Met zijn handen in elkaar gevouwen leunde Orlendr tevreden achterin de comfortabele fauteuil bij het haardvuur. Zijn herdersstaf rustte tegen de armleuning en met zijn blauwe ogen gefocust op de dansende vlammen doezelde hij langzaam in. Pas toen hij het geschuif van een van de stoelen hoorde, schrok hij wakker.
’Bij Merlijn!’ bracht hij slaapdronken uit. ‘Oh! Mijn excuses, jongedame,’ verontschuldigde de senior zich bij de aanblik van de jonge professor Geschiedenis van Toverkunst. ‘Ik, eh, was even ingedommeld vrees ik.’
Orlendr stond op en klopte op zijn mollige buik.
’Zo, dus wij mogen de borrel aftrappen! Wat kan ik voor je inschenken? Ik ga zelf voor een heerlijke zoete Elfenwijn vanavond.’
Op zoek naar een glas van een beetje formaat voor zichzelf -waarom waren die krengen allemaal zo klein?- gaf hij er ook een aan Dara. De huis-elfen hadden zich weer goed uitgeleefd, want er was een grote verscheidenheid hapjes en drank aanwezig. Als een echte Bourgondiër begon hij een bord vol te laden met de lekkernijen. Stukjes kaas met olijven, geroosterd brood met tapenade en een gegrild drumstickje sierden al snel zijn bord. Halverwege zijn eerste stukje kaas besefte hij zich dat er buiten Dara nog geen enkele andere professor op de borrel was verschenen en dat hij waarschijnlijk de halve hapjestafel al had geclaimd tegen de tijd dat ze zouden verschijnen.
’Dus, eh, kaasje?’ bood Orlendr zijn jonge collega aan, terwijl hij nonchalant zijn bord met lekkers neerzette.
’Bij Merlijn!’ bracht hij slaapdronken uit. ‘Oh! Mijn excuses, jongedame,’ verontschuldigde de senior zich bij de aanblik van de jonge professor Geschiedenis van Toverkunst. ‘Ik, eh, was even ingedommeld vrees ik.’
Orlendr stond op en klopte op zijn mollige buik.
’Zo, dus wij mogen de borrel aftrappen! Wat kan ik voor je inschenken? Ik ga zelf voor een heerlijke zoete Elfenwijn vanavond.’
Op zoek naar een glas van een beetje formaat voor zichzelf -waarom waren die krengen allemaal zo klein?- gaf hij er ook een aan Dara. De huis-elfen hadden zich weer goed uitgeleefd, want er was een grote verscheidenheid hapjes en drank aanwezig. Als een echte Bourgondiër begon hij een bord vol te laden met de lekkernijen. Stukjes kaas met olijven, geroosterd brood met tapenade en een gegrild drumstickje sierden al snel zijn bord. Halverwege zijn eerste stukje kaas besefte hij zich dat er buiten Dara nog geen enkele andere professor op de borrel was verschenen en dat hij waarschijnlijk de halve hapjestafel al had geclaimd tegen de tijd dat ze zouden verschijnen.
’Dus, eh, kaasje?’ bood Orlendr zijn jonge collega aan, terwijl hij nonchalant zijn bord met lekkers neerzette.