03/09/2020, 22:54
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 03/09/2020, 22:54 door CartoonJessie.)
Een nieuw stuk? Wat nooit op dreuzels heeft gestaan? Jazeker!
Dit gaat verder op "De vriendschapsplot", die stukjes one-shots die hierboven staan waarin Luna en Severus goeie maatjes zijn. (En gaat dus direct verder na de one-shot "Sneeuw")
Onheilspellend
Loena vond het fijn dat de lessen weer hervat waren na de kerstvakantie. Sommige medestudenten beklaagden het einde van de vakantie en alle vrije tijd die ermee gepaard ging, maar zij niet. Niet dat ze niet blij was met wat vrije tijd, maar ze had Zweinstein en haar favoriete professor te hard gemist.
Al de hele week waren er na schooltijd grote sneeuwbalgevechten op de grasvelden, maar Loena wist beter dan eraan deel te nemen. Ze was altijd een geliefd slachtoffer, maar dat was het laatste wat ze wilde zijn op dat moment. In de plaats daarvan keek ze vanaf een raam in de astronomietoren toe hoe ver onder haar andere leerlingen zoveel plezier beleefden.
"Zou je niet liever deel uitmaken van die pret, juffrouw Leeflang?"
Aangenaam verrast draaide Loena zich om. Professor Perkamentus stond achter haar op de trap, onderweg naar beneden, zijn handen verborgen in zijn mouwen en zijn blik even kalm als de hare.
"Ik heb de voorbije dagen genoeg sneeuwballen tegen mij aan gekregen. Ik denk dat ik het liever oversla vandaag, ik hou niet zo van het gesuis in mijn oor als er teveel sneeuw in komt." Ze glimlachte naar het schoolhoofd. "En u professor, gaat u niet meedoen aan het gevecht?"
Met een korte grinnik stapte Perkamentus dichter zodat ze samen uit het raam konden kijken. Hij haalde zijn zwarte hand uit zijn mouw en liet het aan Loena zien.
"Graag, maar ik vrees dat ik een groot nadeel heb."
Loena staarde naar zijn hand en bedacht dat het haast onmogelijk moest zijn voor hem om zijn verstarde hand te gebruiken. Ze maakte zich zorgen.
"Dat moet erg duistere magie zijn geweest," merkte ze op.
Hij knikte en verborg zijn hand weer.
"Inderdaad, juffrouw Leeflang. Het zijn ook duistere tijden waarin we leven. We kunnen helaas niet overal op voorbereid zijn. Ik hoorde dat je Occlumentie gaat leren?"
Verrukt dat hij dat gehoord had keek ze naar hem op.
"Hij heeft het u verteld?'
Met een glimlach knikte hij. "Jazeker. Ik vroeg hem of hij iets wilde doen voor zijn verjaardag, maar hij zei dat hij genoeg te doen had omdat hij jou nog les zou geven in de avond. Ik vrees dat een uitstapje naar De Drie Bezemstelen er dus niet in zal zitten."
Loena's mond viel open.
"Verjaardag? Is hij morgen jarig?!"
Perkamentus knikte. Loena had het idee dat er niets toevalligs was aan het feit dat ze het schoolhoofd tegen het lijf was gelopen. Hij wilde dat ze dit wist.
"Hoe oud wordt hij?"
"Zevenendertig."
Ze beet op haar lip. Het zou niet moeilijk zijn hem een kaart te maken. Maar wat zou ze nog kunnen geven? Wat voor cadeau zou hij tof vinden?
"Ik had gehoopt dat hij er nog een memorabele dag van zou willen maken, maar hij weigerde."
"Wie weet bedenkt hij zich wel volgend jaar," opperde Loena hoopvol. “Tegen dan heb ik vast geen Occlumentie bijlessen meer, en dan kunnen jullie vast iets gaan drinken om het te vieren.”
Perkamentus was stiller dan ze had verwacht als gevolg van haar antwoord. Toen hij verdersprak, was zijn stem serieuzer dan ooit.
"Juffrouw Leeflang, ik zeg u dit in vertrouwen."
Ze keek hem met grote ogen aan.
"Volgend jaar zal er heel anders uitzien dan u of eender wie van de studenten op het grasveld zich momenteel kan inbeelden."
Loena fronste. Hij meende het, en het verontrustte haar. Ze keek in zijn ogen en zag zowel vrede als verdriet, hoop als miserie, schuld als rust.
