03/09/2020, 20:20
Met trillende vingers streek het meisje haar jurk glad. Haar knieën voelde slap aan en haar ademhaling was schokkerig. Zijn glanzende bruinen ogen keken haar vol verbazing aan, dezelfde bruine ogen die ze ooit zo lief had. Ze slikte langzaam en het leek uren te duren voor ze de juiste woorden wist te vinden. Ze wist dat dit moment zou komen, maar ze had verwacht Damien nog een tijdje te kunnen ontlopen. Londen was immers een grote stad. Ze hadden elkaar vier jaar lang niet gezien, nadat hij haar in dat ene rampjaar van het overlijden van haar vader keihard had laten vallen. Zijn naam was synoniem komen te staan met dat verschrikkelijke jaar, zo intens verdrietig was ze geweest. Circe en Damien waren toentertijd met ruzie uit elkaar gegaan. Toen haar vader niet veel later overleed, had ze verwacht dat hij iets van zich zou laten weten. Een klein teken van medeleven, een begin van een vriendschap. Maar niks. Juist in de periode dat ze hem nodig had, was hij afwezig geweest in haar leven. En dat nam ze hem kwalijk. Zelfs na al die jaren. Diezelfde bruine ogen bleven haar achterna volgen tijdens haar reizen, wanneer ze 's avonds alleen naar de sterrenhemel staarde. Elke keer als ze aan hem dacht, stak het. De pijn werd met de jaren minder, maar Circe heeft er vaak over nagedacht wat ze zou zeggen als ze hem ooit weer tegen zou komen. Zou ze nog iets voor hem voelen wanneer ze hem weer zag? Zou hij überhaupt ooit van haar hebben gehouden? Keer op keer vroeg ze hem dit in haar gedachten, maar nooit kwam er een antwoord. En nu stond hij voor haar.
Verdomme Lo. Je moest en zou je er weer mee bemoeien.
Ze had Damien niet expres willen ontlopen, maar als het aan haar had gelegen, was ze hem nog niet onder ogen gekomen. Ze was nét terug in Londen en haar leven was momenteel een rotzooitje. Ze woonde nota bene in het appartement van haar gay best friend. Ze had een iets stabielere basis willen hebben, voor ze aan haar verleden zou gaan werken. En hoe je het ook bekeek, Damien was een belangrijk onderdeel van dat verleden. Juist omdat het uitging in dat ene jaar dat ze alles verloor, was hun scheiding iets wat ze nog niet had kunnen verwerken. Terwijl de stilte nog altijd tussen de twee in hing, plofte Circe neer aan het tafeltje. Haar knikkende knieën konden haar niet langer dragen en ze was bang dat ze om zou vallen. Ze haalde een hand door haar golvende blonde haren en zuchtte.
"Er is geen feest", zei ze vlak. "Damien..." begon ze, maar ze wist niet wat ze verder nog kon zeggen. Haar stem trilde toen ze vervolgde. "Ik... Ik wist van niks." Haar ogen gingen van haar eigen handen naar Damien. Hij was niet veel veranderd sinds de laatste keer dat ze elkaar hadden gezien. Zijn littekens waren iets minder rood, hij was magerder en zag er vermoeid uit, maar het was nog steeds Damien. Zo vertrouwd en tegelijkertijd een wildvreemde.
"Hoe gaat het met je?" zei ze en haar woorden kwamen er eerder uit als een zucht en de lucht om haar heen trilde van spanning. Ze was bang dat hij er meteen vandoor zou gaan, maar tegelijkertijd hoopte ze juist dat hij wegging. Er was te veel gebeurd om te helen, maar ook te veel om te negeren.
Verdomme Lo. Je moest en zou je er weer mee bemoeien.
Ze had Damien niet expres willen ontlopen, maar als het aan haar had gelegen, was ze hem nog niet onder ogen gekomen. Ze was nét terug in Londen en haar leven was momenteel een rotzooitje. Ze woonde nota bene in het appartement van haar gay best friend. Ze had een iets stabielere basis willen hebben, voor ze aan haar verleden zou gaan werken. En hoe je het ook bekeek, Damien was een belangrijk onderdeel van dat verleden. Juist omdat het uitging in dat ene jaar dat ze alles verloor, was hun scheiding iets wat ze nog niet had kunnen verwerken. Terwijl de stilte nog altijd tussen de twee in hing, plofte Circe neer aan het tafeltje. Haar knikkende knieën konden haar niet langer dragen en ze was bang dat ze om zou vallen. Ze haalde een hand door haar golvende blonde haren en zuchtte.
"Er is geen feest", zei ze vlak. "Damien..." begon ze, maar ze wist niet wat ze verder nog kon zeggen. Haar stem trilde toen ze vervolgde. "Ik... Ik wist van niks." Haar ogen gingen van haar eigen handen naar Damien. Hij was niet veel veranderd sinds de laatste keer dat ze elkaar hadden gezien. Zijn littekens waren iets minder rood, hij was magerder en zag er vermoeid uit, maar het was nog steeds Damien. Zo vertrouwd en tegelijkertijd een wildvreemde.
"Hoe gaat het met je?" zei ze en haar woorden kwamen er eerder uit als een zucht en de lucht om haar heen trilde van spanning. Ze was bang dat hij er meteen vandoor zou gaan, maar tegelijkertijd hoopte ze juist dat hij wegging. Er was te veel gebeurd om te helen, maar ook te veel om te negeren.