05/10/2020, 17:34
Valarie fronste. ‘Met mij gaat het prima hoor,’ zei ze terwijl ze de zaal inliep. ‘Sinds wanneer ben je zo bezorgd om me? Ik kan me prima zelf redden.’ Ze kuchte. Ze keek de Dooddoener achter haar, die de wacht hield, even aan. Deze begreep de hint en liep de zaal uit.
Ze draaide zich weer om naar Nyx. ‘Fijn om te zien dat jij ook weer helemaal de oude bent,’ zei ze rustig terwijl ze naar hem toeliep. Zonder iets te vragen ging ze aan tafel zitten en gooide ze haar benen op de tafel.
Ze keken elkaar in stilte aan. Valarie beet op haar lip. Ze wilde de grotere persoon dan Nyx zijn, maar op welke manier was dat dan? Als ze hem wel bedankte dat hij haar gered had? Of liet dat een zwakte zien? Ze besloot het er gewoon bij te laten.
‘Ik had dus gelijk,’ zei Valarie. ‘Het was Dimitri. Hij en zijn huis-elf namen mijn Villa onverwacht over. Waarschijnlijk volgde hij me naar de Villa. Die is nu volledig afgebrand. Ik heb kunnen redden wat enigszins van waarde was, maar de meeste van mijn spullen had ik toch ergens anders.’ Ze fronste. ‘Kan ik mijn spullen tijdelijk hier bewaren tot ik een nieuwe vaste schuilplaats gevonden heb?’
Ze stond weer op. ‘Ik ga ervan uit dat ik dat mag.’ Ze haalde het oude horloge uit de zak van haar mantel en ging dicht tegenover hem staan. ‘Ik heb iets voor je,’ fluisterde ze. Je wist maar nooit wie er afluisterde. ‘Je bent me niets verschuldigd; jij hebt mij gered, ik red jou, we staan nu quitte.’ Ze pakte zijn hand en opende die, waarbij ze het zakhorloge van hem erin legde. ‘Volgende keer als je in de problemen zit zoek je het zelf maar uit, Heer van het Duister,’ zei ze koeltjes, maar haar hart bonsde bij de aanraking van zijn hand.
Desondanks weigerde ze om weg te kijken. Ze keek hem recht aan en legde haar hand op zijn wang om hem goed te bekijken; hij was nog bleker dan normaal, en in zijn oog was een ader gespat. Een melkachtige kleur was te zien in zijn pupil en die zou alleen maar uitbreiden.
‘Je bent nu ook onsterfelijk,’ zei Valarie zachtjes. ‘Net als ik. We zouden samen mooie dingen kunnen doen.’
Ze draaide zich weer om naar Nyx. ‘Fijn om te zien dat jij ook weer helemaal de oude bent,’ zei ze rustig terwijl ze naar hem toeliep. Zonder iets te vragen ging ze aan tafel zitten en gooide ze haar benen op de tafel.
Ze keken elkaar in stilte aan. Valarie beet op haar lip. Ze wilde de grotere persoon dan Nyx zijn, maar op welke manier was dat dan? Als ze hem wel bedankte dat hij haar gered had? Of liet dat een zwakte zien? Ze besloot het er gewoon bij te laten.
‘Ik had dus gelijk,’ zei Valarie. ‘Het was Dimitri. Hij en zijn huis-elf namen mijn Villa onverwacht over. Waarschijnlijk volgde hij me naar de Villa. Die is nu volledig afgebrand. Ik heb kunnen redden wat enigszins van waarde was, maar de meeste van mijn spullen had ik toch ergens anders.’ Ze fronste. ‘Kan ik mijn spullen tijdelijk hier bewaren tot ik een nieuwe vaste schuilplaats gevonden heb?’
Ze stond weer op. ‘Ik ga ervan uit dat ik dat mag.’ Ze haalde het oude horloge uit de zak van haar mantel en ging dicht tegenover hem staan. ‘Ik heb iets voor je,’ fluisterde ze. Je wist maar nooit wie er afluisterde. ‘Je bent me niets verschuldigd; jij hebt mij gered, ik red jou, we staan nu quitte.’ Ze pakte zijn hand en opende die, waarbij ze het zakhorloge van hem erin legde. ‘Volgende keer als je in de problemen zit zoek je het zelf maar uit, Heer van het Duister,’ zei ze koeltjes, maar haar hart bonsde bij de aanraking van zijn hand.
Desondanks weigerde ze om weg te kijken. Ze keek hem recht aan en legde haar hand op zijn wang om hem goed te bekijken; hij was nog bleker dan normaal, en in zijn oog was een ader gespat. Een melkachtige kleur was te zien in zijn pupil en die zou alleen maar uitbreiden.
‘Je bent nu ook onsterfelijk,’ zei Valarie zachtjes. ‘Net als ik. We zouden samen mooie dingen kunnen doen.’