15/09/2020, 20:55
Een landhuis ver weg van alle beschaving, weg van alle nieuwschierige ogen en verborgen voor dreuzelgebroed. Zo leefde Elfoy sinds een jaar. Sinds haar ouders naar Askaban werden gestuurd voor mishandeling, verwaarlozing en dooddoenerschap. En het was een grote opluchting. Ze kon doen wat ze wilde, ze kleedde zich hoe het haar behaagde en ging slapen wanneer het haar beliefde. Geld was er genoeg in goudgrijp en door haar bijbaantje als barvrouw in de discotheek van het dorp kon ze alles kopen wat haar hart begeerde. En terwijl ze op zweinstein zat deed Gammel de huiself al het huishouden. Het landhuis zelf had ze helemaal heringericht. Ze had zich ondaan van allerlei duistere spullen en deze netjes verstopt in een luik onder de keukenvloer. Tijdens haar opruimklus of zoals zij het noemde 'operatie Eksteroog' vond ze een merkwaardige ruimte. Het bevond zich achter de boilerkamer onder het huis, perfect verdedigd met verschillende spreuken. Ze kon de ruimte maar niet betreden wat ze ook probeerde. Het enige wat ze kon zien was een grote ijzeren deur, net als dat van een bankkluis. Na dagen proberen besloot ze na het zien van een advertentie in de ochtendprofeet om er een spreukzoeker bij te halen. Ze stuurde meteen een uil en al gauw kreeg ze antwoord. Een man genaamd Mr. Hathaway zou haar zo snel mogelijk een bezoekje brengen om even naar de kluis te kijken. Dus wachte Elfoy af. Op een avond eind augustus hoorde ze het alarm afgaan. Ze was zo stom geweest om deze niet uit te zetten. Vlug greep ze haar toverstok, riep "Finite" en het alarm stopte abrupt. "Wel dat zal Meneer Hathaway zijn." Ze deed haar leren jas aan met op de achterkant een haar afdelingsmascotte, een kronkelende slang en stapte naar buiten toe. Er stond een zacht avondbriesje en in de verte hoorde ze het geluid van aankomende voetstappen. Ze gooide haar zilvere haar met blauwe punten naar achteren en stapte galant maar kordaat naar de man toe. "Mister Hathaway, wat een aangename verassing. Ik ben Elfoy Surgens."