03/01/2021, 14:49
Theo kon er niet tegen als andere mensen aan haar spullen zaten. Theo had smetvrees en kon er heel slecht tegen wanneer andere mensen aan allerlei attributen zaten die van haar waren; alle bacteriën die ze ergens anders hadden opgevangen, verspreidden, je zou zelfs het woord ‘veegden’ ze dan over haar spullen en dat vond ze niets.
Theo droeg dan ook altijd handschoenen om te zorgen dat haar handen niet besmet raakten. Die maakte ze na zo’n dag dan ook snel schoon, want wie wist wat er allemaal op zat. Daarnaast had ze altijd felgekleurde nepnagels om ervoor te zorgen dat, als ze iets aanraakte, dat op een lichaamsdeel kwam wat niet van haar was.
In haar eigen kamer droeg Theo geen handschoenen, behalve van de deurknop, want ze ging er eigenlijk vanuit dat niemand aan haar spullen kwam, zelfs de huis-elf niet, want die had ze duidelijk geïnstrueerd om van haar spullen af te blijven. En nu zat Mason met zijn vieze, gore tengels aan haar spullen!
‘Blijf AF!’ ze deed haar handschoenen aan en rukte alles wat Mason opraapte uit zijn handen. Ze keek hem kwaad aan, of nou ja, ze keek naar zijn voorhoofd, want daar zaten zijn ogen niet. ‘Als je nu niet weggaat, dan… dan…’ Ze dacht na. ‘Dan zorg ik er hoogstpersoonlijk voor dat je eruit gaat!’ Ze greep haar toverstok van haar bureau en richtte die op Mason. ‘Ik – ik meen het! Ik tel tot drie! Eén… t-twee…’
Theo droeg dan ook altijd handschoenen om te zorgen dat haar handen niet besmet raakten. Die maakte ze na zo’n dag dan ook snel schoon, want wie wist wat er allemaal op zat. Daarnaast had ze altijd felgekleurde nepnagels om ervoor te zorgen dat, als ze iets aanraakte, dat op een lichaamsdeel kwam wat niet van haar was.
In haar eigen kamer droeg Theo geen handschoenen, behalve van de deurknop, want ze ging er eigenlijk vanuit dat niemand aan haar spullen kwam, zelfs de huis-elf niet, want die had ze duidelijk geïnstrueerd om van haar spullen af te blijven. En nu zat Mason met zijn vieze, gore tengels aan haar spullen!
‘Blijf AF!’ ze deed haar handschoenen aan en rukte alles wat Mason opraapte uit zijn handen. Ze keek hem kwaad aan, of nou ja, ze keek naar zijn voorhoofd, want daar zaten zijn ogen niet. ‘Als je nu niet weggaat, dan… dan…’ Ze dacht na. ‘Dan zorg ik er hoogstpersoonlijk voor dat je eruit gaat!’ Ze greep haar toverstok van haar bureau en richtte die op Mason. ‘Ik – ik meen het! Ik tel tot drie! Eén… t-twee…’