08/11/2020, 00:07
Ook nu hij jarig was, was Anthony een snel tevreden mens. Niet als binnen vijf minuten de middag voorbij zou zijn, maar het vooruitzicht was al meer dan voldoende. De ingrediënten voor de perfecte middag en avond waren: Aster, Aster en ook Aster en een beetje Zweinsveld, een hapje en drankje, een wandeling en nog veel meer Aster, de bon besteden bij de magische sportwinkel, en oh, ja: Aster moest erbij zijn!
“Ja,” beaamde hij over hoe onhandig het was dat ze niet in dezelfde afdeling zaten. “Maar dat uitwisselingsproject wees toch echt andere dingen uit.” Hij zou niet beginnen over hoe ongemakkelijk Aster was als ze alleen nog maar aan de tafel van Griffoendor zat, en als hij zelf bij Ravenklauw zou zitten, voelde hij zich toch ook een vreemde eend in de bijt.
Ze vroeg of hij cadeautjes had gehad en hij knikte. “Ja, bijna allemaal merchandise van Kenmare Kestrels: een shirt en een knuppel met het logo en een poster van hun tweehonderdzesde Zwerkbalteam. Wel cool. Mijn ouders hebben nog niks gestuurd. John kwam alleen even een paar uilenknuffels geven - en een uilevel halen, natuurlijk.”
Ondertussen pakte ze zijn hand, waarmee hij zijn vingers met de hare verstrengelde. De frisse buitenlucht nestelde zich in zijn longen; de wind waaide door zijn haar en haar lippen drukten zich op de zijne.
Hij verloor zichzelf altijd in zulk soort momenten; het was alsof de wereld ophield te bestaan en alleen Aster en hij in een grote, zwevende zeepbel zaten. Deel twee. Hij glimlachte en streek een lokje van haar haren uit haar gezicht.
“Lief,” zei hij zachtjes in haar oor, al was ook hij niet het type om uitgebreid te blijven kussen als er publiek bij aanwezig was.
Oké, wat wilde hij gaan doen? Het was per slot van rekening zijn verjaardag.
“Je hebt natuurlijk die bon gegeven,” begon hij, “en het zou kunnen dat mijn familie per Dreuzelpost een cadeautje heeft gestuurd. In dat geval zou het bij het postkantoor kunnen liggen. En verder… heb ik gehoord dat ze bij De Drie Bezemstelen buiten een soort kampvuur hebben en dat je dan warme dranken bij het loket aan de zijkant kan kopen. Zullen we dat doen?”
Dat leek hem wel knus: een drankje bij een kampvuur. Maar als ze dat niet wilde, was het ook goed. Als ze er maar was.
“Ja,” beaamde hij over hoe onhandig het was dat ze niet in dezelfde afdeling zaten. “Maar dat uitwisselingsproject wees toch echt andere dingen uit.” Hij zou niet beginnen over hoe ongemakkelijk Aster was als ze alleen nog maar aan de tafel van Griffoendor zat, en als hij zelf bij Ravenklauw zou zitten, voelde hij zich toch ook een vreemde eend in de bijt.
Ze vroeg of hij cadeautjes had gehad en hij knikte. “Ja, bijna allemaal merchandise van Kenmare Kestrels: een shirt en een knuppel met het logo en een poster van hun tweehonderdzesde Zwerkbalteam. Wel cool. Mijn ouders hebben nog niks gestuurd. John kwam alleen even een paar uilenknuffels geven - en een uilevel halen, natuurlijk.”
Ondertussen pakte ze zijn hand, waarmee hij zijn vingers met de hare verstrengelde. De frisse buitenlucht nestelde zich in zijn longen; de wind waaide door zijn haar en haar lippen drukten zich op de zijne.
Hij verloor zichzelf altijd in zulk soort momenten; het was alsof de wereld ophield te bestaan en alleen Aster en hij in een grote, zwevende zeepbel zaten. Deel twee. Hij glimlachte en streek een lokje van haar haren uit haar gezicht.
“Lief,” zei hij zachtjes in haar oor, al was ook hij niet het type om uitgebreid te blijven kussen als er publiek bij aanwezig was.
Oké, wat wilde hij gaan doen? Het was per slot van rekening zijn verjaardag.
“Je hebt natuurlijk die bon gegeven,” begon hij, “en het zou kunnen dat mijn familie per Dreuzelpost een cadeautje heeft gestuurd. In dat geval zou het bij het postkantoor kunnen liggen. En verder… heb ik gehoord dat ze bij De Drie Bezemstelen buiten een soort kampvuur hebben en dat je dan warme dranken bij het loket aan de zijkant kan kopen. Zullen we dat doen?”
Dat leek hem wel knus: een drankje bij een kampvuur. Maar als ze dat niet wilde, was het ook goed. Als ze er maar was.