Iets klikte in haar. Zijn hand, zijn toon, de manier waarop hij naar haar keek.
"U bent stervende..." zei ze opeens, haar stem niet luider dan een fluister.
Toen hij knikte, sprongen er tranen in haar ogen.
"Weten alle professoren ervan?" vroeg ze, haar stem stabiel ondanks het verdriet dat ze voelde.
"Enkel Sneep," zei hij eerlijk. "En niemand anders mag het weten."
Loena snapte het amper. Waarom nam hij haar in vertrouwen?
Het was alsof hij haar vraag kon horen.
"Ik weet hoe het voor mij zal eindigen. Maar ik vrees voor Sneep."
Loena's hart ging sneller kloppen.
"Waarom?"
"Omdat iedereen direct het ergste van hem denkt. Iedereen behalve jij. Blijf dat doen. Wat er ook gebeurt."
Loena snapte het niet direct. Wat ging er dan gebeuren? Ze durfde amper te bewegen en bleef hem aanstaren.
"En doe je uiterste best in je Occlumentie lessen. Enkel zo kan je garanderen dat niemand ooit te weten komt dat wij dit gesprek hebben gehad. En zo kan je Severus ook veilig houden."
Ze knikte. Dat laatste kon ze doen.
"Ik beloof het."
Perkamentus glimlachte tevreden voor een moment, maar zijn gelaat werd weer sober daarna.
"Je vriendschap met Severus heeft de grootste beproeving nog te doorstaan. Het spijt me dat ik mede verantwoordelijk zal zijn voor de ellende die zal volgen. Vergeef het me alvast."
Al wist ze niet waar hij het exact over had, ze knikte.
"Ik vergeef het u, professor."
Hij zuchtte even.
"Dank je. Dat betekent veel voor me. Nu, ben je klaar voor je eerste les Occlumentie morgen?"
"Voor de les wel, maar niet voor de verjaardag. Ik denk dat ik best terug keer naar de leerlingenkamer en een kaart ga maken."
Perkamentus knikte.
"Uiteraard. Alvast veel inspiratie gewenst!”
“Dank u, professor! Nog een fijne avond voor u.”
Het voelde raar om van hem weg te stappen. Hoe vaak zou ze nog kunnen wegstappen voor hij er niet meer zou zijn? En hoe lang wist Severus hier al van?
Dit gaat verder op "De vriendschapsplot", die stukjes one-shots die hierboven staan waarin Luna en Severus goeie maatjes zijn. (En gaat dus direct verder na de one-shot "Sneeuw")
Onheilspellend
Loena vond het fijn dat de lessen weer hervat waren na de kerstvakantie. Sommige medestudenten beklaagden het einde van de vakantie en alle vrije tijd die ermee gepaard ging, maar zij niet. Niet dat ze niet blij was met wat vrije tijd, maar ze had Zweinstein en haar favoriete professor te hard gemist.
Al de hele week waren er na schooltijd grote sneeuwbalgevechten op de grasvelden, maar Loena wist beter dan eraan deel te nemen. Ze was altijd een geliefd slachtoffer, maar dat was het laatste wat ze wilde zijn op dat moment. In de plaats daarvan keek ze vanaf een raam in de astronomietoren toe hoe ver onder haar andere leerlingen zoveel plezier beleefden.
"Zou je niet liever deel uitmaken van die pret, juffrouw Leeflang?"
Aangenaam verrast draaide Loena zich om. Professor Perkamentus stond achter haar op de trap, onderweg naar beneden, zijn handen verborgen in zijn mouwen en zijn blik even kalm als de hare.
"Ik heb de voorbije dagen genoeg sneeuwballen tegen mij aan gekregen. Ik denk dat ik het liever oversla vandaag, ik hou niet zo van het gesuis in mijn oor als er teveel sneeuw in komt." Ze glimlachte naar het schoolhoofd. "En u professor, gaat u niet meedoen aan het gevecht?"
Met een korte grinnik stapte Perkamentus dichter zodat ze samen uit het raam konden kijken. Hij haalde zijn zwarte hand uit zijn mouw en liet het aan Loena zien.
"Graag, maar ik vrees dat ik een groot nadeel heb."
Loena staarde naar zijn hand en bedacht dat het haast onmogelijk moest zijn voor hem om zijn verstarde hand te gebruiken. Ze maakte zich zorgen.
"Dat moet erg duistere magie zijn geweest," merkte ze op.
