houden niet met zijn ogen te rollen toen ze hem een badboy noemde. Zijn omhoogkruipende wenkbrauw kon hij echter niet stoppen. Normaliter had hij in zo’n moment graag oogcontact gedeeld met iemand om een woordeloos moet je die horen uit te wisselen, maar hij had geen zin om naar het grienende hoopje ellende tegenover hem te kijken en Damien was zo wijs om niet op het kabaal in de huiskamer af te komen. Er zat dus niet veel anders op dan om Blue geduldig aan te horen, terwijl ze boze woorden van de een naar de ander slingerde en er duidelijk niet bij kon waarom mensen zo gemeen konden doen. Als Jareth niet zo’n waardeloze eikel was geweest, was het best grappig geweest.
Uitgeblust na haar monoloog in de doodse stilte tussen de twee jongens plofte Blue terug op haar stoel. Meteen kwam ze weer overeind. Dat kind kon ook geen seconde stilzitten.
In een zeer onverstandig moment besloot ze dat haar toespraak hen vast tot veel volwassen inzichten had gebracht en hief ze haar spreuk weer op. Voordat Jareth opnieuw van wal kon steken, stond Trevor op. Nog steeds woordeloos beende hij naar de keuken, zodat hij uit het zicht van de woonkamer was. Als hij ergens nu geen behoefte aan had, dan was het wel Jareths gezanik weer moeten aanhoren. Die kon beter in zijn eentje afkoelen – hoe verder weg, hoe beter.
Trevor rommelde in de koelkast en vond wat flesjes frisdrank, waarvan hij er een pakte. Cafeïne kon hij nu wel gebruiken. Terwijl hij gespannen luisterde of hij al een tweede uitbarsting uit de woonkamer hoorde komen, schroefde hij de dop van het flesje en zette het aan zijn lippen.