16/04/2021, 17:43
Valarie droeg een lange zwarte jurk. Ze had haar best gedaan er goed uit te zien. Ze was blij om Nyx te zien. Eén blik op de groep Dreuzels was genoeg om ze weg te jagen. Ze knikte Nyx toe en gooide haar arm in de zijne.
‘Wat we gaan doen vanavond?’ zei ze terwijl haar hakken haar het park uitvoerden, het stadse leven in. ‘Even niet bezig zijn met onze plannen. Gewoon even lekker zuipen. Wat lol hebben.’ Ze keek hem aan en het kwam bijna smekend over. ‘Ik heb het gevoel dat we dat verdienen. We zetten ons zo hard in voor onze maatschappij, en wat krijgen we ervoor terug? Schouwers achter onze reet.’
Ze hief haar neus op. ‘Denken ze soms dat ik het leuk vind om er zo uit te zien?’ mompelde ze meer tegen zichzelf dan tegen Nyx. ‘Ik doe het voor hen.’ Bij de uitgang van het park stond een eenzame zwerver met een peuk in zijn bek en wat smerige niet-bewegende Dreuzelkranten in zijn arm.
Valarie keek om zich heen toen ze zag dat de Dreuzel hen opmerkte en hun kant op liep. Niemand lette op: ze waren allemaal bezig met elkaar. Jointje roken, beetje “chillen”, dat soort dingen. Uit het niets haalde ze haar toverstok tevoorschijn en in één tel verscheen er een kleine, fijne groene flits die het leven uit de ogen van de zwerver doofden –
En ze Verdwijnselden naar een paar blokjes verderop. ‘Sorry, ik kon het gewoon niet laten,’ zei ze terwijl ze haar handen door haar haren haalde. Ze keek hem verontschuldigend aan. ‘Jij zou hetzelfde gedaan hebben. Vooral als je een vrouw was.’
Ze knikte naar een restaurantje waar de lichtjes vrolijk knipperden. ‘Een Dreuzelrestaurant. Kijken of we daar wat leuks kunnen beleven.’
Ze sleurde hem naar binnen. De Dreuzelober kwam op hen af. ‘Een tafel voor twee personen,’ zei Valarie op commanderende toon, voordat de ober überhaupt zijn mond opengedaan had. Ze werden naar een tafel begeleid die tegen de bar stond, waarna Valarie hem commandeerde om hun sterkste drank te komen brengen en toen ze alleen waren, keek Valarie Nyx aan. Toen ze zat, besefte ze pas hoe moe ze was.
Ze slaakte een zucht. ‘Ik dacht dat onsterfelijkheid me juist krachtiger zou maken,’ zei ze zachtjes. ‘Maar hoe onsterfelijker ik word, hoe moeier ik me voel. Dankjewel,’ zei ze, toen de drank arriveerde. Toen die was ingeschonken, haalde ze haar handen door haar ogen en slaakte een zucht. ‘Afijn. Jij beweerde een methode gevonden te hebben om in te breken bij dat vervloekte Departement van Mystificatie. Vertel.’
‘Wat we gaan doen vanavond?’ zei ze terwijl haar hakken haar het park uitvoerden, het stadse leven in. ‘Even niet bezig zijn met onze plannen. Gewoon even lekker zuipen. Wat lol hebben.’ Ze keek hem aan en het kwam bijna smekend over. ‘Ik heb het gevoel dat we dat verdienen. We zetten ons zo hard in voor onze maatschappij, en wat krijgen we ervoor terug? Schouwers achter onze reet.’
Ze hief haar neus op. ‘Denken ze soms dat ik het leuk vind om er zo uit te zien?’ mompelde ze meer tegen zichzelf dan tegen Nyx. ‘Ik doe het voor hen.’ Bij de uitgang van het park stond een eenzame zwerver met een peuk in zijn bek en wat smerige niet-bewegende Dreuzelkranten in zijn arm.
Valarie keek om zich heen toen ze zag dat de Dreuzel hen opmerkte en hun kant op liep. Niemand lette op: ze waren allemaal bezig met elkaar. Jointje roken, beetje “chillen”, dat soort dingen. Uit het niets haalde ze haar toverstok tevoorschijn en in één tel verscheen er een kleine, fijne groene flits die het leven uit de ogen van de zwerver doofden –
En ze Verdwijnselden naar een paar blokjes verderop. ‘Sorry, ik kon het gewoon niet laten,’ zei ze terwijl ze haar handen door haar haren haalde. Ze keek hem verontschuldigend aan. ‘Jij zou hetzelfde gedaan hebben. Vooral als je een vrouw was.’
Ze knikte naar een restaurantje waar de lichtjes vrolijk knipperden. ‘Een Dreuzelrestaurant. Kijken of we daar wat leuks kunnen beleven.’
Ze sleurde hem naar binnen. De Dreuzelober kwam op hen af. ‘Een tafel voor twee personen,’ zei Valarie op commanderende toon, voordat de ober überhaupt zijn mond opengedaan had. Ze werden naar een tafel begeleid die tegen de bar stond, waarna Valarie hem commandeerde om hun sterkste drank te komen brengen en toen ze alleen waren, keek Valarie Nyx aan. Toen ze zat, besefte ze pas hoe moe ze was.
Ze slaakte een zucht. ‘Ik dacht dat onsterfelijkheid me juist krachtiger zou maken,’ zei ze zachtjes. ‘Maar hoe onsterfelijker ik word, hoe moeier ik me voel. Dankjewel,’ zei ze, toen de drank arriveerde. Toen die was ingeschonken, haalde ze haar handen door haar ogen en slaakte een zucht. ‘Afijn. Jij beweerde een methode gevonden te hebben om in te breken bij dat vervloekte Departement van Mystificatie. Vertel.’