05/10/2020, 18:39
De knuffel was behoorlijk ongemakkelijk. Valarie kon zich eigenlijk niet herinneren wanneer ze voor het laatst een knuffel had gekregen. Maar ze vond het ook wel fijn, al trok ze zich meteen terug toen ze voelde dat Nyx dat ook deed.
Ze voelde een rode blos op haar bleke wangen. Ze had het behoorlijk warm gekregen, en ondanks dat een warme knuffel was, was dat niet de reden dat ze het warm had.
Gelukkig sloeg Nyx snel een ander onderwerp aan. De toverstok die ze gebruikt had om haar eigen brandende villa te ontsnappen was van haar. Ze pakte hem aan. ‘Dankjewel,’ zei Valarie. ‘Dat scheelt weer een vermoordde persoon om naar Ollivander te gaan zonder opgepakt te worden.’ Ze lachte; Dooddoenerhumor.
Ze bekeek Nyx’ Gruzielement. Ze voelde zich enigszins schuldig; ze had hem niet het echte Gruzielement gegeven. Ze had hem een kopie van het Gruzielement gegeven; het echte exemplaar lag ergens verstopt in haar eigen kamp.
En toch vertrouwde hij haar. Het raakte haar nog meer dan het feit dat Nyx haar gered had. Waarom kon Valarie niet gewoon toegeven? Hoe deden anderen dat, mensen vertrouwen? Iedere andere vrouw zou Nyx nu zoenen, het bed induiken, en zij? Zij stond bevroren tegenover hem. Misschien was zij nog meer een monster dan ze zelf dacht.
Ze besefte dat Nyx iets had gezegd en dat ze moest antwoorden. ‘We doen niets aan Dimitri,’ besloot Valarie. ‘Zover hij weet, zijn we allebei verbrand in de villa. We moeten onze Dooddoeners de boodschap laten verspreiden dat we dood zijn. Misschien moeten we zelfs een tijdje ondergronds, nog meer dan we nu al doen. Dan hebben we het Ministerie ook weer van ons spoor. Dimitri zegt dat hij niet voor het Ministerie werkt, maar wie weet wordt hij gevolgd omdat hij… nog gestoorder is dan dat wij zijn.’
Ze glimlachte. ‘Maar we doen dit samen, oké?’ zei ze. ‘Samen veroveren we de wereld. We zullen de wereldorde corrigeren.’
Ze kneep in zijn hand. Toen liet ze die abrupt weer los. ‘Ik moet gaan. Ik zie je nog wel.’
Met die woorden Verdwijnselde ze.
- einde -
Ze voelde een rode blos op haar bleke wangen. Ze had het behoorlijk warm gekregen, en ondanks dat een warme knuffel was, was dat niet de reden dat ze het warm had.
Gelukkig sloeg Nyx snel een ander onderwerp aan. De toverstok die ze gebruikt had om haar eigen brandende villa te ontsnappen was van haar. Ze pakte hem aan. ‘Dankjewel,’ zei Valarie. ‘Dat scheelt weer een vermoordde persoon om naar Ollivander te gaan zonder opgepakt te worden.’ Ze lachte; Dooddoenerhumor.
Ze bekeek Nyx’ Gruzielement. Ze voelde zich enigszins schuldig; ze had hem niet het echte Gruzielement gegeven. Ze had hem een kopie van het Gruzielement gegeven; het echte exemplaar lag ergens verstopt in haar eigen kamp.
En toch vertrouwde hij haar. Het raakte haar nog meer dan het feit dat Nyx haar gered had. Waarom kon Valarie niet gewoon toegeven? Hoe deden anderen dat, mensen vertrouwen? Iedere andere vrouw zou Nyx nu zoenen, het bed induiken, en zij? Zij stond bevroren tegenover hem. Misschien was zij nog meer een monster dan ze zelf dacht.
Ze besefte dat Nyx iets had gezegd en dat ze moest antwoorden. ‘We doen niets aan Dimitri,’ besloot Valarie. ‘Zover hij weet, zijn we allebei verbrand in de villa. We moeten onze Dooddoeners de boodschap laten verspreiden dat we dood zijn. Misschien moeten we zelfs een tijdje ondergronds, nog meer dan we nu al doen. Dan hebben we het Ministerie ook weer van ons spoor. Dimitri zegt dat hij niet voor het Ministerie werkt, maar wie weet wordt hij gevolgd omdat hij… nog gestoorder is dan dat wij zijn.’
Ze glimlachte. ‘Maar we doen dit samen, oké?’ zei ze. ‘Samen veroveren we de wereld. We zullen de wereldorde corrigeren.’
Ze kneep in zijn hand. Toen liet ze die abrupt weer los. ‘Ik moet gaan. Ik zie je nog wel.’
Met die woorden Verdwijnselde ze.
- einde -