31/01/2021, 20:53
Ze konden er dus niet uit? Oliver dacht dat het benauwend was dat zijn moeder zulke hoge verwachtingen van hem had, maar dit… was nog iets benauwder, vooral omdat er best veel Ravenklauwen in de Leerlingenkamer waren, want er viel een puzzel op te lossen. Bij het betreden van de toren van Ravenklauw moest al een puzzel opgelost worden; hetzij een kleintje, en nu voor het verlaten dus nog eentje! Ze waren er nog enthousiast over ook, en dat terwijl Oliver toch echt wel graag naar buiten wilde. Dus moest hij op zoek naar een puzzel die hem een heel kleine hint zou geven van het wachtwoord.
Leerlingen dromden om een magisch labyrinth heen, dat pas tot leven kwam als er door een kaleidoscoop werd gekeken vanuit een bepaalde hoek, waardoor de oplossing wel zichtbaar was, alleen de uitvoering nog niet. Een andere leerling was bezig met een ouderwetse draaischijftelefoon, die voorheen nooit in de Leerlingenkamer had gestaan, dus die moest echt iets met het raadsel te maken hebben.
Oliver zocht eigenlijk eerder naar Noah dan naar onmogelijke puzzeltjes, want wat deden die ertoe? Over een jaar of tien zou hij zeggen dat hij personeel had om raadsels op te lossen. Afwachtend ging hij zitten in een fauteuil bij de haard, die normaal gesproken bezet werden gehouden door ouderejaars. Die stuurden soms de eerste- en tweedejaars weg als die daar zaten, dus Oliver ging daar niet vaak zitten, al was hij al lang geen brugpieper meer.
Wat een raar vaasje, dacht hij bij de aanblik van een Delfts blauw ding op de schouw. Het was wel de juiste kleur voor Ravenklauw, maar hij was zo… lelijk! Daarbij wist Oliver zeker dat die daar eerder niet had gestaan, dus zou het vast een escaperoom-ding zijn.
Een tijdje staarde hij ernaar, voordat hij opstond en het ding pakte. Het was een vaas met een dekseltje, meer een soort urn, en hij kon niet open. Hij was versierd met allerlei letters die met stippellijntjes aan elkaar verbonden waren.
Ergens moest de eerste letter staan, toch? Oliver glimlachte: nu had hij zich toch door het spel laten grijpen. Hij moest en zou die eerste letter vinden! Geconcentreerd draaide hij de vaas in zijn handen, volgde de stippellijnen, zocht naar hoofdletters tussen de onderkasten en vond nog helemaal niks.
Leerlingen dromden om een magisch labyrinth heen, dat pas tot leven kwam als er door een kaleidoscoop werd gekeken vanuit een bepaalde hoek, waardoor de oplossing wel zichtbaar was, alleen de uitvoering nog niet. Een andere leerling was bezig met een ouderwetse draaischijftelefoon, die voorheen nooit in de Leerlingenkamer had gestaan, dus die moest echt iets met het raadsel te maken hebben.
Oliver zocht eigenlijk eerder naar Noah dan naar onmogelijke puzzeltjes, want wat deden die ertoe? Over een jaar of tien zou hij zeggen dat hij personeel had om raadsels op te lossen. Afwachtend ging hij zitten in een fauteuil bij de haard, die normaal gesproken bezet werden gehouden door ouderejaars. Die stuurden soms de eerste- en tweedejaars weg als die daar zaten, dus Oliver ging daar niet vaak zitten, al was hij al lang geen brugpieper meer.
Wat een raar vaasje, dacht hij bij de aanblik van een Delfts blauw ding op de schouw. Het was wel de juiste kleur voor Ravenklauw, maar hij was zo… lelijk! Daarbij wist Oliver zeker dat die daar eerder niet had gestaan, dus zou het vast een escaperoom-ding zijn.
Een tijdje staarde hij ernaar, voordat hij opstond en het ding pakte. Het was een vaas met een dekseltje, meer een soort urn, en hij kon niet open. Hij was versierd met allerlei letters die met stippellijntjes aan elkaar verbonden waren.
Ergens moest de eerste letter staan, toch? Oliver glimlachte: nu had hij zich toch door het spel laten grijpen. Hij moest en zou die eerste letter vinden! Geconcentreerd draaide hij de vaas in zijn handen, volgde de stippellijnen, zocht naar hoofdletters tussen de onderkasten en vond nog helemaal niks.