10/09/2020, 15:28
Orlendr knikte instemmend, toen Circe sprak over Terzielers. Het waren inderdaad kuddedieren en niet iedereen kon ze zien. Een kat had hij zelf nooit gehad. Rondom zijn bungalow in het bos dwaalde zo af en toe weleens een wilde kat die restjes van zijn maaltijden wist te bemachtigen, maar dat het zijn huisdier was, kon hij niet zeggen.
Hij tuurde in de richting van de krijtrotsen en glimlachte tevreden naar het natuurschoon dat zich voor hen bevond. Hoog gesteente dat opdoemde uit het strakke zeeoppervlak sierde de horizon en steile rotsen vormden een muur voor het landschap erachter. Het was prachtig.
’Lobbelogs zei je? Dat zou niet al teveel problemen moeten opleveren,’ zei Orlendr.
Hij kende de beesten die meestal niet groter werden dan je onderarm en wist dat hun gif kon worden gebruikt in Toverdranken. Aangezien de dieren op de bodem leefden en de Noor geen voorliefde had voor zwemmen had hij hun gif nog nooit geëxtraheerd.
’Duizendmaal excuses, Circe, maar mijn zwemkleding heb ik al niet meer aangeraakt sinds ik een klein jongetje was,’ verklaarde hij, terwijl hij het anker uitgooide. ‘Ik heb echter wel een andere oplossing, als ik daarmee geen dieren verstoor. Ik heb alleen iets nodig wat... aha!’
Orlendr had een van zijn komkommers uit zijn knapzak gehaald en nam plaats op de rand van het dek. Hij sloot zijn ogen, concentreerde zich en gooide na een aantal seconden de komkommer overboord. Hij tikte vlug met zijn herdersstaf op het dek, zodat een felle lichtstraal de komkommer raakte in de lucht. Tijdens zijn vlucht naar beneden veranderde het voorwerp razendsnel in een klein roeibootje en landde netjes op het water.
’Dat ging best aardig,’ knikte Orlendr tevreden. ‘Transfiguratie is mijn specialiteit,’ verklaarde hij. ‘Ik zal de zaken waarnemen vanuit dat bootje, als je daarmee akkoord bent. Oh en mocht je toevallig een Lobbelog tegenkomen. Is het dan teveel gevraagd om een klein beetje gif af te tappen voor mijn voorraad toverdrankingrediënten?’
Hij tuurde in de richting van de krijtrotsen en glimlachte tevreden naar het natuurschoon dat zich voor hen bevond. Hoog gesteente dat opdoemde uit het strakke zeeoppervlak sierde de horizon en steile rotsen vormden een muur voor het landschap erachter. Het was prachtig.
’Lobbelogs zei je? Dat zou niet al teveel problemen moeten opleveren,’ zei Orlendr.
Hij kende de beesten die meestal niet groter werden dan je onderarm en wist dat hun gif kon worden gebruikt in Toverdranken. Aangezien de dieren op de bodem leefden en de Noor geen voorliefde had voor zwemmen had hij hun gif nog nooit geëxtraheerd.
’Duizendmaal excuses, Circe, maar mijn zwemkleding heb ik al niet meer aangeraakt sinds ik een klein jongetje was,’ verklaarde hij, terwijl hij het anker uitgooide. ‘Ik heb echter wel een andere oplossing, als ik daarmee geen dieren verstoor. Ik heb alleen iets nodig wat... aha!’
Orlendr had een van zijn komkommers uit zijn knapzak gehaald en nam plaats op de rand van het dek. Hij sloot zijn ogen, concentreerde zich en gooide na een aantal seconden de komkommer overboord. Hij tikte vlug met zijn herdersstaf op het dek, zodat een felle lichtstraal de komkommer raakte in de lucht. Tijdens zijn vlucht naar beneden veranderde het voorwerp razendsnel in een klein roeibootje en landde netjes op het water.
’Dat ging best aardig,’ knikte Orlendr tevreden. ‘Transfiguratie is mijn specialiteit,’ verklaarde hij. ‘Ik zal de zaken waarnemen vanuit dat bootje, als je daarmee akkoord bent. Oh en mocht je toevallig een Lobbelog tegenkomen. Is het dan teveel gevraagd om een klein beetje gif af te tappen voor mijn voorraad toverdrankingrediënten?’