04/09/2020, 19:44
Schouwers, of althans; bij voorkeur stagiair-Schouwers hadden vaak zoiets als wachtdiensten. Wachtdiensten hielden in dat je een kopje thee dronk onder het genot van alle formulieren die gemoeid waren bij het oppakken van criminelen, het direct bekeuren van Wangedrag en Andere Onterechte Vervloekingen, en de aangiften van tovenaars en heksen als hen iets vervelends was overkomen zoals bezemdiefstal.
Het leek wel iedere keer wat meer te worden. De stapeltjes perkament waren in het afgelopen kwartaal verdubbeld.
Terwijl Gideon het ene na het andere formulier doorlas en sorteerde, en daarbij afhandelde wat er af te handelen viel, moest hij het alarm van het Ministerie in de gaten houden. Dat alarm ging meestal alleen per ongeluk af; niets waar hij zich zorgen over zou maken. Bij echte calamiteiten kon Gideon gemakkelijk zijn collega's waarschuwen, die dan binnen enkele seconden aanwezig zouden zijn. Tenminste; dat hoopte hij dan maar. Schouwers in dezer dagen hadden het druk; er waren ook weken geweest dat Gideon met drie- of vier man een wachtdienst had, maar nu was hij alleen.
Juist was hij verzonken in een aangifte tegen een toverende minderjarige heks, toen het alarm hem wakker schudde. Snel begaf hij zich naar het loket van Magische Wetshandhaving; de plek waar de rode alarmknop waarschijnlijk weer eens door de een of andere onverlaat werd getest. Het was gelukkig dichtbij; op dezelfde afdeling als waar hij zojuist zijn wachtdienst had gehad.
Oh, dacht hij toen hij er bijna was, het is een soort van menens deze keer! Een boze tovenaar dreigde de boel kort en klein te slaan en aan zijn stem te horen... was het... LoLa?!?
Een dof gevoel achter zijn ribben zorgde ervoor dat Gideon stopte met rennen en slechts langzaam stapvoets de persoon naderde die hij volgens de protocollen desnoods met geweld het Ministerie uit moest bonjouren. Hij dacht dat hij LoLa kende, maar zo kwaad als nu had hij hem nog nooit gezien. Als LoLa zo boos was, moest er toch wel heel wat aan de hand zijn. Echter: Gideon had momenteel dienst. Hij moest doen wat een Schouwer zoal doet, ook al zou hij als vriend eerder partij trekken voor LoLa en dan samen met hem boos worden op het loket, ook al wist hij niet waarom LoLa hier was. Maar werk en privé moesten gescheiden blijven, anders was het toch heel onprofessioneel? Het zou raar zijn als je in het bijzijn van vrienden ineens je beroep niet meer uit kon oefenen, toch?
Goed, wat waren ook alweer de richtlijnen? Hij moest mensen aanspreken met mijnheer en mevrouw, hij moest correct en beleefd zijn en wat hij zag, moest hij benoemen.
Makkelijk zat, die regels.
"Mijnheer," sprak hij plechtig toen hij zijn hand op LoLa's schouder legde. "Ik zie dat u kwaad bent, maar u moet nu toch echt gaan. Doet u dat niet, dan verwijder ik u hoogstpersoonlijk uit het Ministerie."
Hij ziet er moe uit, dacht Gideon ondertussen bezorgd. En waarom was Mispoes gisteren gesloten? Hij had nog langs willen komen, maar het café was donker en dicht geweest, en dus had hij het maar gelaten voor wat het was. Hij had er nooit bij stilgestaan dat zo iemand als LoLa problemen kon hebben.
Het leek wel iedere keer wat meer te worden. De stapeltjes perkament waren in het afgelopen kwartaal verdubbeld.
Terwijl Gideon het ene na het andere formulier doorlas en sorteerde, en daarbij afhandelde wat er af te handelen viel, moest hij het alarm van het Ministerie in de gaten houden. Dat alarm ging meestal alleen per ongeluk af; niets waar hij zich zorgen over zou maken. Bij echte calamiteiten kon Gideon gemakkelijk zijn collega's waarschuwen, die dan binnen enkele seconden aanwezig zouden zijn. Tenminste; dat hoopte hij dan maar. Schouwers in dezer dagen hadden het druk; er waren ook weken geweest dat Gideon met drie- of vier man een wachtdienst had, maar nu was hij alleen.
Juist was hij verzonken in een aangifte tegen een toverende minderjarige heks, toen het alarm hem wakker schudde. Snel begaf hij zich naar het loket van Magische Wetshandhaving; de plek waar de rode alarmknop waarschijnlijk weer eens door de een of andere onverlaat werd getest. Het was gelukkig dichtbij; op dezelfde afdeling als waar hij zojuist zijn wachtdienst had gehad.
Oh, dacht hij toen hij er bijna was, het is een soort van menens deze keer! Een boze tovenaar dreigde de boel kort en klein te slaan en aan zijn stem te horen... was het... LoLa?!?
Een dof gevoel achter zijn ribben zorgde ervoor dat Gideon stopte met rennen en slechts langzaam stapvoets de persoon naderde die hij volgens de protocollen desnoods met geweld het Ministerie uit moest bonjouren. Hij dacht dat hij LoLa kende, maar zo kwaad als nu had hij hem nog nooit gezien. Als LoLa zo boos was, moest er toch wel heel wat aan de hand zijn. Echter: Gideon had momenteel dienst. Hij moest doen wat een Schouwer zoal doet, ook al zou hij als vriend eerder partij trekken voor LoLa en dan samen met hem boos worden op het loket, ook al wist hij niet waarom LoLa hier was. Maar werk en privé moesten gescheiden blijven, anders was het toch heel onprofessioneel? Het zou raar zijn als je in het bijzijn van vrienden ineens je beroep niet meer uit kon oefenen, toch?
Goed, wat waren ook alweer de richtlijnen? Hij moest mensen aanspreken met mijnheer en mevrouw, hij moest correct en beleefd zijn en wat hij zag, moest hij benoemen.
Makkelijk zat, die regels.
"Mijnheer," sprak hij plechtig toen hij zijn hand op LoLa's schouder legde. "Ik zie dat u kwaad bent, maar u moet nu toch echt gaan. Doet u dat niet, dan verwijder ik u hoogstpersoonlijk uit het Ministerie."
Hij ziet er moe uit, dacht Gideon ondertussen bezorgd. En waarom was Mispoes gisteren gesloten? Hij had nog langs willen komen, maar het café was donker en dicht geweest, en dus had hij het maar gelaten voor wat het was. Hij had er nooit bij stilgestaan dat zo iemand als LoLa problemen kon hebben.