15/09/2020, 22:36
Diep in het huis hoorde hij een alarm afgaan. Als dat al gebeurde als hij op de bel drukte – die toch was bedoeld om bezoekers op beleefde wijze aan te kondigen – kon dit nog wel een lange klus worden. Acuut baalde Trevor dat hij deze opdracht zo laat had ingepland. Wellicht was het beter geweest als hij dit huis als eerste op zijn ronde moeten plaatsen, maar andere klanten hadden liever aan het begin van de middag hun klusjes geklaard en Elfoy had geen voorkeur aangegeven.
Het alarm werd abrupt de mond gesnoerd en werd vervangen door het geklik van hakken op marmeren tegels. Enkele momenten later opende de voordeur. Trevor voelde de statische elektriciteit in de hal hangen; het leek om hem heen te knetteren. Dat huis zat duidelijk vol magie. Hopelijk was het niet alleen afwerend en duister.
Elfoy Surgens stapte naar buiten met de air van een rijke weduwe die haar man hoogstpersoonlijk had vermoord en er niet mee gepakt kon worden. Haar zilveren haren golfden om haar – waren de punten nou blauw? Ze zag er bepaald niet uit als een ongelukkig, verloren vogeltje, zoals hij onbewust blijkbaar had verwacht. Ze leek sterker nog helemaal op haar plek te zijn hier. Hij had er zelf niet aan moeten denken om hier te blijven wonen als hij zich in haar situatie bevond – hij stelde zich voor dat hij plotseling in het huis van zijn oom moest leven – maar haar leken de herinneringen die ongetwijfeld aan de villa kleefden niet te deren.
Trevor glimlachte haar beleefd toe. Het viel hem op dat ze hem niet uitnodigde om naar binnen te komen. In plaats daarvan stapte ze zelf naar buiten. Met al die magie die in het huis hing, was hij niet van plan om zomaar naar binnen te gaan. Als de bel al een alarm af liet gaan, wat zou er dan gebeuren als hij zonder expliciete uitnodiging probeerde het pand te betreden? Afgaand op de verhalen die hij van zijn leermeester Whittaker had gehoord, was het niet ondenkbaar dat hem een fikse vervloeking wachtte.
‘Miss Surgens. Heeft mijn uil je niet bereikt?’ vroeg Trevor toen ze zijn komst een verrassing noemde. ‘Ik had je een bericht gestuurd om te zeggen dat ik vanavond zou komen. Ik hoop dat er geen uilwerende bezweringen zijn in deze omgeving? Die zijn erg schadelijk voor die beesten, naast het feit dat ze natuurlijk de post belemmeren.’ Hij wierp een blik op de vallende avondlucht boven hen en keek haar toen weer aan. ‘Hoe dan ook, waar kan ik je mee helpen?’
Het alarm werd abrupt de mond gesnoerd en werd vervangen door het geklik van hakken op marmeren tegels. Enkele momenten later opende de voordeur. Trevor voelde de statische elektriciteit in de hal hangen; het leek om hem heen te knetteren. Dat huis zat duidelijk vol magie. Hopelijk was het niet alleen afwerend en duister.
Elfoy Surgens stapte naar buiten met de air van een rijke weduwe die haar man hoogstpersoonlijk had vermoord en er niet mee gepakt kon worden. Haar zilveren haren golfden om haar – waren de punten nou blauw? Ze zag er bepaald niet uit als een ongelukkig, verloren vogeltje, zoals hij onbewust blijkbaar had verwacht. Ze leek sterker nog helemaal op haar plek te zijn hier. Hij had er zelf niet aan moeten denken om hier te blijven wonen als hij zich in haar situatie bevond – hij stelde zich voor dat hij plotseling in het huis van zijn oom moest leven – maar haar leken de herinneringen die ongetwijfeld aan de villa kleefden niet te deren.
Trevor glimlachte haar beleefd toe. Het viel hem op dat ze hem niet uitnodigde om naar binnen te komen. In plaats daarvan stapte ze zelf naar buiten. Met al die magie die in het huis hing, was hij niet van plan om zomaar naar binnen te gaan. Als de bel al een alarm af liet gaan, wat zou er dan gebeuren als hij zonder expliciete uitnodiging probeerde het pand te betreden? Afgaand op de verhalen die hij van zijn leermeester Whittaker had gehoord, was het niet ondenkbaar dat hem een fikse vervloeking wachtte.
‘Miss Surgens. Heeft mijn uil je niet bereikt?’ vroeg Trevor toen ze zijn komst een verrassing noemde. ‘Ik had je een bericht gestuurd om te zeggen dat ik vanavond zou komen. Ik hoop dat er geen uilwerende bezweringen zijn in deze omgeving? Die zijn erg schadelijk voor die beesten, naast het feit dat ze natuurlijk de post belemmeren.’ Hij wierp een blik op de vallende avondlucht boven hen en keek haar toen weer aan. ‘Hoe dan ook, waar kan ik je mee helpen?’