16/04/2021, 22:22
Hoe dan? HOE?!?! Met grote ogen bleef Gideon naar Eleftheria staren terwijl ze meer vlees at dan hij! Er zouden vast proteïnen in zitten, goed voor de massa ofzoiets, maar Gideon kon er niet bij dat een model zo verschrikkelijk veel at. En dan ook nog maar alleen vlees! Vooral de rauwe delen van de biefstuk bleek ze erg lekker te vinden.
Toch bleef hij liefjes glimlachen - Eleftheria was altijd al aangenaam gezelschap geweest; daar veranderde een hoop vlees niets aan - en er was wijn! Wijn was goed, wijn was fijn, ook al was er niks mis met een Oude Klare zo nu en dan. Genietend nam hij nog maar een glaasje champagne, terwijl Elef het vooral bij water hield. Toch maakte hij zich zorgen om haar: ze ontwikkelde toch hopelijk niet een eetstoornis?
Niet dat hij een Heler was die het allemaal wel beter wist, maar hij wilde haar graag beschermen, ook tegen innerlijke Dementors en ander geestelijk leed.
Nadat alles op was, wat Gideon verbaasde want het was echt veel geweest, ging Eleftheria sporten.
“Nou, sport-ze!” Zo’n cardioruimte, magisch of niet, vond hij altijd vreselijk saai. Liever maakte hij even een wandelingetje buiten. Daarbij was hij nieuwsgierig naar de stad. “Ik ben over een uurtje terug,” beloofde hij. “Doen we daarna nog een spelletje heks-erger-je-niet.”
Buiten was het een stuk kouder dan op de strand-hotelkamer van Eleftheria. Gideon zette zijn kraag omhoog en sprak zelfs een warmtespreuk uit over zijn jas. Het hotel had een prachtige, glas met marmeren entree gehad, ook vanaf de begane grond, maar al binnen enkele straten bevond Gideon zich op minder frivool gebied. Er werd hem gevraagd of hij ‘spul’ wilde kopen, drugs waarschijnlijk. Hij schudde zijn hoofd en liep snel de straat uit. Verderop lag er een dronkenlap in de goot te slapen en toen Gideon voorbij kwam, zag hij dat er een rat aan de half vergane plastic tas van de zwerver snuffelde. Gatver, maar ook: zielig. Waarom deed niemand iets voor dit soort mensen?
“Sanitato,” fluisterde Gideon met zijn toverstok gericht op de man, die er zienderogen van opfriste, al sliep hij stevig door en snurkte hij zelfs.
In de volgende straat werd zijn aandacht getrokken door een uithangbord van wat een café leek te zijn. Vluchtig keek Gideon op zijn horloge: hij had nog veertig minuten voordat hij terug moest zijn in het hotel. Dus: een kopje koffie met een likeurtje? Ja, dat was wel fijn, zo na het avondeten. Tijd genoeg.
Het café zag er ietwat louche uit, maar ach. Bij tijd en wijle zag Mispoes er ook wel eens uit alsof er voornamelijk duistere zaken verhandeld werden. Dat soort zaken konden nog wel eens interessant zijn! Dus stapte hij met een gezonde dosis argwaan naar binnen.
“Goeienavond,” zei hij tegen de barvrouw, “Een kopje espresso alsjeblieft, en graag een glaasje Licor 69 erbij.” Toen pas keek hij haar volledig aan en zakte zijn kin van verbazing zo’n beetje op de bar.
“Camilla? Wat doe je hier?”
Toch bleef hij liefjes glimlachen - Eleftheria was altijd al aangenaam gezelschap geweest; daar veranderde een hoop vlees niets aan - en er was wijn! Wijn was goed, wijn was fijn, ook al was er niks mis met een Oude Klare zo nu en dan. Genietend nam hij nog maar een glaasje champagne, terwijl Elef het vooral bij water hield. Toch maakte hij zich zorgen om haar: ze ontwikkelde toch hopelijk niet een eetstoornis?
Niet dat hij een Heler was die het allemaal wel beter wist, maar hij wilde haar graag beschermen, ook tegen innerlijke Dementors en ander geestelijk leed.
Nadat alles op was, wat Gideon verbaasde want het was echt veel geweest, ging Eleftheria sporten.
“Nou, sport-ze!” Zo’n cardioruimte, magisch of niet, vond hij altijd vreselijk saai. Liever maakte hij even een wandelingetje buiten. Daarbij was hij nieuwsgierig naar de stad. “Ik ben over een uurtje terug,” beloofde hij. “Doen we daarna nog een spelletje heks-erger-je-niet.”
Buiten was het een stuk kouder dan op de strand-hotelkamer van Eleftheria. Gideon zette zijn kraag omhoog en sprak zelfs een warmtespreuk uit over zijn jas. Het hotel had een prachtige, glas met marmeren entree gehad, ook vanaf de begane grond, maar al binnen enkele straten bevond Gideon zich op minder frivool gebied. Er werd hem gevraagd of hij ‘spul’ wilde kopen, drugs waarschijnlijk. Hij schudde zijn hoofd en liep snel de straat uit. Verderop lag er een dronkenlap in de goot te slapen en toen Gideon voorbij kwam, zag hij dat er een rat aan de half vergane plastic tas van de zwerver snuffelde. Gatver, maar ook: zielig. Waarom deed niemand iets voor dit soort mensen?
“Sanitato,” fluisterde Gideon met zijn toverstok gericht op de man, die er zienderogen van opfriste, al sliep hij stevig door en snurkte hij zelfs.
In de volgende straat werd zijn aandacht getrokken door een uithangbord van wat een café leek te zijn. Vluchtig keek Gideon op zijn horloge: hij had nog veertig minuten voordat hij terug moest zijn in het hotel. Dus: een kopje koffie met een likeurtje? Ja, dat was wel fijn, zo na het avondeten. Tijd genoeg.
Het café zag er ietwat louche uit, maar ach. Bij tijd en wijle zag Mispoes er ook wel eens uit alsof er voornamelijk duistere zaken verhandeld werden. Dat soort zaken konden nog wel eens interessant zijn! Dus stapte hij met een gezonde dosis argwaan naar binnen.
“Goeienavond,” zei hij tegen de barvrouw, “Een kopje espresso alsjeblieft, en graag een glaasje Licor 69 erbij.” Toen pas keek hij haar volledig aan en zakte zijn kin van verbazing zo’n beetje op de bar.
“Camilla? Wat doe je hier?”