12/12/2020, 17:52
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 12/12/2020, 18:55 door AlessaJess.)
Ah ja, de Blue-en-Damienmethode, waarbij je als persoon die zich compleet niks of niemand meer kon herinneren, in plaats van het rustig aan te doen en om en om met mensen uit eten zou gaan, je ze gewoon allemaal in één keer uitnodigde voor een knalfeest in de hoop dat je ze in ieder geval allemaal een keer te spreken kreeg in de loop van de avond. Wat overduidelijk het geval niet kon zijn.
Eliza voelde haar mondhoek omhoog trekken. Het klonk als een goed idee. Makkelijkste manier om de eikels eruit te trekken was door ze met anderen om te zien gaan. Kijken hoe erg ze anderen naar beneden zouden trekken om je aandacht te krijgen. Iets te vaak was dat antwoord vrij ver in haar ervaring. En als Blue dan… Ze voelde haar glimlach iets haperen.
Blue had een feest gevierd om haar vrienden weer te leren kennen en het eerste wat Eliza had gevraagd aan Damien was om het feestje af te breken en Blue even weg te werken. Ze voelde ondanks het warme water een koude rilling over haar rug trekken. Kut. Ze kneep haar ogen dicht en liet haar hoofd in haar handen vallen. Lekkere actie voor een vriend.
Ze hoorde dat Damien het krukje naast het bad opschoof en erop ging zitten. Ze keek hem vanuit haar ooghoeken aan. Zijn ogen glinsterden toen hij haar naar het beledigen van zijn familietraditie vroeg. Zijn scherts trok half aan haar mondhoek en ze mompelde een half-gemeende “Het zou het waard geweest zijn…” voor hij haar naar haar echte reden vroeg. Er flitste weer een beeld voor haar ogen van Marsha, hoe groot haar ogen waren geweest toen ze Eliza in de deuropening had zien staan. Hoe snel ze onder hem vandaan was gekropen. Nee, rot op. Niet aan denken. Hij verdiende een antwoord. Een eerlijk antwoord.
“Marsha…” Ze voelde haar stem breken en keek weg. fuck. Alleen die fucking naam al. Ze ging niet nu opeens de huilende trut uit lopen hangen. Alsof iemand daarop zat te wachten. Ze probeerde het nog een keer. Schraapte haar keel. Maar haar stem wilde niet gehoorzamen. Verdomme! Was zij niet de baas van haar lichaam?! Als ze godverdomme zowel haar hoofd als haar lichaam niet meer in de hand had, waar had ze dan wel nog controle over?
En ondertussen wachtte Damien nog op antwoord.
“Mijn vriendin heeft het met mijn bassist gedaan, dus nee.” Haar stem brak weer. “Ik wil het er niet over hebben.” Haar ogen lekten. Tuurlijk besloten ze op dat moment haar nog even meer te saboteren. Net als de rest van de wereld. Of in ieder geval het gedeelte waarvan ze had gedacht dat ze het kon vertrouwen. En ondertussen zat Damien daar haar gewoon aan te staren. En hij wist nog niet eens half hoe erg het was. Hoe dicht ze was gekomen tot een blijkbaar kolossale vergissing. Nee. Dit kon ze niet. Ze dumpte haar hoofd onderwater. Alle gedachten en beelden stroomden door elkaar en konden die stemmetjes niet gewoon een keer hun kop houden?! Maar onderwater voelde ze zich nog machtelozer en bloter en alleen dan erboven, dus trok ze zichzelf weer omhoog.
Ze voelde de druppels langs haar gezicht lopen en zich vermengen met tranen terwijl ze Damien recht aankeek. “Ik bedoel, jij was ook niet perfect of zo, maar je fuckte tenminste niet met fúck-ing Alex!” Ze sloeg het water weg met haar vuisten. “Fuck!”
Alle energie leek in één keer uit haar lichaam te vloeien.
Haar adem kalmeerde een beetje. Haar hoofd bonsde wat harder.
Ze wierp een blik op Damien, die nu doorweekt op het krukje zat. “Shit.” Ze schudde haar hoofd zachtjes. “Sorry Deems.”
Een verslagen gevoel maakte zich de meester van haar en ze wist niet wat ze ermee moest. Ze haatte het gevoel van machteloos zijn. Ze wist ook niet zeker wat ze nog meer kon zeggen, dus ze greep naar haar tas en maakte het voorvakje wat onhandig open. Daar lag het. Al haar verliefde onschuld opgekropt in een doosje. Haar innerlijke kacheltje stookte zichzelf weer een beetje op aan de na smeulende kooltjes.
Ze kon zich niet herinneren dat ze eerder zo’n kalme furie had gevoeld. Boos terwijl je lief moest blijven glimlachen – of in ieder geval moest proberen om iemand niet gelijk tot in het oneindige te beheksen – sure. Maar dit? Hoe haar vingers trilden terwijl ze het fluwelen doosje voorzichtig oppakte? Hoe de tranen over haar wangen bleven stromen, terwijl ze de energie niet meer leek te hebben om te vloeken? Hoe ze Damien niet aan kon kijken terwijl ze het doosje openklapte en aan hem overgaf? Dit was een pijn waar ze nog niet eerder kennis mee had gemaakt. En ze haatte het.
