- Hij pakte de poppen
Een beetje bruusk maar vol enthousiasme bij het achterhoofd
Bracht hun snoetjes naar elkaar en riep:
En nu zoenen -
De radio draaide foute Dreuzelmuziek uit de vorige eeuw en het hele café leek in lichterlaaie te staan door de gigantische overdaad aan kaarsen. Alleen magie kon ervoor zorgen dat de ruimte niet volledig blauw stond van de rook. Damien trok zijn wenkbrauwen op, slalomde tussen wat tafeltjes door waarvan het tafelblad amper nog te zien was onder al het kaarsvet, en ging op zoek naar LoLa, die hij in de buurt van de bar aantrof.
‘Hé, LoLa. Druk met de voorbereidingen, zie ik? Zeg, niet om je ideeën in twijfel te trekken, maar… Een feestje op de vroege maandagavond zou ik al gewaagd willen noemen, maar weet je zeker dat dit… nou ja… brandveilig is? Hoeveel mensen verwacht je?’ Damien wierp een veelbetekenende blik op de kaarsenzee. LoLa’s feestjes waren niet bepaald bekend om hun magere opkomst.
Gelukkig had de cafébaas het artiestenpodiumpje in de hoek – voor zijn doen – met rust gelaten. Blijkbaar snapte hij dat muzikanten hun kostbare instrumenten niet in gevaar wilden brengen, sfeer of niet. Slechts een enkele schaal met een verzameling kaarsen hing sferisch te zijn boven de piano. Een druppel kaarsvet viel naar beneden, maar ketste af tegen een schildbezwering voor het het smetteloze mahoniehout kon raken, en landde onschadelijk op de grond.
Pas toen viel Damiens blik op de tafel waar LoLa naast stond. Het was de enige gedekte tafel in het hele café en bevatte in plaats van een lading kaarsen slechts een laag vaasje kleurige bloemen en twee bescheiden kandelaars.
Damiens wenkbrauwen schoten nog wat verder omhoog en hij keek LoLa vragend aan. ‘Wacht eens even, heb je nu serieus je hele restaurant afgehuurd omdat je een date hebt? En waar heb je mij dan voor nodig? Een persoonlijke serenade?’
De barman had het razend druk, wist Damien. Mispoes was een van de meest bezochte cafés in centraal Londen, na de Lekke Ketel uiteraard. Maar hij had niet doorgehad dat LoLa het zich kon veroorloven om zomaar een hele avond dicht te gaan en toch entertainment kon regelen, én dat hij het blijkbaar zo druk had dat hij zijn café praktisch dicht moest gooien om tijd te kunnen besteden aan zijn liefdesleven. Niet dat Damien ooit echt stilstond bij de liefdeslevens van zijn opdrachtgevers.
Hij had niet echt rekening gehouden met een romantisch dinertje, maar als muzikant moest je snel kunnen schakelen. Dus liep Damien naar de piano.
Vlammetjes wapperden terwijl zijn gewaadblazer erlangs streek, maar hij lette er niet op. In zijn hoofd was hij allang bezig om de setlist van de avond aan te passen. Ook LoLa was hij bijna al vergeten; hij had niet eens echt naar diens antwoorden geluisterd.
‘Als je de radio uitzet, kan ik wat warmspelen, goed?’
Zwoele jazz zou het vast goed doen, daar vond hij LoLa wel een type voor. Niet meteen zijn sterkste kant, maar hij zou er wel wat van maken. Hij roffelde wat op de toetsen en zocht naar de beginklanken van Michelle Pinoux’ ‘Sunday Rain’.