Leraren hadden altijd een hekel aan hem. Orlendr kende de jongeman niet, maar hij vermoedde dat het iets te maken had met zijn voorkomen. Een buitenbeentje. Dat herkende hij wel en hoewel ook hij geïmponeerd was door de excentrieke uitstraling van Seth was hij altijd eerder nieuwsgierig dan afkeurend. Pepijn was immers ook niet de meest doorsnee tovenaar die men kon vinden in deze wereld. Misschien dat hij, Orlendr, zichzelf onbewust wel prettig voelde bij andere buitenbeentjes in de samenleving.
’Ik geef Verzorging van Fabeldieren,’ beantwoordde de Noor Seths vraag. ‘Leukste vak op school, als je het mij vraagt, maar dat zullen alle professoren over hun vak zeggen. Natuur en alles wat daarmee te maken heeft, is helemaal mijn ding. Kruidenkunde, Toverdranken en Transfiguratie zijn ook magische takken waarin ik mezelf toch wel adequaat acht. En ik ben erg jaloers op Pepijns vaardigheid om in een kraai te kunnen transformeren. Ik heb me helaas te laat verdiept in de materie om te leren een Faunaat te kunnen zijn dus ik vrees dat me dat niet meer gaat lukken. Als je wat aardige spreuken wil leren ben je wel aan het juiste adres. Ik gebruik nog weleens wat oude Scandinavische spreuken die niet zo bekend zijn hier.’
Zijn kraaienvriend vulde het gesprek aan met de mededeling dat Seth nooit een uitnodiging had gekregen van Zweinstein. Orlendr lichtte zijn borstelige grijze wenkbrauwen op, want dat leek hem zeer onwaarschijnlijk. Dan moest er al een reden zijn dat die uitnodiging bewust niet was verstuurd. Misschien had het Ministerie zich ingelezen en wisten ze al dat Seth mogelijk voor problemen zou zorgen in het kasteel? Hij kon alleen maar gissen, aangezien hij zijn eigen tovenaarsopleiding voor de helft had doorgebracht in Noorwegen.
’Dat is bijzonder! Ikzelf heb ook geen brief van Zweinstein ontvangen, aangezien ik niet van hier ben dus de toelatingsprocedure moet ik je schuldig blijven. Maar zo te zien lukt het jullie beiden wel om Seths magie onder controle te houden, niet waar?’ glimlachte Orlendr met zijn wijze blauwe ogen iets langer gefocust op Pepijn dan op Seth. Een ietwat strenge blik die moest vertellen dat de afloop met Yorick een onderwerp van gesprek was bij een privéontmoeting tussen hen beiden.
’Ik geef Verzorging van Fabeldieren,’ beantwoordde de Noor Seths vraag. ‘Leukste vak op school, als je het mij vraagt, maar dat zullen alle professoren over hun vak zeggen. Natuur en alles wat daarmee te maken heeft, is helemaal mijn ding. Kruidenkunde, Toverdranken en Transfiguratie zijn ook magische takken waarin ik mezelf toch wel adequaat acht. En ik ben erg jaloers op Pepijns vaardigheid om in een kraai te kunnen transformeren. Ik heb me helaas te laat verdiept in de materie om te leren een Faunaat te kunnen zijn dus ik vrees dat me dat niet meer gaat lukken. Als je wat aardige spreuken wil leren ben je wel aan het juiste adres. Ik gebruik nog weleens wat oude Scandinavische spreuken die niet zo bekend zijn hier.’
Zijn kraaienvriend vulde het gesprek aan met de mededeling dat Seth nooit een uitnodiging had gekregen van Zweinstein. Orlendr lichtte zijn borstelige grijze wenkbrauwen op, want dat leek hem zeer onwaarschijnlijk. Dan moest er al een reden zijn dat die uitnodiging bewust niet was verstuurd. Misschien had het Ministerie zich ingelezen en wisten ze al dat Seth mogelijk voor problemen zou zorgen in het kasteel? Hij kon alleen maar gissen, aangezien hij zijn eigen tovenaarsopleiding voor de helft had doorgebracht in Noorwegen.
’Dat is bijzonder! Ikzelf heb ook geen brief van Zweinstein ontvangen, aangezien ik niet van hier ben dus de toelatingsprocedure moet ik je schuldig blijven. Maar zo te zien lukt het jullie beiden wel om Seths magie onder controle te houden, niet waar?’ glimlachte Orlendr met zijn wijze blauwe ogen iets langer gefocust op Pepijn dan op Seth. Een ietwat strenge blik die moest vertellen dat de afloop met Yorick een onderwerp van gesprek was bij een privéontmoeting tussen hen beiden.