“Ik dacht echt dat zij het was Deems.” Haar stem klonk zo klein. “En ik kan me nu al bij god niet meer herinneren waarom.” En dat was het pijnlijkste, besefte ze. Niet de ring. Niet het verraad. Niet de eenzaamheid die in haar botten leek te zitten. Maar het feit dat het niet zomaar woorden waren. Geen dingen die ze zichzelf wijs probeerde te maken. Ze meende het.
Eliza voelde haar mondhoek omhoog trekken. Het klonk als een goed idee. Makkelijkste manier om de eikels eruit te trekken was door ze met anderen om te zien gaan. Kijken hoe erg ze anderen naar beneden zouden trekken om je aandacht te krijgen. Iets te vaak was dat antwoord vrij ver in haar ervaring. En als Blue dan… Ze voelde haar glimlach iets haperen.
Blue had een feest gevierd om haar vrienden weer te leren kennen en het eerste wat Eliza had gevraagd aan Damien was om het feestje af te breken en Blue even weg te werken. Ze voelde ondanks het warme water een koude rilling over haar rug trekken. Kut. Ze kneep haar ogen dicht en liet haar hoofd in haar handen vallen. Lekkere actie voor een vriend.
Ze hoorde dat Damien het krukje naast het bad opschoof en erop ging zitten. Ze keek hem vanuit haar ooghoeken aan. Zijn ogen glinsterden toen hij haar naar het beledigen van zijn familietraditie vroeg. Zijn scherts trok half aan haar mondhoek en ze mompelde een half-gemeende “Het zou het waard geweest zijn…” voor hij haar naar haar echte reden vroeg. Er flitste weer een beeld voor haar ogen van Marsha, hoe groot haar ogen waren geweest toen ze Eliza in de deuropening had zien staan. Hoe snel ze onder hem vandaan was gekropen. Nee, rot op. Niet aan denken. Hij verdiende een antwoord. Een eerlijk antwoord.
“Marsha…” Ze voelde haar stem breken en keek weg. fuck. Alleen die fucking naam al. Ze ging niet nu opeens de huilende trut uit lopen hangen. Alsof iemand daarop zat te wachten. Ze probeerde het nog een keer. Schraapte haar keel. Maar haar stem wilde niet gehoorzamen. Verdomme! Was zij niet de baas van haar lichaam?! Als ze godverdomme zowel haar hoofd als haar lichaam niet meer in de hand had, waar had ze dan wel nog controle over?
En ondertussen wachtte Damien nog op antwoord.
“Mijn vriendin heeft het met mijn bassist gedaan, dus nee.” Haar stem brak weer. “Ik wil het er niet over hebben.” Haar ogen lekten. Tuurlijk besloten ze op dat moment haar nog even meer te saboteren. Net als de rest van de wereld. Of in ieder geval het gedeelte waarvan ze had gedacht dat ze het kon vertrouwen. En ondertussen zat Damien daar haar gewoon aan te staren. En hij wist nog niet eens half hoe erg het was. Hoe dicht ze was gekomen tot een blijkbaar kolossale vergissing. Nee. Dit kon ze niet. Ze dumpte haar hoofd onderwater. Alle gedachten en beelden stroomden door elkaar en konden die stemmetjes niet gewoon een keer hun kop houden?! Maar onderwater voelde ze zich nog machtelozer en bloter en alleen dan erboven, dus trok ze zichzelf weer omhoog.
Ze voelde de druppels langs haar gezicht lopen en zich vermengen met tranen terwijl ze Damien recht aankeek. “Ik bedoel, jij was ook niet perfect of zo, maar je fuckte tenminste niet met fúck-ing Alex!” Ze sloeg het water weg met haar vuisten. “Fuck!”
Alle energie leek in één keer uit haar lichaam te vloeien.
Haar adem kalmeerde een beetje. Haar hoofd bonsde wat harder.
Ze wierp een blik op Damien, die nu doorweekt op het krukje zat. “Shit.” Ze schudde haar hoofd zachtjes. “Sorry Deems.”
Een verslagen gevoel maakte zich de meester van haar en ze wist niet wat ze ermee moest. Ze haatte het gevoel van machteloos zijn. Ze wist ook niet zeker wat ze nog meer kon zeggen, dus ze greep naar haar tas en maakte het voorvakje wat onhandig open. Daar lag het. Al haar verliefde onschuld opgekropt in een doosje. Haar innerlijke kacheltje stookte zichzelf weer een beetje op aan de na smeulende kooltjes.
Ze kon zich niet herinneren dat ze eerder zo’n kalme furie had gevoeld. Boos terwijl je lief moest blijven glimlachen – of in ieder geval moest proberen om iemand niet gelijk tot in het oneindige te beheksen – sure. Maar dit? Hoe haar vingers trilden terwijl ze het fluwelen doosje voorzichtig oppakte? Hoe de tranen over haar wangen bleven stromen, terwijl ze de energie niet meer leek te hebben om te vloeken? Hoe ze Damien niet aan kon kijken terwijl ze het doosje openklapte en aan hem overgaf? Dit was een pijn waar ze nog niet eerder kennis mee had gemaakt. En ze haatte het.
“Ik dacht echt dat zij het was Deems.” Haar stem klonk zo klein. “En ik kan me nu al bij god niet meer herinneren waarom.” En dat was het pijnlijkste, besefte ze. Niet de ring. Niet het verraad. Niet de eenzaamheid die in haar botten leek te zitten. Maar het feit dat het niet zomaar woorden waren. Geen dingen die ze zichzelf wijs probeerde te maken. Ze meende het.