Een groene flits en direct werd Nyx weggezogen naar een wat drukkere dreuzelstraat. Hij moest zijn best doen om niet direct in de lach te schieten. De zelfbeheersing van Valarie is flink achteruit gegaan. "Ik geloof je direct." zei hij, toen ze kwam met een slap excuus. "Maar waarom zou je een reden nodig hebben om een simpele dreuzel te vermoorden?"
Eenmaal aangekomen in het restaurant bestudeerde Nyx alle aanwezige mensen. Geen een herkende hij, dus een valstrik zal het wel niet zijn. Toen ze eenmaal zaten en Nyx zonder een woord te zeggen met een klein handgebaar liet weten aan de bediende dat hij de fles mocht laten staan kwam de zachtere kant van Valarie omhoog.
"Onsterfelijkheid maakt je sterker, maar je bent op dit moment met zoveel dingen bezig dat je op raakt Val. Er is een verschil tussen onsterfelijkheid en een worden met een Duracell batterij." Zei hij, waarna hij een slok nam van de whiskey in zijn glas. Toen ze begon over het Departement van Mystificatie keek hij haar strak aan. "Dit stelt me nou weer een beetje teleur Valarie. Ik dacht dat we het niet over werk gingen hebben."
Nyx bekeek haar nog eens goed. Het was duidelijk te zien dat ze op was. De wallen onder haar ogen waren een teken van slechte slaap. "Maar als het je een beetje meer rust geeft: Toen we elkaar tegen kwamen in het Ministerie had ik het over een familielid van een van de medewerkers daar die daar werkt. Ik heb het modderbloedje wat ronddraaft op de Departement van Mystificatie gevonden en weet alles van 'm. Ook heb ik voldoende hoofdhaar om wisseldrank te maken voor een heel weeshuis. Dus laat die zorgen maar van je afglijden."
Hij hief zijn glas op en liet de goudbruine substantie klotsen in het glas. "Nu we het daar toch over hebben, ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag. Wat heb je daar te zoeken? Het lijkt wel alsof je geobsedeerd bent met daar binnen komen. Staat dit probleem niet een beetje in de weg met onze hoofdmissie?"
Snel nam hij nog een slok en plaatste het glas op tafel waarna hij achterover ging zitten in de oncomfortabele stoel en zijn been over de ander heen sloeg. "Ik bedoel. We zijn bondgenoten. Wat is er nou zo erg dat je het na alles wat we meegemaakt hebben voor me achterhoudt? Ik ben letterlijk door het vuur gegaan voor je. Een beetje vertrouwen kan toch geen kwaad?"
Eenmaal aangekomen in het restaurant bestudeerde Nyx alle aanwezige mensen. Geen een herkende hij, dus een valstrik zal het wel niet zijn. Toen ze eenmaal zaten en Nyx zonder een woord te zeggen met een klein handgebaar liet weten aan de bediende dat hij de fles mocht laten staan kwam de zachtere kant van Valarie omhoog.
"Onsterfelijkheid maakt je sterker, maar je bent op dit moment met zoveel dingen bezig dat je op raakt Val. Er is een verschil tussen onsterfelijkheid en een worden met een Duracell batterij." Zei hij, waarna hij een slok nam van de whiskey in zijn glas. Toen ze begon over het Departement van Mystificatie keek hij haar strak aan. "Dit stelt me nou weer een beetje teleur Valarie. Ik dacht dat we het niet over werk gingen hebben."
Nyx bekeek haar nog eens goed. Het was duidelijk te zien dat ze op was. De wallen onder haar ogen waren een teken van slechte slaap. "Maar als het je een beetje meer rust geeft: Toen we elkaar tegen kwamen in het Ministerie had ik het over een familielid van een van de medewerkers daar die daar werkt. Ik heb het modderbloedje wat ronddraaft op de Departement van Mystificatie gevonden en weet alles van 'm. Ook heb ik voldoende hoofdhaar om wisseldrank te maken voor een heel weeshuis. Dus laat die zorgen maar van je afglijden."
Hij hief zijn glas op en liet de goudbruine substantie klotsen in het glas. "Nu we het daar toch over hebben, ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag. Wat heb je daar te zoeken? Het lijkt wel alsof je geobsedeerd bent met daar binnen komen. Staat dit probleem niet een beetje in de weg met onze hoofdmissie?"
Snel nam hij nog een slok en plaatste het glas op tafel waarna hij achterover ging zitten in de oncomfortabele stoel en zijn been over de ander heen sloeg. "Ik bedoel. We zijn bondgenoten. Wat is er nou zo erg dat je het na alles wat we meegemaakt hebben voor me achterhoudt? Ik ben letterlijk door het vuur gegaan voor je. Een beetje vertrouwen kan toch geen kwaad?"