04/10/2020, 13:04
Of hij nooit op zoek was gegaan naar zijn echte vader, vroeg Jo-Ann. Een goede vraag, waar Tariq niet zo makkelijk antwoord op wist te geven. Natuurlijk had hij er al over nagedacht, maar hij had ook geen enkel aanknopingspunt om zijn zoektocht te beginnen.
“Ik zou niet weten waar ik moet beginnen met zoeken,” zei hij. “Alles rond mijn conceptie is één groot mysterie. Ik kan uitrekenen wanneer ik ongeveer verwekt ben, maar dat is letterlijk ook het enige dat ik weet. Het verhaal dat mijn moeder het meest vertelt, is dat ze na Zweinstein in Pakistan op reis was en dat ze hem daar leerde kennen. Ik heb echter nog nooit één enkele foto van die hele vakantie gezien, dus ik twijfel. De weinige dingen die ze vertelt, komen ook niet altijd overeen. Het enige wat ik zeker weet, is dat mijn moeder er niet graag over praat.”
Hij zuchtte.
“Misschien is hij dood, misschien woont hij in Pakistan met een vrouw en zes kinderen, misschien zit hij in de gevangenis, veroordeeld voor verkrachting, misschien is hij de vriendelijke man in de koffiebar om de hoek van Sint-Holisto.”
Tariq haalde zijn schouders op.
“Ik geloof graag dat mijn moeder echt van hem hield, maar dat hij gestorven is voor ik geboren werd en dat ik zijn naam draag, maar ik vrees dat dat behoorlijk naïef is. Als dit het geval is, zou ze mij dat toch gewoon kunnen vertellen? Dus ik denk dat er iets anders achter zit, maar ik heb geen idee wat. Maar ze gaf mij een Arabische naam en geen Engelse, wat mij ergens toch doet vermoeden dat ze op een of ander manier van hem hield.”
Hij keek Jo-Ann aan.
“Zo te horen heb jij een iets stabielere jeugd gehad dan ik,” zei hij met een glimlach. “En het is dus niet moeilijk om te weten waar je je liefde voor planten vandaan haalde. Dat heb je ook van bij de wortels mee gekregen.”
Hij grinnikte.
“Oh help, ik begin hier echt als een sentimentele oude dwaas te klinken.”
“Ik zou niet weten waar ik moet beginnen met zoeken,” zei hij. “Alles rond mijn conceptie is één groot mysterie. Ik kan uitrekenen wanneer ik ongeveer verwekt ben, maar dat is letterlijk ook het enige dat ik weet. Het verhaal dat mijn moeder het meest vertelt, is dat ze na Zweinstein in Pakistan op reis was en dat ze hem daar leerde kennen. Ik heb echter nog nooit één enkele foto van die hele vakantie gezien, dus ik twijfel. De weinige dingen die ze vertelt, komen ook niet altijd overeen. Het enige wat ik zeker weet, is dat mijn moeder er niet graag over praat.”
Hij zuchtte.
“Misschien is hij dood, misschien woont hij in Pakistan met een vrouw en zes kinderen, misschien zit hij in de gevangenis, veroordeeld voor verkrachting, misschien is hij de vriendelijke man in de koffiebar om de hoek van Sint-Holisto.”
Tariq haalde zijn schouders op.
“Ik geloof graag dat mijn moeder echt van hem hield, maar dat hij gestorven is voor ik geboren werd en dat ik zijn naam draag, maar ik vrees dat dat behoorlijk naïef is. Als dit het geval is, zou ze mij dat toch gewoon kunnen vertellen? Dus ik denk dat er iets anders achter zit, maar ik heb geen idee wat. Maar ze gaf mij een Arabische naam en geen Engelse, wat mij ergens toch doet vermoeden dat ze op een of ander manier van hem hield.”
Hij keek Jo-Ann aan.
“Zo te horen heb jij een iets stabielere jeugd gehad dan ik,” zei hij met een glimlach. “En het is dus niet moeilijk om te weten waar je je liefde voor planten vandaan haalde. Dat heb je ook van bij de wortels mee gekregen.”
Hij grinnikte.
“Oh help, ik begin hier echt als een sentimentele oude dwaas te klinken.”