29/12/2020, 20:11
“Ah, handig, zo’n runenvertaler, maarre… wat betekent: ‘Dyson V10 Cyclone Total Clean?’ Is dat het Dreuzelwoord voor ‘Vliegfunctie uitgeschakeld voor deze Bezem?’” Met de handleiding van de stofzuiger (of wat het dan ook wezen mocht) in de hand keek hij grinnikend naar de plaatjes die allemaal onder de doeken vandaan kwamen. Het geluid van die papierspuugmachine overstemde hen beiden.
“Wat leuk, een Dreuzel. En nog eentje! Ben je er soms verliefd op?” Hij raapte enkele stilstaande foto’s op dun papier op en bekeek de plaatjes. Het waren ook maar mensen. Onmagische mensen, met saaie gezichten.
“Welkom, onmagisch volk! Vier vooral kerst in de kamer van mijn nicht!” Daarna propte hij alles bij Theodora in een lade, waar de gezichten verkreukelden. Theodora leek het allemaal heel gênant te vinden, en dat was natuurlijk volkomen terecht. Dat Mason zelf daar zijn gedachten over had, namelijk gatverdamme!, was tot daar aan toe, maar wat zouden haar ouders ervan vinden?
Met een ruk trok hij het laken waaronder die ratelende Dreuzelmachine stond, weg.
“Zo, zo. Een - hoe heet zo’n ding? - trompoeter? Wat moet je daarmee?”
Ze had al gemurmeld dat het allemaal voor Dreuzelkunde was, maar Mason wist met honderd procent zekerheid te zeggen dat het bezitten van zo’n plastic Dreuzelding niet van de leerlingen werd geëist. Sterker nog: als professor Wapenaar dit ding zou zien, zou hij zo blij zijn als een tornado op een camping.
“Wat heb je nog meer? Laat eens zien, je hebt vast zo’n warme haarblazer. En zo’n klutsmachine? Een muziekinstrument met een snoer?” Weggaan kwam, ondanks Theodora’s smeekbede om van haar spullen af te blijven, niet in hem op. Nee, integendeel: hij trok hier en daar een deur of een la open in de hoop nog meer van die Dreuzelzooi te vinden. Dat was veel leuker dan kerstmis vieren.
“Wat leuk, een Dreuzel. En nog eentje! Ben je er soms verliefd op?” Hij raapte enkele stilstaande foto’s op dun papier op en bekeek de plaatjes. Het waren ook maar mensen. Onmagische mensen, met saaie gezichten.
“Welkom, onmagisch volk! Vier vooral kerst in de kamer van mijn nicht!” Daarna propte hij alles bij Theodora in een lade, waar de gezichten verkreukelden. Theodora leek het allemaal heel gênant te vinden, en dat was natuurlijk volkomen terecht. Dat Mason zelf daar zijn gedachten over had, namelijk gatverdamme!, was tot daar aan toe, maar wat zouden haar ouders ervan vinden?
Met een ruk trok hij het laken waaronder die ratelende Dreuzelmachine stond, weg.
“Zo, zo. Een - hoe heet zo’n ding? - trompoeter? Wat moet je daarmee?”
Ze had al gemurmeld dat het allemaal voor Dreuzelkunde was, maar Mason wist met honderd procent zekerheid te zeggen dat het bezitten van zo’n plastic Dreuzelding niet van de leerlingen werd geëist. Sterker nog: als professor Wapenaar dit ding zou zien, zou hij zo blij zijn als een tornado op een camping.
“Wat heb je nog meer? Laat eens zien, je hebt vast zo’n warme haarblazer. En zo’n klutsmachine? Een muziekinstrument met een snoer?” Weggaan kwam, ondanks Theodora’s smeekbede om van haar spullen af te blijven, niet in hem op. Nee, integendeel: hij trok hier en daar een deur of een la open in de hoop nog meer van die Dreuzelzooi te vinden. Dat was veel leuker dan kerstmis vieren.