- Blote voeten in de branding
Er wordt over haar gefluisterd
Het zeeschuim lokt haar
En er wordt gezegd dat zij
Ontembaar is -
Een uil arriveert met de ochtendpost en nog dezelfde avond heeft Valentine zijn koffers klaarstaan. De brief bevat geen details, geen informatie die hem kan voorbereiden op wat hij aan de andere kant van de wereld aan zal treffen. Hij was dertien toen ze het geheime teken afspraken en in de tussenliggende jaren was het weggezakt en vergeten geraakt in zijn geheugen. Toch herkent hij het onmiddellijk. Ze heeft het nog nooit eerder gebruikt, zelfs niet toen haar broer haar familie verliet. Wat kan er erger zijn dan dat?
De reis is oncomfortabel en zijn dunne reismantel geurt naar groenvuur en as. Hij wacht ongeduldig tot de Australische haardvuurautoriteit zijn papieren en eindbestemming gecontroleerd heeft.
Zoals altijd komt Rendall, de koetsier, hem ophalen uit het statige Autumnfell-hotel, dat in het naastgelegen dorp staat; Brontë Manor is niet aangesloten op het Haardvuurkanaal. Het halfuur dat het de kelpies kost om de rit naar het landhuis af te leggen, verloopt in stilte.
Valentine vraagt zich af wat hij tegen Mrs. Brontë moet zeggen bij aankomst. Normaliter kondigt hij zijn komst eerder van tevoren aan. Niet dat Clementine Brontë het zal laten merken dat zijn onverwachte aanwezigheid haar van haar stuk heeft gebracht.
Silas is de eerste die hem begroet. Hij staat hem op te wachten op het bordes en grapt dat het gastenverblijf in de westvleugel zo goed als van hem is inmiddels. Valentine glimlacht, zegt dat hij de Australische zeelucht in zijn dromen nog kan ruiken. Clementine vergezelt hen binnen. De formaliteiten lijken eeuwig te duren, voordat Silas eindelijk opmerkt: ‘Maar laat ons ouwelui je niet vervelen. Aurora zal verrukt zijn met je komst; je zult haar in de manege kunnen vinden.’
Opluchting stroomt door Valentines aderen. Ze is nog niet uit rijden, dus hij kan nu naar haar toe. Haar nu spreken.
Terwijl een bediende zijn koffers naar zijn vertrekken brengt, volgt Valentine zijn bonkende hart naar de stallen. Rendall wijst hem met een hoofdknikje naar de achterste box, bevestigt daarmee wat Valentine al wist: dat Aurora bij Ocura is.
‘Ms. Brontë,’ zegt hij, en zijn stem is zacht, opdat hij haar niet laat schrikken. ‘Ik heb je brief ontvangen. Ik zou graag verhalen uitwisselen; we hebben elkaar vast veel te vertellen. Zullen we uit rijden gaan?’