19/12/2020, 17:43
Seth vond op stap gaan met Pepijn echt geweldig. Vooral in de buurt van Pepijns huisje. Zweinsveld was zo ontzettend leuk, heerlijk kneuterig met allemaal lichtjes aan en dan ook nog eens een sneeuwwit deken dat zich op het dorp had laten neerdalen. Toen hij vanaf de heuvel het dorpje bekeek, was het net een beeld aan het begin van een kerstfilm die zich op een fictieve, gezellige plaats afspeelde.
Hij was met Pepijn nu, al een tijdje. Het was ontzettend romantisch en ze deden veel samen. Het gevoel dat hij voor Pepijn had toen het ‘aan ging’, om het maar even kneuterig te benoemen, was er nog steeds en voelde Seth ook altijd als hij s’ochtends naast zijn vriend wakker werd. Hij was lief, zorgzaam, een tikkeltje mysterieus en daar hield Seth wel van. En, last but not least – een goede zoener.
Nu was er een kerstmarkt. Hij sloeg zijn mantel wat verder tegen zich aan terwijl hij over de besneeuwde zogenaamde Winter Wonderweide liep. Een magisch gevoed vuur woedde in het midden van het veldje en er stonden allemaal verschillende kraampjes. Net toen hij wilde zeggen dat hij trek had in een lekkere warme glühwein, kwam Pepijn een bekende tegen.
Het was een stokoude man en blijkbaar gaf hij les op Zweinstein, de toverschool om ’t hoekje. De man leek verbaasd en verward te zijn, maar dat kende Seth. Hij had een tijdje als vrijwilliger in de zorg gewerkt, tot bleek dat een paar oude mannetjes zaten te klagen over zijn kledingstijl.
Hij gooide een arm om Pepijn heen. ‘Pepijn is mijn vriendje inderdaad,’ zei hij vrolijk en gaf, ter demonstratie, een zoen op zijn wang. Hij stak daarna beleefd een hand uit naar de oudere meneer. ‘Ik ben Seth – Seth Sneeuw,’ zei hij. ‘Ik heb helaas niet op Zweinstein gezeten, anders had u mij wel herkend ben ik bang. Leraren hadden altijd een hekel aan me,’ legde hij snel uit om verwarring te voorkomen, dat hij dacht dat de man oud was. ‘Geeft u een leuk vak? Misschien kunt u mij nog wat leuke spreuken leren.’
Seths outfit in dit topic, minus de zwarte ogen. De bontjas heeft hij dicht tegen zich aan, en niet zo weid open, want er zit een rits aan.
Hij was met Pepijn nu, al een tijdje. Het was ontzettend romantisch en ze deden veel samen. Het gevoel dat hij voor Pepijn had toen het ‘aan ging’, om het maar even kneuterig te benoemen, was er nog steeds en voelde Seth ook altijd als hij s’ochtends naast zijn vriend wakker werd. Hij was lief, zorgzaam, een tikkeltje mysterieus en daar hield Seth wel van. En, last but not least – een goede zoener.
Nu was er een kerstmarkt. Hij sloeg zijn mantel wat verder tegen zich aan terwijl hij over de besneeuwde zogenaamde Winter Wonderweide liep. Een magisch gevoed vuur woedde in het midden van het veldje en er stonden allemaal verschillende kraampjes. Net toen hij wilde zeggen dat hij trek had in een lekkere warme glühwein, kwam Pepijn een bekende tegen.
Het was een stokoude man en blijkbaar gaf hij les op Zweinstein, de toverschool om ’t hoekje. De man leek verbaasd en verward te zijn, maar dat kende Seth. Hij had een tijdje als vrijwilliger in de zorg gewerkt, tot bleek dat een paar oude mannetjes zaten te klagen over zijn kledingstijl.
Hij gooide een arm om Pepijn heen. ‘Pepijn is mijn vriendje inderdaad,’ zei hij vrolijk en gaf, ter demonstratie, een zoen op zijn wang. Hij stak daarna beleefd een hand uit naar de oudere meneer. ‘Ik ben Seth – Seth Sneeuw,’ zei hij. ‘Ik heb helaas niet op Zweinstein gezeten, anders had u mij wel herkend ben ik bang. Leraren hadden altijd een hekel aan me,’ legde hij snel uit om verwarring te voorkomen, dat hij dacht dat de man oud was. ‘Geeft u een leuk vak? Misschien kunt u mij nog wat leuke spreuken leren.’
Seths outfit in dit topic, minus de zwarte ogen. De bontjas heeft hij dicht tegen zich aan, en niet zo weid open, want er zit een rits aan.