07/12/2020, 22:16
Een beetje treuzelend ging Pepijn weer zitten, niet goed wetend wat hij moest doen. Aster kondigde aan om weg te gaan, maar dat wilde hij liever niet. Jammer genoeg was Frodo in een niet al te beste bui, de sfeer daalde en Pepijn wist wat hij fout had gedaan. Het was natuurlijk zijn schuld dat Frodo boos was, maar hij had het niet geweten wat voor sieraad hij aan Alicia gaf destijds. Het meisje was daarna volledig ontspoord.
Stil zette hij zijn thee aan zijn lippen en probeerde er overheen te praten terwijl hij Frodo zijn gang liet gaan.
“Huiswerk? Welk vak? Transfiguratie?” vroeg hij aan Aster, maar werd al vlug onderbroken door Frodo.
“Nee, ik heb geen vreemde- eh? Waarom vraag je dat? Ik heb geen duistere magie en nou… spinnen zijn geen monsters… toch?” Gruzielementen? Waar had Frodo het over? Langzaam begon de paniek toe te slaan in Pepijns hart en hoofd. Hij wist niet hoe hij het had! Was hij schuldig? Heel schuldig? Moest hij wéér naar Azkaban? Dat idee alleen al zorgde ervoor dat zijn maag zich samenkneep en hij oppervlakkig begon te ademen.
“Wat?” piepte hij toen Frodo ineens een glimmend sieraadje tevoorschijn trok uit een bakje waar hij wel vaker losse troepjes in bewaarde. Was dat illegaal? Wat was daarmee? Er sprongen tranen in zijn ogen omdat hij een boze Frodo gewoonweg niet kon verdragen.
“Dat is… gewoon iets waarmee eksters naar me toe komen. Eksters houden van glimmende dingetjes; hun nesten liggen vol met glanzende troepjes. Dit sieraad heb ik dan bewaard; meestal krijg ik namelijk schroeven, stukjes aluminium of bierdopjes, maar…” Hulpeloos keek hij Frodo aan, met een brok in zijn keel en het gevoel dat hij een vriend kwijt was. Was het dan echt zo fout om zoiets te bewaren? Had hij er gelijk mee naar het Ministerie moeten rennen om het te laten controleren op iets? Nee, hij bleef liever weg bij dat gekkenhuis. Nu zag hij ook dat het Ministerie echt een slechte invloed had op Frodo, maar daarover zou hij niks zeggen. Hij wist best dat hij daar niet tegenop kon.
Stil zette hij zijn thee aan zijn lippen en probeerde er overheen te praten terwijl hij Frodo zijn gang liet gaan.
“Huiswerk? Welk vak? Transfiguratie?” vroeg hij aan Aster, maar werd al vlug onderbroken door Frodo.
“Nee, ik heb geen vreemde- eh? Waarom vraag je dat? Ik heb geen duistere magie en nou… spinnen zijn geen monsters… toch?” Gruzielementen? Waar had Frodo het over? Langzaam begon de paniek toe te slaan in Pepijns hart en hoofd. Hij wist niet hoe hij het had! Was hij schuldig? Heel schuldig? Moest hij wéér naar Azkaban? Dat idee alleen al zorgde ervoor dat zijn maag zich samenkneep en hij oppervlakkig begon te ademen.
“Wat?” piepte hij toen Frodo ineens een glimmend sieraadje tevoorschijn trok uit een bakje waar hij wel vaker losse troepjes in bewaarde. Was dat illegaal? Wat was daarmee? Er sprongen tranen in zijn ogen omdat hij een boze Frodo gewoonweg niet kon verdragen.
“Dat is… gewoon iets waarmee eksters naar me toe komen. Eksters houden van glimmende dingetjes; hun nesten liggen vol met glanzende troepjes. Dit sieraad heb ik dan bewaard; meestal krijg ik namelijk schroeven, stukjes aluminium of bierdopjes, maar…” Hulpeloos keek hij Frodo aan, met een brok in zijn keel en het gevoel dat hij een vriend kwijt was. Was het dan echt zo fout om zoiets te bewaren? Had hij er gelijk mee naar het Ministerie moeten rennen om het te laten controleren op iets? Nee, hij bleef liever weg bij dat gekkenhuis. Nu zag hij ook dat het Ministerie echt een slechte invloed had op Frodo, maar daarover zou hij niks zeggen. Hij wist best dat hij daar niet tegenop kon.