09/09/2020, 20:10
Damien deed zijn best om niet naar Blue – Hazel – te kijken terwijl ze een eindje verderop ijsberend telefoneerde met haar moeder. Ze was niet voor niets opgestaan; ze wilde het gesprek duidelijk in haar eentje voeren. Hij vroeg zich af wat ze haar moeder zou vertellen. Zou ze niet toch nog van gedachten veranderen?
Gelukkig kwam de serveerster algauw terug met hun drinken, dat ze voor hem neerzette: een karamelijskoffie voor Blue en een iets neutralere thee voor hem. In een poging zichzelf verder af te leiden, probeerde hij de melk door de thee te roeren zoals hij Elli weleens had zien doen: zonder staf, met slechts één vinger die het lepeltje dirigeerde. Hij slaagde er niet in; de thee bleef onaangeroerd staan. Maar Elli had dan ook jaren in het buitenland rondgehangen om les te krijgen in toverstafloze magie. Hij zou voorlopig nog gewoon zelf moeten roeren.
Blijkbaar was hij zo opgegaan in de oefening, dat hij amper had gemerkt dat Blue weer aan hun tafeltje was verschenen. Ze glimlachte breed, maar de lach bereikte haar ogen niet, die een tikje rood waren. Er stonden kleine rode vlekken op haar wangen – ze had gehuild. Damien vroeg zich af of hij er iets van moest zeggen, maar besloot het maar te laten. Ze zou zich er vast opgelaten over voelen en ze deed duidelijk haar best om zich groot te houden en te doen alsof er niets aan de hand was.
‘Jazeker,’ ging hij mee in het vrolijke toneelstukje dat hun nieuwe gesprek was. ‘Je hebt je zelfgemaakte choco afgelopen jaar zelfs vervolmaakt. Al moet ik je meteen teleurstellen: je wilde het topgeheime recept absoluut niet met me delen, dus je zult hem waarschijnlijk opnieuw moeten uitvinden. Voor nu heb ik karamelijskoffie voor je besteld. Dat past niet echt bij aardappelpuree, maar volgens mij heb je dat nooit echt een probleem gevonden.’
Het leek een eeuwigheid te duren voor hun eten eindelijk arriveerde. Hij had gedacht dat het goed zou voelen om even stil te zitten, om alles niet te veel te overhaasten. Maar nu werd hij overspoeld door een gevoel van rusteloosheid. Hij wilde weten wat er zou gebeuren als ze het appartement zou zien. Was er niet een kans dat ze zich alles zou herinneren als ze haar thuis weer zou zien, met al haar spullen en herinneringen? Een paar foto’s waren duidelijk niet genoeg, maar een heel appartement vol moest toch íéts teweeg brengen? Het liefst sprong hij op om haar mee naar huis te sleuren, maar hij dwong zichzelf om rustig te blijven – ze bleven zelfs nog even zitten nadat hij had afgerekend.
‘Zo,’ zei hij uiteindelijk, toen hij het niet meer uithield. ‘Durf je het aan om richting huis te gaan, denk je?’
Gelukkig kwam de serveerster algauw terug met hun drinken, dat ze voor hem neerzette: een karamelijskoffie voor Blue en een iets neutralere thee voor hem. In een poging zichzelf verder af te leiden, probeerde hij de melk door de thee te roeren zoals hij Elli weleens had zien doen: zonder staf, met slechts één vinger die het lepeltje dirigeerde. Hij slaagde er niet in; de thee bleef onaangeroerd staan. Maar Elli had dan ook jaren in het buitenland rondgehangen om les te krijgen in toverstafloze magie. Hij zou voorlopig nog gewoon zelf moeten roeren.
Blijkbaar was hij zo opgegaan in de oefening, dat hij amper had gemerkt dat Blue weer aan hun tafeltje was verschenen. Ze glimlachte breed, maar de lach bereikte haar ogen niet, die een tikje rood waren. Er stonden kleine rode vlekken op haar wangen – ze had gehuild. Damien vroeg zich af of hij er iets van moest zeggen, maar besloot het maar te laten. Ze zou zich er vast opgelaten over voelen en ze deed duidelijk haar best om zich groot te houden en te doen alsof er niets aan de hand was.
‘Jazeker,’ ging hij mee in het vrolijke toneelstukje dat hun nieuwe gesprek was. ‘Je hebt je zelfgemaakte choco afgelopen jaar zelfs vervolmaakt. Al moet ik je meteen teleurstellen: je wilde het topgeheime recept absoluut niet met me delen, dus je zult hem waarschijnlijk opnieuw moeten uitvinden. Voor nu heb ik karamelijskoffie voor je besteld. Dat past niet echt bij aardappelpuree, maar volgens mij heb je dat nooit echt een probleem gevonden.’
Het leek een eeuwigheid te duren voor hun eten eindelijk arriveerde. Hij had gedacht dat het goed zou voelen om even stil te zitten, om alles niet te veel te overhaasten. Maar nu werd hij overspoeld door een gevoel van rusteloosheid. Hij wilde weten wat er zou gebeuren als ze het appartement zou zien. Was er niet een kans dat ze zich alles zou herinneren als ze haar thuis weer zou zien, met al haar spullen en herinneringen? Een paar foto’s waren duidelijk niet genoeg, maar een heel appartement vol moest toch íéts teweeg brengen? Het liefst sprong hij op om haar mee naar huis te sleuren, maar hij dwong zichzelf om rustig te blijven – ze bleven zelfs nog even zitten nadat hij had afgerekend.
‘Zo,’ zei hij uiteindelijk, toen hij het niet meer uithield. ‘Durf je het aan om richting huis te gaan, denk je?’