22/12/2020, 22:10
“Open?” zei Moyra tegen zichzelf, en voelde nogmaals aan de deurklink, die inderdaad de deur liet openen. Oh, had ze dat geweten! Haha, wat suf; stond ze hier een beetje door een brievenbus te roepen.
Voordat ze naar binnen ging, hoorde ze ineens een bekende stem.
“Morgan, hoi! Wat toevallig! Ja, Maggie is thuis, ik hoorde haar net dat de deur open is en eh… Nou, zullen we?” Met een uitnodigend gebaar gaven ze zichzelf toegang tot Maggies woonruimte die… een beetje muf rook… en er was al een tijdje niet schoongemaakt en er stond zo hier en daar wat vuile vaat. Er lag een lege wijnfles op de grond, en verderop nog eentje. De lampekap zat scheef op de lamp en er stond een bosje uitgebloeide bloemen op tafel.
“Oh… Ja, het is al middag,” zei Moyra terwijl ze de troep stilletjes bekeek. Wat was er aan de hand? Ze wilde iets zeggen, maar wist niet wat, en zou graag dingen vergoelijken. UIteindelijk zei ze: “Het is wat hè, zo’n lockdown. Je weet toch op een gegeven moment niet meer wat je moet.”
Maggies pyjama of wat het dan ook wezen mocht, sprak boekdelen: iemand was hier het besef van dag en nacht kwijt.
“Heb jij daar nou geen last van, Morgan? Ik bedoel: ik kom hier naartoe om iets om handen te hebben en eh… volgens mij had ik geen dag later moeten komen, maar… Ik vind het toch wel een dingetje hoor: winkels dicht, cafeetjes dicht, feestjes afgelast.”
Ja, daar kon menig mens toch depessief van worden? Dat leek haar nog een semi-normale reactie. Hoewel het wel een erge bende was. Zo kende ze Maggie helemaal niet; die was altijd tot in de puntjes verzorgd! Zou ze anders maar weer weggaan, en dan terugkomen als Maggie er klaar voor was?
Voordat ze naar binnen ging, hoorde ze ineens een bekende stem.
“Morgan, hoi! Wat toevallig! Ja, Maggie is thuis, ik hoorde haar net dat de deur open is en eh… Nou, zullen we?” Met een uitnodigend gebaar gaven ze zichzelf toegang tot Maggies woonruimte die… een beetje muf rook… en er was al een tijdje niet schoongemaakt en er stond zo hier en daar wat vuile vaat. Er lag een lege wijnfles op de grond, en verderop nog eentje. De lampekap zat scheef op de lamp en er stond een bosje uitgebloeide bloemen op tafel.
“Oh… Ja, het is al middag,” zei Moyra terwijl ze de troep stilletjes bekeek. Wat was er aan de hand? Ze wilde iets zeggen, maar wist niet wat, en zou graag dingen vergoelijken. UIteindelijk zei ze: “Het is wat hè, zo’n lockdown. Je weet toch op een gegeven moment niet meer wat je moet.”
Maggies pyjama of wat het dan ook wezen mocht, sprak boekdelen: iemand was hier het besef van dag en nacht kwijt.
“Heb jij daar nou geen last van, Morgan? Ik bedoel: ik kom hier naartoe om iets om handen te hebben en eh… volgens mij had ik geen dag later moeten komen, maar… Ik vind het toch wel een dingetje hoor: winkels dicht, cafeetjes dicht, feestjes afgelast.”
Ja, daar kon menig mens toch depessief van worden? Dat leek haar nog een semi-normale reactie. Hoewel het wel een erge bende was. Zo kende ze Maggie helemaal niet; die was altijd tot in de puntjes verzorgd! Zou ze anders maar weer weggaan, en dan terugkomen als Maggie er klaar voor was?