Het eten voelde als een gebalanceerd toneelstukje tussen twee vreemden die op een podium waren gegooid en moesten doen alsof ze elkaar kenden. Vooral de “ja, en…” regel voelde als een soort constante. Bijna de helft van de keren dat Damien haar vertelde dat ze iets echt leuk vond, moest ze zich heel hard inhouden om niet beide wenkbrauwen omhoog te gooien en hem voor gek te verklaren. Vaak ook omdat bij de meeste van de dingen die hij zei, ze geen idee had wat hij nou eigenlijk bedoelde, wat het allemaal een tikkeltje lastig maakte. Niet voor de eerste keer die dag vroeg ze zich af hoe Damien en zij überhaupt vrienden waren geworden. Het voelde allemaal zo…geforceerd. En duidelijk had Damien het niet naar zijn zin. Hij zat vanaf voor dat het eten kwam al te springen om weer weg te kunnen gaan. Zijn blik schoot steeds alle kanten op en hoewel hij nog wel gewoon glimlachte, voelde het erg gehaast en gespeeld. Hij had het duidelijk gehad met zijn geduld voor ‘het geheugenloze meisje’ dat hij de hele dag mee had gesleept.
Toen hij eindelijk zijn mond opentrok om te vragen of ze alsjeblieft snel naar huis konden, hield ze het zelf ook bijna niet meer. “Ja sure. Laten we gaan.” Ze gaf hem haar warmste glimlach om hem te laten weten dat ze het snapte. De arme jongen had er ook niet om gevraagd om de rest van de dag met haar opgescheept te zitten. Hij was alleen even op bezoek gekomen, tot ze hem had gevraagd of hij alsjeblieft mee wilde gaan naar haar gesprek met de heelkundigen, waarna hij haar gelijk mee had gekregen. Als een soort puppy die je gevolgd is uit de kennel, maar je nooit echt had willen adopteren. Hij had vast genoeg plannen gemaakt voor vandaag die hij nu al had moeten missen of moeten verschuiven.
En toch streek het haar een beetje tegen de haren in. Niet genoeg dat ze er echt geïrriteerd van werd, maar ze voelde toch een steek in haar maag. Als je ooit een keer volledig op je vrienden moet kunnen bouwen, is dit het toch? Was ze dan echt zo'n moeite?
Ze haalde haar pasje uit haar telefoon om te betalen en had haar pincode ingevoerd voor ze er überhaupt erg in had. Ze staarde een halve seconde naar het pinapparaat en het meisje dat hem vasthield terwijl ze zich probeerde te herinneren wat ze nou had ingevoerd. Maar ze had geen idee. Haar vingers leken een heel eigen leven te leidden dan hetgeen waar zij deel van uitmaakte. De heelkundige had haar gewaarschuwd dat dit soort automatische dingen nog in haar hoofd zouden kunnen zitten, maar hij had je handtekening zetten als voorbeeld gegeven. Als ze zou hebben gehonkbald, zou het wegslaan van een bal er blijkbaar onder hebben gevallen – maar dan waarschijnlijk alleen als ze verrast zou zijn geweest… Maar… als… dan… mocht het zo zijn dat…wellicht… In alle eerlijkheid had hij er een beetje een rotzooitje van gemaakt. Hij had haar niet eens antwoord kunnen geven op Damiens vraag of ze nog wel viool zou kunnen spelen – hoe raak je zo verrast dat je automatisch een viool gaat spelen? Ze deelde dit bijna met hem, maar Damien leek zo snel mogelijk weg te willen gaan, dus ze liet het maar zitten.
Toen hij eindelijk zijn mond opentrok om te vragen of ze alsjeblieft snel naar huis konden, hield ze het zelf ook bijna niet meer. “Ja sure. Laten we gaan.” Ze gaf hem haar warmste glimlach om hem te laten weten dat ze het snapte. De arme jongen had er ook niet om gevraagd om de rest van de dag met haar opgescheept te zitten. Hij was alleen even op bezoek gekomen, tot ze hem had gevraagd of hij alsjeblieft mee wilde gaan naar haar gesprek met de heelkundigen, waarna hij haar gelijk mee had gekregen. Als een soort puppy die je gevolgd is uit de kennel, maar je nooit echt had willen adopteren. Hij had vast genoeg plannen gemaakt voor vandaag die hij nu al had moeten missen of moeten verschuiven.
En toch streek het haar een beetje tegen de haren in. Niet genoeg dat ze er echt geïrriteerd van werd, maar ze voelde toch een steek in haar maag. Als je ooit een keer volledig op je vrienden moet kunnen bouwen, is dit het toch? Was ze dan echt zo'n moeite?
Ze haalde haar pasje uit haar telefoon om te betalen en had haar pincode ingevoerd voor ze er überhaupt erg in had. Ze staarde een halve seconde naar het pinapparaat en het meisje dat hem vasthield terwijl ze zich probeerde te herinneren wat ze nou had ingevoerd. Maar ze had geen idee. Haar vingers leken een heel eigen leven te leidden dan hetgeen waar zij deel van uitmaakte. De heelkundige had haar gewaarschuwd dat dit soort automatische dingen nog in haar hoofd zouden kunnen zitten, maar hij had je handtekening zetten als voorbeeld gegeven. Als ze zou hebben gehonkbald, zou het wegslaan van een bal er blijkbaar onder hebben gevallen – maar dan waarschijnlijk alleen als ze verrast zou zijn geweest… Maar… als… dan… mocht het zo zijn dat…wellicht… In alle eerlijkheid had hij er een beetje een rotzooitje van gemaakt. Hij had haar niet eens antwoord kunnen geven op Damiens vraag of ze nog wel viool zou kunnen spelen – hoe raak je zo verrast dat je automatisch een viool gaat spelen? Ze deelde dit bijna met hem, maar Damien leek zo snel mogelijk weg te willen gaan, dus ze liet het maar zitten.