04/03/2021, 00:25
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 19/03/2021, 10:49 door AlessaJess.)
Ze voelt haar maag zich samentrekken en een vieze smaak zich in haar mond verzamelen terwijl Valentine daar met zijn rug naar haar toe staat. Schouders omhoog, stokstijf. Hij kan niet niet antwoorden. Ze heeft zijn kennis nodig. Ze heeft dat antwoord nodig. Ze voelt haar longen samenknijpen. Alsjeblieft Val… Alsjeblieft. Op dat moment lijken alle steunpalen die haar overeind houden te kraken. Ik heb je nodig.
Met een ruk draait hij zich naar haar om en alleen alle training van de afgelopen vijftien jaar zorgt ervoor dat ze zelf niet een stap naar achteren springt. Zijn ogen zijn wijd opengesperd en er ontsnapt hem een gepijnigde adem die zich vormt tot het woord dat de afgelopen paar dagen continu door haar eigen hoofd galmde. Nee.
Het woord dat ze gechoqueerd naar haar moeder had gefluisterd. Het woord dat ze door haar tranen heen naar haar moeder had geschreeuwd. Het woord dat door haar hoofd had gezongen terwijl het rood maar bleef komen en komen en de pijn door haar lichaam heen had gescheurd. Het woord dat als een ongrijpbare realiteit had gevoeld toen ze snikkend op de grond had gelegen nadat haar moeder haar toverstok eindelijk weer had opgeborgen en weg was gelopen.
Valentine trekt haar terug naar de realiteit door haar hand uit haar nek te halen en haar aan te kijken. Zijn groene ogen gloeien bijna van de intensiteit waarmee hij haar gezicht lijkt te onderzoeken.
“Niemand. Nog niet tenminste.” Ze duwt de paniek die zich als een slang om al haar organen heen lijkt te wikkelen weg. Voor nu.
“Er is een weduwnaar, hij woont aan de andere kant van het land.” Valentine’s vingers voelen als warme kooltjes tegen haar zoutgedroogde handen. “Zijn rouwperiode is bijna voorbij. Moeder heeft geregeld dat we momenteel veel kennismakingstijd hebben. Mijn verjaardagsgala moet… hét evenement worden.” Ze voelt het gal omhoog komen en trekt haar ogen weg van die intense blik, vol met de shock die zij niet mag laten zien. De shock die ze niet kan laten zien zonder ineen te zakken en nooit meer overeind te komen.
“Hij is een goede match.” Ze hoort zichzelf de details opdreunen die haar moeder haar zo zelfgenoegzaam had toevertrouwd. “Rijk. 7e-generatie Puurbloed. En net dertig geworden, zodat hij me goed kan…” haar stem breekt en ze voelt één verraderlijke traan over haar wang rollen die ze snel wegveegt. “Zodat hij me goed kan inbreken.”
Met een ruk draait hij zich naar haar om en alleen alle training van de afgelopen vijftien jaar zorgt ervoor dat ze zelf niet een stap naar achteren springt. Zijn ogen zijn wijd opengesperd en er ontsnapt hem een gepijnigde adem die zich vormt tot het woord dat de afgelopen paar dagen continu door haar eigen hoofd galmde. Nee.
Het woord dat ze gechoqueerd naar haar moeder had gefluisterd. Het woord dat ze door haar tranen heen naar haar moeder had geschreeuwd. Het woord dat door haar hoofd had gezongen terwijl het rood maar bleef komen en komen en de pijn door haar lichaam heen had gescheurd. Het woord dat als een ongrijpbare realiteit had gevoeld toen ze snikkend op de grond had gelegen nadat haar moeder haar toverstok eindelijk weer had opgeborgen en weg was gelopen.
Valentine trekt haar terug naar de realiteit door haar hand uit haar nek te halen en haar aan te kijken. Zijn groene ogen gloeien bijna van de intensiteit waarmee hij haar gezicht lijkt te onderzoeken.
“Niemand. Nog niet tenminste.” Ze duwt de paniek die zich als een slang om al haar organen heen lijkt te wikkelen weg. Voor nu.
“Er is een weduwnaar, hij woont aan de andere kant van het land.” Valentine’s vingers voelen als warme kooltjes tegen haar zoutgedroogde handen. “Zijn rouwperiode is bijna voorbij. Moeder heeft geregeld dat we momenteel veel kennismakingstijd hebben. Mijn verjaardagsgala moet… hét evenement worden.” Ze voelt het gal omhoog komen en trekt haar ogen weg van die intense blik, vol met de shock die zij niet mag laten zien. De shock die ze niet kan laten zien zonder ineen te zakken en nooit meer overeind te komen.
“Hij is een goede match.” Ze hoort zichzelf de details opdreunen die haar moeder haar zo zelfgenoegzaam had toevertrouwd. “Rijk. 7e-generatie Puurbloed. En net dertig geworden, zodat hij me goed kan…” haar stem breekt en ze voelt één verraderlijke traan over haar wang rollen die ze snel wegveegt. “Zodat hij me goed kan inbreken.”