21/04/2021, 21:24
Hij kon zijn haren wel uit zijn hoofd trekken voor wat er gebeurd was. Hoe meer de toverdrank waarmee hij zich had laten drogeren, door echt niemand minder dan Camilla, uitgewerkt begon te raken, hoe meer spijt hij had. Schokkerig ademend wandelde hij door de stad en had gewoon zin om ergens op een bankje te gaan zitten huilen. Dit was Melport, dag één; dat beloofde nog wat de komende dagen. Hij voelde zich smerig, voelde zich aangerand en het had geleken alsof hij had willen vrijen, maar gatver, nee! Niet in een bordeel en zéker niet met Camilla, die hem jaren geleden al belazerde. De trut! Dit was gewoon zo vies!
Dat moedervlekje had ze dus. Wat was er gebeurd, of was er Wisseldrank in het spel geweest? Waarom zat Camilla in een bordeel? Ze had toch rijke ouders? Ze had toch gewoon vrienden die om haar gaven? Hoe zat het met dat vriendinnetje van haar? Hoe heette dat kind uit Huffelpuf ook alweer?
Paulynn Bradley. Ineens was het hem te binnen geschoten, alsof de database van alle Zweinsteinleerlingen nooit zijn hersenen had verlaten. Noemde Camilla zich daarom Paulina?
Met een zucht betrad hij het hotel weer. Zou hij aan Eleftheria vertellen wat er was gebeurd? Nou, liever niet. Hij zou het zelfs niet aan LoLa vertellen als hij weer terug was in Londen, hoewel hij zichzelf kende en LoLa’s drankjes soms als Veritaserum op hem inwerkten. Dan nog wilde hij LoLa geen pijn doen, wat de voornaamste reden was dat hij zijn mond ging houden over deze seksuele escapade.
Hij had niet door dat hij er volledig verfomfaaid uitzag toen hij het Griekse strand weer betrad, en dat zijn ogen ietwat gezwollen waren. Er klonk een gezellig klassiek muziekje; iets wat op zondagochtend in Mispoes soms ook wel te horen was, en hij zag Eleftheria onderuitgezakt op een strandstoeltje hangen; haar voeten werden zo nu en dan overspoeld door de zee en ze zag er voor de verandering naturel uit. Zo hier en daar had ze een wat lichter vlekje in haar verder mooi gebruinde huid, maar niet iets waar hij acht op sloeg. Nee, daarvoor was hij emotioneel veel te ver afgedraaid en moest hij zowat kotsen als hij bedacht waar hij zojuist was geweest met zijn piemel.
“Hai,” zei hij, terwijl hij zich in het zand liet ploffen, en stak gelijk van wal: “Je raadt nooit wie er in de stad is! CAMILLA! En ze noemt zichzelf Paulina en ze werkt in een bordeel. Ze wist niet wie ik was.”
Dat was ook vreemd. Was Camilla’s geheugen gewist geweest? Dat zou het kunnen zijn!
Kijkend naar de zee nam de behoefte toe om er weer een duik in te nemen, en dat deed hij dan ook: met zijn kleren nog aan. Camilla’s geur moest er echt uit!
“Kom je er ook nog even in, of wil je liever een potje toverschaken?” Een beetje afleiding zou welkom zijn; terug naar normaal. Voor zover het normaal was dat een hotelkamer op een Grieks strand leek en al je wensen direct ingewilligd werden.
“Een Oude Klare, alsjeblieft!” Die verscheen binnen een seconde in zijn hand - en hij had die borrel écht nodig nu.
Dat moedervlekje had ze dus. Wat was er gebeurd, of was er Wisseldrank in het spel geweest? Waarom zat Camilla in een bordeel? Ze had toch rijke ouders? Ze had toch gewoon vrienden die om haar gaven? Hoe zat het met dat vriendinnetje van haar? Hoe heette dat kind uit Huffelpuf ook alweer?
Paulynn Bradley. Ineens was het hem te binnen geschoten, alsof de database van alle Zweinsteinleerlingen nooit zijn hersenen had verlaten. Noemde Camilla zich daarom Paulina?
Met een zucht betrad hij het hotel weer. Zou hij aan Eleftheria vertellen wat er was gebeurd? Nou, liever niet. Hij zou het zelfs niet aan LoLa vertellen als hij weer terug was in Londen, hoewel hij zichzelf kende en LoLa’s drankjes soms als Veritaserum op hem inwerkten. Dan nog wilde hij LoLa geen pijn doen, wat de voornaamste reden was dat hij zijn mond ging houden over deze seksuele escapade.
Hij had niet door dat hij er volledig verfomfaaid uitzag toen hij het Griekse strand weer betrad, en dat zijn ogen ietwat gezwollen waren. Er klonk een gezellig klassiek muziekje; iets wat op zondagochtend in Mispoes soms ook wel te horen was, en hij zag Eleftheria onderuitgezakt op een strandstoeltje hangen; haar voeten werden zo nu en dan overspoeld door de zee en ze zag er voor de verandering naturel uit. Zo hier en daar had ze een wat lichter vlekje in haar verder mooi gebruinde huid, maar niet iets waar hij acht op sloeg. Nee, daarvoor was hij emotioneel veel te ver afgedraaid en moest hij zowat kotsen als hij bedacht waar hij zojuist was geweest met zijn piemel.
“Hai,” zei hij, terwijl hij zich in het zand liet ploffen, en stak gelijk van wal: “Je raadt nooit wie er in de stad is! CAMILLA! En ze noemt zichzelf Paulina en ze werkt in een bordeel. Ze wist niet wie ik was.”
Dat was ook vreemd. Was Camilla’s geheugen gewist geweest? Dat zou het kunnen zijn!
Kijkend naar de zee nam de behoefte toe om er weer een duik in te nemen, en dat deed hij dan ook: met zijn kleren nog aan. Camilla’s geur moest er echt uit!
“Kom je er ook nog even in, of wil je liever een potje toverschaken?” Een beetje afleiding zou welkom zijn; terug naar normaal. Voor zover het normaal was dat een hotelkamer op een Grieks strand leek en al je wensen direct ingewilligd werden.
“Een Oude Klare, alsjeblieft!” Die verscheen binnen een seconde in zijn hand - en hij had die borrel écht nodig nu.