06/09/2020, 08:41
Als een zombie strompelend door de straten van Londen, af en toe struikelend over haar eigen benen, liep Jasmine, beter bekend als JaLa, door het donkere straatje. Ze zette de bierfles in haar handen aan haar lippen en gooide haar hoofd naar achteren – maar helaas. Hij was helemaal leeg. Ze zat zachtjes in zichzelf te mompelen, iets dat op ‘kl’ begon en op ‘ootzak’ eindigde, maar door de harde regen die die nacht op de stad neerviel was ze niet te verstaan. Het bierflesje liet ze wezenloos op de grond vallen.
Welke kant was het eigenlijk ook alweer? Ze was één keer eerder daar geweest. Toen had haar broer haar eruit gegooid omdat ze te jong zou zijn. Pfff. Alsof ze niet goed wist hoe je moest drinken! Net ook. Die Ootzak had haar gezegd dat ze moest stoppen met drinken en toen was ze toch doorgegaan. Niets aan het handje. Ze was helemaal okidoki. Ze had alleen wat moeite met uitvinden welke straat ze precies in moest.
‘Hier toch?’ Haar hersenen kraakten in een moeizame poging de naam van het café op te halen. Café Kattenpis? Poespas? Poezelaar? Katermis? Nee, wacht – Mispoep! Eh, Mispoes! Café Mispoes. En tot haar grote opluchting herkende ze de naam van de bar bij de ingang van een ogenschijnlijk gesloten café. Ze kreunde. Waarom moest-ie nou weer dicht zijn?
Nadat ze naar het gesloten cafeetje was gestrompeld en zich maar net overeind wist te houden aan de deurknop, beukte ze op de deur. ‘LoLa? LoLa! Ben je thuis?’
Er gebeurde helemaal niets, maar JaLa beukte verder. ‘LooooLaaaa! LooooooooLaaaaaaa!’ Tot de deur uiteindelijk openging.
‘Jasmine?!’ vroeg haar broer geschrokken.
‘Broertjeeee!’ riep JaLa vrolijk en vloog Lorenzo om de nek. ‘Oh, wat ben ik blij om jou te zien, broertje. Kan ik even binnen komen? Even – hik – samen een wijntje achteroverzlaan, beetje werken aan onze broer-zuz band… dat zoort dingen.’
Ze wachtte niet op een reactie en duwde hem lichtjes opzij waarna ze naar binnen strompelde. ‘Jammer dat je gezloten bent… had wel een drankie kunnen gebruiken.’
Welke kant was het eigenlijk ook alweer? Ze was één keer eerder daar geweest. Toen had haar broer haar eruit gegooid omdat ze te jong zou zijn. Pfff. Alsof ze niet goed wist hoe je moest drinken! Net ook. Die Ootzak had haar gezegd dat ze moest stoppen met drinken en toen was ze toch doorgegaan. Niets aan het handje. Ze was helemaal okidoki. Ze had alleen wat moeite met uitvinden welke straat ze precies in moest.
‘Hier toch?’ Haar hersenen kraakten in een moeizame poging de naam van het café op te halen. Café Kattenpis? Poespas? Poezelaar? Katermis? Nee, wacht – Mispoep! Eh, Mispoes! Café Mispoes. En tot haar grote opluchting herkende ze de naam van de bar bij de ingang van een ogenschijnlijk gesloten café. Ze kreunde. Waarom moest-ie nou weer dicht zijn?
Nadat ze naar het gesloten cafeetje was gestrompeld en zich maar net overeind wist te houden aan de deurknop, beukte ze op de deur. ‘LoLa? LoLa! Ben je thuis?’
Er gebeurde helemaal niets, maar JaLa beukte verder. ‘LooooLaaaa! LooooooooLaaaaaaa!’ Tot de deur uiteindelijk openging.
‘Jasmine?!’ vroeg haar broer geschrokken.
‘Broertjeeee!’ riep JaLa vrolijk en vloog Lorenzo om de nek. ‘Oh, wat ben ik blij om jou te zien, broertje. Kan ik even binnen komen? Even – hik – samen een wijntje achteroverzlaan, beetje werken aan onze broer-zuz band… dat zoort dingen.’
Ze wachtte niet op een reactie en duwde hem lichtjes opzij waarna ze naar binnen strompelde. ‘Jammer dat je gezloten bent… had wel een drankie kunnen gebruiken.’