Hij knikte en verborg zijn hand weer.
"Inderdaad, juffrouw Leeflang. Het zijn ook duistere tijden waarin we leven. We kunnen helaas niet overal op voorbereid zijn. Ik hoorde dat je Occlumentie gaat leren?"
Verrukt dat hij dat gehoord had keek ze naar hem op.
"Hij heeft het u verteld?'
Met een glimlach knikte hij. "Jazeker. Ik vroeg hem of hij iets wilde doen voor zijn verjaardag, maar hij zei dat hij genoeg te doen had omdat hij jou nog les zou geven in de avond. Ik vrees dat een uitstapje naar De Drie Bezemstelen er dus niet in zal zitten."
Loena's mond viel open.
"Verjaardag? Is hij morgen jarig?!"
Perkamentus knikte. Loena had het idee dat er niets toevalligs was aan het feit dat ze het schoolhoofd tegen het lijf was gelopen. Hij wilde dat ze dit wist.
"Hoe oud wordt hij?"
"Zevenendertig."
Ze beet op haar lip. Het zou niet moeilijk zijn hem een kaart te maken. Maar wat zou ze nog kunnen geven? Wat voor cadeau zou hij tof vinden?
"Ik had gehoopt dat hij er nog een memorabele dag van zou willen maken, maar hij weigerde."
"Wie weet bedenkt hij zich wel volgend jaar," opperde Loena hoopvol. “Tegen dan heb ik vast geen Occlumentie bijlessen meer, en dan kunnen jullie vast iets gaan drinken om het te vieren.”
Perkamentus was stiller dan ze had verwacht als gevolg van haar antwoord. Toen hij verdersprak, was zijn stem serieuzer dan ooit.
"Juffrouw Leeflang, ik zeg u dit in vertrouwen."
Ze keek hem met grote ogen aan.
"Volgend jaar zal er heel anders uitzien dan u of eender wie van de studenten op het grasveld zich momenteel kan inbeelden."
Loena fronste. Hij meende het, en het verontrustte haar. Ze keek in zijn ogen en zag zowel vrede als verdriet, hoop als miserie, schuld als rust.
Iets klikte in haar. Zijn hand, zijn toon, de manier waarop hij naar haar keek.
"U bent stervende..." zei ze opeens, haar stem niet luider dan een fluister.
Toen hij knikte, sprongen er tranen in haar ogen.
"Weten alle professoren ervan?" vroeg ze, haar stem stabiel ondanks het verdriet dat ze voelde.
"Enkel Sneep," zei hij eerlijk. "En niemand anders mag het weten."
Loena snapte het amper. Waarom nam hij haar in vertrouwen?
Het was alsof hij haar vraag kon horen.
"Ik weet hoe het voor mij zal eindigen. Maar ik vrees voor Sneep."
Loena's hart ging sneller kloppen.
"Waarom?"
"Omdat iedereen direct het ergste van hem denkt. Iedereen behalve jij. Blijf dat doen. Wat er ook gebeurt."
Loena snapte het niet direct. Wat ging er dan gebeuren? Ze durfde amper te bewegen en bleef hem aanstaren.
"En doe je uiterste best in je Occlumentie lessen. Enkel zo kan je garanderen dat niemand ooit te weten komt dat wij dit gesprek hebben gehad. En zo kan je Severus ook veilig houden."
Ze knikte. Dat laatste kon ze doen.
"Ik beloof het."
Perkamentus glimlachte tevreden voor een moment, maar zijn gelaat werd weer sober daarna.
"Je vriendschap met Severus heeft de grootste beproeving nog te doorstaan. Het spijt me dat ik mede verantwoordelijk zal zijn voor de ellende die zal volgen. Vergeef het me alvast."
Al wist ze niet waar hij het exact over had, ze knikte.
"Ik vergeef het u, professor."
Hij zuchtte even.
"Dank je. Dat betekent veel voor me. Nu, ben je klaar voor je eerste les Occlumentie morgen?"
"Voor de les wel, maar niet voor de verjaardag. Ik denk dat ik best terug keer naar de leerlingenkamer en een kaart ga maken."
Perkamentus knikte.
"Uiteraard. Alvast veel inspiratie gewenst!”
“Dank u, professor! Nog een fijne avond voor u.”
Het voelde raar om van hem weg te stappen. Hoe vaak zou ze nog kunnen wegstappen voor hij er niet meer zou zijn? En hoe lang wist Severus hier al van?